In het Utrechts Nieuwsblad van 9 april 1996 schreef Runa Hellinga
Oudshoorn-
De vrouw die met haar twaalfjarige zoon achter ons staat te
wachten in de rij voor het hek van het Zuid-Afrikaanse rugbystadion
waar Herman van Veen optreedt, maakt zich zorgen. "Weet u in wat voor
categorie dit optreden is ingedeeld?", vraagt ze.
De festivalleiding van het nationale Afrikaner kunstfestival in het
plaatsje Oudshoorn heeft, ten behoeve van bezorgde ouders, alle
artiesten een beoordeling gegeven. Van Veen staat, kunnen we haar
geruststellen, te boek als geschikt voor "melkbaarden", toeschouwers
van alle leeftijden. Gelukkig, zegt ze, want iemand had haar gezegd
dat hij alleen voor "hardebaarden", volwassenen ,is.
Achteraf bezien is de beoordeling van de festivalleiding voor Afrikaner
begrippen misschien iets te ruimhartig. De "wereldberoemde cabaretier"
en "meester troubadour", zoals de Afrikaner kranten hem vooraf hebben
aangekondigd,schuwt het onderwerp sex niet, en dat is in Zuid-Afrika
al snel reden om een voorstelling ongeschikt voor kinderen te verklaren.
Niet dat het veel uit zou hebben gemaakt. Alom is duidelijk dat
bezoekers van het halfvolle stadion nauwelijks kunnen volgen wat hij
zegt en zingt.
Reizende journalist
Dat ligt niet alleen aan de taal, maar ook aan de inhoud van de liedjes.
In een interview noemt Van Veen zichzelf een "reizende journalist", maar
een aanklacht tegen de vermindering van de Nederlandse welvaartsstaat,
komt onwezenlijk over in Zuid-Afrika, dat het begrip welvaartstaat niet
eens kent. Een liedje over de Duitse aanslagen op Turkse emigranten doet
het ook niet echt in een land waar de meeste mensen, ook blanken,
nauwelijks weten waar Duitsland en Turkije liggen.
Echt enthousiast wordt het gehoor alleen bij nummers die ze van andere
zangers kennen. Maar dat " I did it my way " een persiflage is op Lee
Towers, kan natuurlijk niemand in Oudshoorn weten.
Om ons heen wordt
lauw geklapt. De kleurlingen famillie achter ons haalt, na een
aanvankelijke poging de show te volgen, pakken met lekkers te
voorschijn en begint een picnick op het grasveld, met Van Veen
als achtergrond muziek. Van Veen heeft voorafgaande aan zijn
optredens aangekondigd dat hij een tour door Zuid-Afrika overweegt.
Een veelbelovend begin heeft hij in elk geval niet gemaakt.
Hoge drempel
De straten van het anders zo slaperig stadje Oudshoorn worden ingenomen
door drommen mensen die voorbij de stalletjes met etenswaren en kleding
schuifelen, terwijl scholen, kerken en sporthallen onderdak bieden aan
de meest diverse voorstellingen.
Er zijn optredens uit alle geledingen van de Afrikaans-sprekende
bevolking: blanke Afrikaners, kleurlingen, een enkele zwarte
kunstenaar. Die kleurige samenstellling vind je helaas niet terug
bij het publiek. Dat is afkomstig uit heel Zuid-Afrika, maar voor
99% blank. Voor geïteresseerden uit andere bevolkingsgroepen
is er een hoge drempel: de toegangsgelden die voor voorstellingen
worden gevraagd.
De organisatoren hebben dat probleem geprobeerd te ondervangen door
voorafgaande aan de officiële festival optredens te organiseren
voor de landarbeiders in de omgeving. Voor de totaal geïsoleerd
levende plattelandsbevolking was dat een belevenis. Maar in Oudshoorn
zelf zijn Afrikaners toch vooral "onder ons".
Behalve Herman van Veen en zanger Stef Bos deden vier Nederlandse en
vier Vlaamse dichters en schrijvers Oudshoorn aan. Voor de schrijvers
was het niet hun eerste optreden. Zij hadden in de dagen daarvoor al
in Pretoria en Kaapstad uit hun werk voorgedragen.
....
terug naar index