Marc Couwenberg
AD
Anne van Veen onmiskenbaar 'dochter van' 12 jan 2009

GOUDA - Ze komt op, pakt de microfoon en op het moment dat je denkt dat ze haar lied inzet, kijkt Anne van Veen met twinkelende ogen de uitverkochte zaal in.


Nog even geduld, lijkt ze te zeggen tegen een publiek dat nieuwsgierig is naar deze 'dochter van'. Een plaagstootje van een jong talent, waarmee ze ook meteen aantoont dat ze alleen al met haar mimiek, theater kan maken.
Direct na het eerste lied, Mag ik op je vallen, stelt ze zichzelf voor als Anne. Haar achternaam laat ze achterwege. Die weet het publiek toch wel. Tegelijkertijd benadrukt ze zo, dat zij de Anne is over wie Herman van Veen zingt.

Anne van Veen (1983), afgestudeerd in 2006 aan de Amsterdamse Kleinkunstacademie, is dit seizoen gestart met een eigen theatertour. Ze zingt haar zelfgeschreven liedjes waarbij elk woord is te verstaan. Pianist Jasper Slijdering begeleidt haar vol toewijding. Anne vertelt over haar alledaagse ervaringen en schiet af en toe een heel andere kant op: haar stem laat een blazerssectie schetteren, terwijl haar hele lichaam swingt; dan weer verjaagt ze Slijdering van de piano om even alles zelf te doen. In woorden refereert ze nauwelijks aan haar vader, al laat ze wel weten dat ze hier in Gouda is geboren en de eerste zeven jaren in Haastrecht woonde, voor de familie naar Soest verhuisde. Over de scheiding van haar ouders permitteert ze zich een grapje.
In bewegingen en het vermogen om het alledaagse tot poëzie te maken, kun je de vader herkennen, maar Anne is vooral helemaal zichzelf. Alles wat ze doet is puur en van een enorme intensiteit. Ook haar liefde en behoefte aan fysieke aanhankelijkheid uit ze met een heftige directheid. 'Zit aan mij', zingt ze met een mengeling van ondeugd en sensualiteit. Een aantal liedjes gaat terug naar de kleine Anne die meer aandacht had voor alle details om haar heen, dan de les. Eigenlijk gaan al haar teksten, gezongen en gesproken, over haar wereld waarin werkelijkheid en fantasie zich verweven.

Haar eerste solo-optreden maakt een professionele indruk. Licht en geluid zijn uitgekiend, zo ook haar kleding met een roodgeblokt gilet onder een kort jasje en wit met zwarte schoentjes. Wie het wil mag er de verwijzing naar de harlekijn in zien. Anne hoeft haar afkomst niet te verdoezelen; met deze eerste voorstelling bewijst ze dat ze op het toneel op haar eigen benen staat. Anne van Veen is Anne.