In het Utrechts Nieuwsblad van 9 april 1996 schreef Runa Hellinga

Oudshoorn- De vrouw die met haar twaalfjarige zoon achter ons staat te wachten in de rij voor het hek van het Zuid-Afrikaanse rugbystadion waar Herman van Veen optreedt, maakt zich zorgen. "Weet u in wat voor categorie dit optreden is ingedeeld?", vraagt ze.
foto: chris janssen 1997 De festivalleiding van het nationale Afrikaner kunstfestival in het plaatsje Oudshoorn heeft, ten behoeve van bezorgde ouders, alle artiesten een beoordeling gegeven. Van Veen staat, kunnen we haar geruststellen, te boek als geschikt voor "melkbaarden", toeschouwers van alle leeftijden. Gelukkig, zegt ze, want iemand had haar gezegd dat hij alleen voor "hardebaarden", volwassenen ,is.
Achteraf bezien is de beoordeling van de festivalleiding voor Afrikaner begrippen misschien iets te ruimhartig. De "wereldberoemde cabaretier" en "meester troubadour", zoals de Afrikaner kranten hem vooraf hebben aangekondigd,schuwt het onderwerp sex niet, en dat is in Zuid-Afrika al snel reden om een voorstelling ongeschikt voor kinderen te verklaren. Niet dat het veel uit zou hebben gemaakt. Alom is duidelijk dat bezoekers van het halfvolle stadion nauwelijks kunnen volgen wat hij zegt en zingt.

Reizende journalist
Dat ligt niet alleen aan de taal, maar ook aan de inhoud van de liedjes. In een interview noemt Van Veen zichzelf een "reizende journalist", maar een aanklacht tegen de vermindering van de Nederlandse welvaartsstaat, komt onwezenlijk over in Zuid-Afrika, dat het begrip welvaartstaat niet eens kent. Een liedje over de Duitse aanslagen op Turkse emigranten doet het ook niet echt in een land waar de meeste mensen, ook blanken, nauwelijks weten waar Duitsland en Turkije liggen.
Echt enthousiast wordt het gehoor alleen bij nummers die ze van andere zangers kennen. Maar dat " I did it my way " een persiflage is op Lee Towers, kan natuurlijk niemand in Oudshoorn weten.
Om ons heen wordt lauw geklapt. De kleurlingen famillie achter ons haalt, na een aanvankelijke poging de show te volgen, pakken met lekkers te voorschijn en begint een picnick op het grasveld, met Van Veen als achtergrond muziek. Van Veen heeft voorafgaande aan zijn optredens aangekondigd dat hij een tour door Zuid-Afrika overweegt. Een veelbelovend begin heeft hij in elk geval niet gemaakt.

Hoge drempel
De straten van het anders zo slaperig stadje Oudshoorn worden ingenomen door drommen mensen die voorbij de stalletjes met etenswaren en kleding schuifelen, terwijl scholen, kerken en sporthallen onderdak bieden aan de meest diverse voorstellingen.
Er zijn optredens uit alle geledingen van de Afrikaans-sprekende bevolking: blanke Afrikaners, kleurlingen, een enkele zwarte kunstenaar. Die kleurige samenstellling vind je helaas niet terug bij het publiek. Dat is afkomstig uit heel Zuid-Afrika, maar voor 99% blank. Voor geïteresseerden uit andere bevolkingsgroepen is er een hoge drempel: de toegangsgelden die voor voorstellingen worden gevraagd.
De organisatoren hebben dat probleem geprobeerd te ondervangen door voorafgaande aan de officiële festival optredens te organiseren voor de landarbeiders in de omgeving. Voor de totaal geïsoleerd levende plattelandsbevolking was dat een belevenis. Maar in Oudshoorn zelf zijn Afrikaners toch vooral "onder ons". Behalve Herman van Veen en zanger Stef Bos deden vier Nederlandse en vier Vlaamse dichters en schrijvers Oudshoorn aan. Voor de schrijvers was het niet hun eerste optreden. Zij hadden in de dagen daarvoor al in Pretoria en Kaapstad uit hun werk voorgedragen.
....

terug naar index