de Telegraaf
Frank Waals

Herman van Veen (80)
"Huilen is voor iedereen gezond"


Herman van Veen slaat handen ineen met Roxeanne Hazes, Ogene en André van Duin



29 oktober 2025
Vrijdag verschijnt het nieuwe duettenalbum Plus van Herman van Veen. Vijftien bekende zangers en zangeressen, onder wie dochters Babette en Anne van Veen en Roxeanne Hazes, zijn daarop met hem te horen. Tijd voor een goed gesprek met de kleinkunstenaar die in maart tachtig werd en zestig jaar in het vak zit. „Als jochie keek ik op tegen mijn ouders, maar later zie je dat ook zij niet alwetend zijn."


Het duettenalbum Plus van Herman van Veen (80) is een verzameling van nieuwe liedjes en bewerkingen van bestaand materiaal. Met artiesten uit verschillende generaties en achtergronden zingt de creatieve duizendpoot over thema’s als verbinding, pacifisme en kinderrechten. In een van zijn nummer noemt hij ’muziek als verzetje in barre tijden van oorlog’.

„Een gedicht, een liedje, een schilderij kan, denk ik, een vorm van zacht verzet zijn tegen onverschilligheid, angst en oorlog”, vertelt Herman in gesprek met Privé. „Het voedt je zonder te verschroeien. Een zin, muziek, kleur, kan als een vonkje hoop wekken. Letterlijk: geef de oorlogskinderen een naam, zodat ze dichter bij je zijn. Zie het als een komma van aandacht.”

U lijkt in Wiegenliedje een voorstander van het opnemen van vluchtelingen. Hoe staat u tegenover dit, zeker in verkiezingstijd, hete hangijzer?

„Mijn generatie is geboren in een oorlog. Zonder hulp hadden wij het niet gehaald. Ik denk dat ik mede daarom nooit onverschillig kan kijken naar wie vlucht en bescherming zoekt. Hun geschiedenis en verhaal raakt het onze. Niet omdat we hetzelfde meemaakten, maar omdat we weten hoe dun de draad is tussen leven en dood. Ik zie de vluchtelingenproblematiek als een oproep tot solidariteit en menselijkheid. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het essentie is. De dichter Anne Vegter zegt het ongeveer zo: als ik je zou vragen wat je later wil worden, wie van jullie zegt dan vluchteling?”

Gelooft u in een hiernamaals?

„Nee. Ik laat me verrassen. De essentie van een ander nummer, getiteld Waar gaan we heen, is dan ook: hier nu, hier is alles"

. Op het album zingt u meerdere nummers met Roxeanne Hazes, die aangaf dat bijzonder te vinden. Hoe gaat u om met verering? Dankbaar of toch wat ongemakkelijk?

„Verering, bewondering kan inspireren, maar ook verblinden. Als mensen mooi of leuk vinden wat je doet, is dat plezierig. Gaan ze ermee aan de haal, dan wordt het eng. Iets dat je opent, verandert soms in een muur.”

Tegen wie kijkt of keek u op?

„Mijn vader en moeder. Als jochie keek ik letterlijk omhoog. Je ouders zijn groter, weten meer, lijken alles te kunnen. Zie dat opkijken als een vorm van vertrouwen. ’Jullie weten waar het bos is en hoe ik eruit kom. Dus ja, ik ga mee.’ Na verloop van tijd verandert dat natuurlijk. Je ziet dat ze niet alwetend zijn, maar net als iedereen rondlopen met angst, spijt, gevolgen van keuzes, vergissingen. Dan loop je naast elkaar en vallen vaak de woorden: weet je nog?”

Zijn er dingen die u voor lief heeft genomen?

„Ik zou er wat voor over hebben om mijn moeder nog eens te horen vragen: ’Zeg jochie, heb jij je tanden wel gepoetst?’ Of mijn vader: ’Zondag gaan we vissen.’ Of mijn dode vriend Erik wat van Chopin te horen spelen. In gedachten blijf ik met hen praten. Ik denk aan hoe ze dachten, hoe ze lachten. Wat ze zouden zeggen, of niet. Hoe vaak gebeurt het je niet dat je denkt: was mijn vader hier maar bij. Door dat te herkennen, in wonderlijk gesprek te blijven, erkennen we dat ze deel zijn van wie, en hoe, we geworden zijn.”

