?? schreef 6 mei 19971 in Het Parool
HERMAN VAN VEEN - NIEUWE STIJL: STERK
Carré‚ is groot, Herman van Veen gaat dat worden en hoort er nu al
duidelijk thuis op de brede planken. Dat bleek gisteravond toen hij
daar de bevrijdingsdag vierde met de Amsterdamse première van
zijn One Man Show nieuwe stijl, waarin hij er vooral op uit is de
geijkte conventies van dit genre op te rollen en weg te kaarten. Het
enige wat tegen viel was, misschien mede door de concurrentie van
feestneuzen en toeters in de binnenstad, de opkomst van het publiek,
maar dat mocht de originele pret niet drukken.
One Man Shows beginnen per traditie met een patsboem-effect opdat
de ster het hooggeëerd publiek meteen op schoot kan nemen.
Van Veen doet dat anders, zoals trouwens de hele rest. Nadat hij
zijn organist Erik van der Wurff uit de nok van het toneel had laten
zakken en vijfmans-orkest de basis had gelegd voor wat een
voortreffelijke begeleiding zou blijken, kwam
hij min of meer toevallig
binnen, begon met een rondedansje met pianist Laurens van Rooyen
en vergastte zijn publiek op een lichte microfoonstoring die
gefingeerd bleek, maar waardoor hij rustig zijn eerste goede liedje
zong. De hele avond door bleef hij zijn publiek pittig en goedmoedig
jennen. Het pauze-doek dat mensen naar de koffie dreef ging een
minuut later weer open en voor er afgebeld was stond Van Veen
alweer zigeunerviool te spelen. Aan het slot zei hij een paar keer dat
het afgelopen was, omdat hij ruimschoots aan zijn verplichtingen
voldaan had - wat niemand kon ontkennen - maar ging nog een
paar keer door, zodat het publiek, toen het echt zo ver was, onzeker
aan zijn stoel bleef kleven. Een fraai programmablad zonder een let-
ter informatie over wat er komen zou, was de eerste zet in dit spel
met de toeschouwer dat extra zout in dit programma strooit.
Dat het bij Herman van V een niet irriteert maar goed past komt
doordat het aansluit bij de volstrekt nieuwe toon van zijn optreden.
Zijn kracht is dat hij zijn veelzijdig talent schijnbaar zorgeloos
uitspeelt en van de ene kleine vondst naar de andere laat freewheelen,
maar achter die soms bijna slordig schijnende uitbundigheid de
puntjes heel precies op de i's zet. Zijn vakmanschap is groot, juist
doordat hij het niet merkbaar polijst. Hoe goed hij alles afweegt
blijkt ook uit zijn liedjes, waarvan de teksten zonder rooskleurigheid,
gevat zijn in een gemakkelijk aansprekende melodie waardoor
zij veel sfeer krijgen, maar die wordt door zij n vertolking weer
gekoeld. Mimisch is hij erg sterk en dat leidt tot modern clownswerk
waarvan zijn pianosolo het mooiste voorbeeld in dit programma is.
Ook zijn bokspersiflage was aardig, maar is een van die weinige
nummers die te lang duren.
Vooral met zijn liedjes kan Van Veen een breed publiek boeien.
"Rozegeur" is misschien het beste voorbeeld, maar een uit vele
waarmee hij volledig overtuigt. Hij wekt de indruk dat hij zijn
programma vooral op de jeugd heeft afgestemd, maar doet dat erg slim
waardoor hij ook met de ouderen contact weet te houden. Vooral
door zijn persoonlijkheid die (voor een 26-jarige) zo opmerkelijk is
dat hij in dit programma geen moment verslapt. Zijn grillige humor
en onverdachte mentaliteit zijn de sterkste troeven maar wat vooral
frappeert is de onbevangen nonchalance waar hij die nu al weet uit
te spelen.
terug naar de index