Mijn Utrechts Landschap

Klaas Wiersma

WANDELEN MET DE BOSWACHTER

STEILE HELLINGEN IN EEN VERRASSENDE VALLEI



winter 2024
‘De reeën houden ons goed in de gaten hoor', zegt Jessie Bragdon. ‘Als je met je kijker langs de bosrand speurt, zie je een paar ogen dat naar jou kijkt.' We zijn op landgoed De Paltz, gelegen tussen Amersfoort en Park Vliegbasis Soesterberg. De wandeling over De Paltz start bij het zuidelijkste puntje van het gebied aan de Verlengde Paltzerweg en belooft een boeiende afwisseling tussen statige beukenlanen, naaldbos en heide. Boswachter Jessie neemt ons mee!


Hap uit de Heuvelrug

We lopen de wandelroute met de klok mee. De Paltz ligt op de flank van de Utrechtse Heuvelrug. Maar in plaats van de verwachte klim, daalt het pad en lopen we een vallei in. Aan beide kanten gaan de.hellingen steil omhoog. ‘On-Nederlands steil’ noemt Jessie het. ‘We lopen hier door een voormalige zandafgraving. De Utrechtse Heuvelrug is een stuwwal, ontstaan door het schuivende ijs van de laatste ijstijd. De bodem bestaat uit zand. Een van de vroegere eigenaren van De Paltz, houthandelaar Krol, heeft hier niet alleen bos gekapt maar ook het zand verkocht.’ De overgebleven grond is voedselarm en licht kalkrijk. Op delen van de helling groeit open bos waar de zon doorheen kan schijnen. Dat geeft bijzondere soorten een kans. Jessie: ‘De rode dopheide groeit hier bijvoorbeeld. Dat is een soort die in ons land maar op een paar plekken voorkomt.’ Op de helling vinden reptielen een plekje om zich op te warmen in de zon.

Staand dood hout We lopen vanuit de vallei het bos in. De jankende kreet van een vogel klinkt. Het is een zwarte specht, ook een soort die het naar z'n zin heeft op De Paltz. Jessie kijkt zoekend rond maar de specht laat zich niet zien. 'Tijdens een wandeling over De Paltz kom je veel dode bomen tegen. Zwarte spechten houden van staand dood hout. Op zoek naar voedsel hakken ze van onder tot boven gaten in zo’n boom. We laten dode bomen graag staan, ze zijn van grote waarde voor de natuur’. Dat dode hout is er niet altijd geweest. Na de afgravingen deed houthandelaar Krol De Paltz over aan de heer E.S. Raatjes. Voor Raatjes was het opknappen van het landgoed zijn levenswerk. Jessie: ‘Raatjes hield niet van rommel in het bos, dood hout moest onmiddellijk worden opgeruimd. Maar hij was dan wel weer dol op de dieren die op De Paltz leven. Daarvoor zette hij voer neer in nette rijtjes emmers en bakjes.’

Springer en Copijn

Terwijl we verder wandelen begint het zachtjes te regenen, in het beboste gedeelte van De Paltz loopt een lange rechte klinkerlaan, dwars door het gebied. De beroemde landschapsarchitecten Copijn (1967) en Springer (1976) ontwierpen grote delen van het landschap, met veel beukenlanen, zichtassen en een statige villa. Latere eigenaren kwamen met eigen toevoegingen, zoals bijvoorbeeld het doolhof van heggen met in het midden een kluizenaarsgrot. Het is een folly, een bouwwerk zonder echte functie. In het landhuis op De Paltz is tegenwoordig het 'Herman van Veen Arts Center' gevestigd. Gallery Café Harlekijn is open, maar wij laten koffie en taart aan ons voorbij gaan en lopen door. Jessie stopt bij een grote dode boom. ‘Kijk, dit zijn gaten van de zwarte specht.’

Samenspel

Na het landhuis gaan we rechtsaf een slingerend pad op. Hier staan oude Douglas-sparren uit de tijd dat De Paltz nog een productiebos was. Deze bomen zijn uitgegroeid tot woudreuzen. De stammen zijn soms wel een meter in doorsnede en gaan tientallen meters kaarsrecht de lucht in. We hebben gewandeld langs de hellingen van de vallei met heide, door oud bos in landschapsstijl en na deze monumentale sparren kijken we opeens weer vrij uit over het dal. Boswachter Jessie geniet zichtbaar van het gevarieerde landschap: ‘Wat ik bijzonder vind aan De Paltz is niet zozeer een specifieke soort maar juist het hele systeem. Deze open plekken hier bijvoorbeeld vormen een corridor voor vlinders.
Het lage struweel is weer prettig voor dassen en egels. En de dichterebegroeing voor reeen.
Daat samenspel van landschapselementenn, daar word ik heel blij van".



Klaas Wiersma