Ruud Gortzak schreef 26 augustus in De Volkskrant

HERMAN V AN VEEN IS WEER HELEMAAL TERUG



Voorstelling: Herman van Veen. One-man show met teksten van Willem Wilmink, Rob Chrispijn, Guus Vleugel, Simon Carmiggelt, Herman van Veen en anderen. Muziek: Herman van Veen, Erik van der Wurff en anderen. Begeleiding: Erik van der Wurff, toetsen, Nard Reijnders, klarinet,sax en accordeon. Cees van der Laarse, contrabas en basgitaar.
Produktie : Harlekijn Holland. Theater. Carré, Amsterdam.


Perfect en overrompelend. Dat is de nieuwe show van Herman van Veen, maar dat niet alleen. Zijn programma met liedjes, pantomime, surrealistische verhaaltjes, enkele grappen, absurde invallen en voortreffelijke muziek is ook irritant, bitter, vrolijk, uitgelaten, ingetogen, oorverdovend, verstild, flauw, scherp, poëtisch en rauw . Het is een show vol betrokkenheid bij al het menselijke (en onmenselijke) dat ons omringt, bij al het lief en leed in de wereld. Van Veen zegt er veel in, juist omdat hij niet alles uitspreekt maar met zijn teksten een beroep doet op het verstand van zijn toehoorders, op hun mogelijkheid hun hersenen te gebruiken.
Veel humor zit er niet in maar loodzwaar wordt het niet, omdat de show barst van de theatrale vondsten en de theaterman, die Van Veen ook is, zich de tijd gunt om over het podium te rennen en te springen, te dansen en te fietsen en om zo nu en dan een instrument te bespelen.
Het zal na het bovenstaande duidelijk zijn, voor mij is Herman van Veen weer helemaal terug. Precies twee jaar geleden presenteerde de harlekijn van weleer, de kletsnatte clown, een show, Onder water, waar geen kraak of smaak aan was. Daarna liet hij enkel gedichtenbundels het licht zien waarin de zweverigheid en wolligheid troef was en kwam hij in enkele interviews naar voren als iemand die vaagheid hoog in het vaandel droeg.
Nu is hij plotseling weer boven water met een krachtig programma waarin op een met mis te verstane wijze het menselijk bestaan met een dikwijls bittere ondertoon bezongen wordt. Hij is wat minder harlekijn en clown of filosoof van de koude grond geworden en gelukkig muzikaal als altijd gebleven. En hij wordt op meer dan schitterende wijze ondersteund door een trio waarin deze keer de onnavolgbare saxofoonsoli van Nard Reijnders een centrale plaats innemen.

fot: chris janssen, 1997 Campert
Van Veen heeft als uitgangspunt voor zijn programma een gedicht van Jan Campert gekozen : "Die trouweloos van aard als ik eens Amsterdam verried, hij vindt geen rust aleer zijn schuld gedelgd is met een lied." Zijn schuld delgt hij onmiddellijk met een prachtig lied over Amsterdam, waarin bovenstaande regels zijn verwerkt. Hij zingt meer uitstekende liedjes, zoals De man die zeIfmoord wilde plegen (van Guus Vleugel), De regels van het gesticht (van Rob Chrispijn), Kraanvogels en Als het net even anders was gegaan (beide van Willem Wilmink) plus het Later (van Simon Carmiggelt) en het al oude Helden dat deze keer als toegift het slotlied was.
Van Veen doet, zoals gezegd, meer dan zingen. Hij vertelt ook moppen. De sterkste daarvan was die van een jood die aan zijn rabbi vroeg of er nog oorlog komt. De rabbi antwoordt dat die niet meer komt, maar dat de strijd voor de vrede zo hevig zal zijn dat er geen steen meer op de andere zal blijven staan. Van Veen maakt voorts muziek. Hij speelt viool, piano, mondharmonica en trommel en weet vittuoos zijn gezicht en een contrabas als trommelinstrument te gebruiken. Hij danst en trekt gekke bekken à la André van Duin en schuwt oorverdovende geluidseffecten niet.

Met de dagelijkse politiek houdt hij zich in zijn programma zelden bezig,al haalt hij een keer uit naar het CDA. Veel vaker toont hij zijn betrokkenheid met zijn moeder, met bejaarden,weggelopen kinderen,in gestichten opgesloten mensen, vernederden en verdrukten of richt hij zich - en dat vind ik tamelijk irritant- tot God Of Jezus Christus. De laatste roept hij op eens naar beneden te komen of ons in ieder geval vrede te geven(Donna Nobis Pacem).
Veel in deze sterke show laat voor wie even doordenkt aan duidelijkheid niets te wensen over. Slechts het slotbeeld van een gekooid mens dat gelukkig is met een viool is voor meer interpretaties vatbaar


Ruud Gortzak



terug naar de index