In Tranen zingt u dat verdriet ’zeven van de tien keer verwatert in geluk’.

„Huilen is gezond. Voor iedereen. Tranen zijn als het zemen van de ramen: je huilt ze bij verdriet, spijt, blijdschap, angst. Zie tranen als een soort ventilatie van het hart.”

Hoe gaat u om met vooroordelen, en welke bestaan er over u?

„Wat we niet kennen, lijkt vaak link. Ervaring, opvoeding, je neemt veel beelden over van familie, media, wat je meemaakte. Veel mensen willen ergens bij horen, dus kiezen ze een kant tegenover ’zij’. Dat herkennen is het begin van het verdwijnen van vooroordelen. Weet ik dit? Of denk ik dit? Kijk ik? Of kijk ik door een sprookjesboek? Empathie en nieuwsgierigheid werken als bruggetjes naar de ander. In mijn geval denken mensen vaak dat ik groter ben. Wel, ik was ooit een meter tachtig. Nu ben ik een meter 77. Maar mijn neus is groter geworden – of mijn gezicht achteruit gegroeid.”

In Evenveel worden exen bezongen die elkaar weer tegenkomen. Welke rol spelen zij in uw leven? „Oude liefdes zie ik als afdrukken van wat je met elkaar was en had. Het zegt iets over wie je werd. Beelden die er soms weer zijn. Soms woont zo’n lief niet meer in je leven en duikt dan op in je liedje. Het geluk in de liefde zit hem volgens mij in de verschillen, zoals bezongen in Als ik zeg. Je leert vooral ook van elkaar door de moeilijkheden. Als het goed is, leidt dat tot meer begrip. Een perfecte liefde is als een sprookje zonder heks. Dat bestaat niet en zou niemand moeten willen. Heb je mazzel, dan leer je elkaar zien. Mijn schepen rigoureus achter me verbranden heb ik weleens gewild, maar dat werkt niet bij mij. Alles wat je was, ben je zelf. Daar kun je niet anders dan mee leren omgaan.”

In En wij zingt u over het kijken naar iets dat ooit natuur was, dat de ogen worden gesloten voor wereldproblemen. Heeft dat te maken met de enorme stroom aan berichtgeving en misinformatie?

„We weten meer dan ooit. We kunnen horen van elke ramp, elk onrecht, elk verdriet, nepnieuws, iedere mening, gevoel of scheet – bijna in real time. Wat we kunnen weten, kunnen we vaak niet dragen. Mijn kop loopt soms over. Dromen tuimelen in overvloed over elkaar. Ik probeer, overigens meestal tevergeefs, een soort innerlijke grenzen en barrières aan te leggen. Daarin ben ik echter een amateur. Wat mij helpt, is wandelen, kletsen bij een glas, zingen, schilderen, schrijven. De wereld past niet in mijn hoofd. Dus ik focus me en houd mij vast aan een moment.”

Als u kon toveren, wat kwam er dan voor elkaar?

„De wensen nu zijn dezelfde als toen ik dat nummer voor het eerst uitbracht. Denk aan een glimlach, het willen verzachten van pijn, stillen van honger en verwarmen van eenzaamheid. Ik zou al die ellendige oorlogen beëindigen en de natuur redden. Als, als, als...”

Hoe kwam de eigentijdse versie van Zo vrolijk met ,André van Duin tot stand?

„André en ik zijn generatiegenoten. We zijn allebei van de revue. Ik zie hem graag, en hij mij.”



In Zing, speel, dans zingt u in het Nederlands, Engels, Frans én Duits.
„We spreken en zingen in andere talen met elkaar over dezelfde gevoelens. De verschillen die er zijn, zitten vooral in de omgeving, de buurt, zee of niet, bergen, polders, stad, woestijn. Geografische verschillen vormen een andere context, maar al die grote-mensen-vragen over liefde, hoop, verdriet, verlies, zijn overal hetzelfde.”



U sluit het album af met een nummer van Joost Klein. Een opvallende keuze.

„Joost volg ik al een tijdje, nadat ik een liedje van hem hoorde waarin ik opdook. Als een vorm van pauze in zijn jachtige bestaan. Ik kom uit een wereld van papier, potlood en vlakgom. Hij uit een wereld van pixels. We hebben veel gemeen, bijvoorbeeld onze liefde voor de kleur blauw.”



Frank Waals