FRIESCH DAGBLAD
EJ

"Mijn buitenkant is sport. Mijn binnenkant is de viool. "

30 nov 2002

Clarence Seedorf is een muzikant, de gang naar het stadion bezorgt hem een ontroerend gevoel van nostalgie en omdat Fryslän vlak is "en het er altijd waait, is Heereveen een club van pre zuiverheid. Clown, zanger en muzikant Herman van Veen: "Mijn buitenkant is sport. Mijn binnenkant is de viool. "


Het moet in de tweede helft van de jaren zestig geweest zijn toen Herman van Veen - in een partijtje voetbal ter gelegenheid van het nieuwe theater in Lelystad - zij aan zij stond met één van zijn jeugdidolen:
Abe Lenstra. Van Veen herinnert zich het optreden van de Fries als de dag van gisteren.

"Zo oud als Abe toen al was, zo indrukwekkend was zijn spel. Abe kon een bal aannemen zonder dat je het gevoel had dat de bal bewoog. Dat wist ik voordien al, maar ik had het nog nooit live ueegemaakt. Ik had er nog nooit naast gestaan. De kracht van de echt grote voetballers is dat ze bij de aanname niet naar de bal kijken, maar naar de man waar die bal naar toe moet. wekkend was zijn spel. Abe kon een bal aannemen zonder dat je het gevoel had dat de bal bewoog. Dat wist ik voordien al, maar ik had het nog nooit live ueegemaakt. Ik had er nog nooit naast gestaan. De kracht van de echt grote voetballers is dat ze bij de aanname niet naar de bal kijken, maar naar de man waar die bal naar toe moet.
Je ziet het nu aan Rafael van der Vaart. Zoals hij die tweede goal er thuis tegen Willem II inschoot. Een 'Cruijff' goal. Hij lijkt naast te gaan, maar dan die knik. En dan zeggen ze, zoals dat zo mooi heet, dat Van der Vaart ook nog met zijn 'zwakke' rechterbeen schoot. Hallo zeg, geef mij ook zo'n been? Grote voetballers kunnen in een fractie van een seconde van een onmogelijkheid een mogelijkheid maken. Ze kunnen een intuïtieve inschatting maken van de plek van de medespelers, de tegenstanders en de betekenis daarvan, ofwel wat zij gaan doen. Daardoor zijn ze in staat zes, zeven man in een fractie van een seconde op het verkeerde been te zetten.

Er zijn heel weinig echt grote voetballers. Zinedine Zidane is op dit moment de grootste. Hij kan van standbeen veranderen zonder dat je het in de gaten hebt. Dan denk je: hè? waar zijn die benen? Rafael van der Vaart schaar ik er ook onder. En Cruijff, Pele en Ronaldo. Figo bijvoorbeeld niet. De acties van Figo zijn altijd voorspelbaar. Figo is een typische buitenspeler. John McEnroe was een toptennisser. In deze tijd zijn het misschien meisjesballen, maar in zijn tijd zag je hem ballen slaan op plaatsen waarvan je dacht: hè? ligt daar ook nog een stuk tennisveld? McEnroe was een meester in het proberen om de bal net niet buiten te slaan.

Biljarters hebben ook zo'n belachelijk mooi inzicht, vooral driebanders. Ze weten exact, want wetenschappelijk onderzocht, wat de ballen gaan doen in relatie met de temperatuur van het biljart. Ik heb thuis twee border collies, Schotse herdershonden, gehad. Die renden als gekken om het biljart. Ze wilden die drie ballen in de hoek drijven. Een biljarter is een border collie." Van Veen heeft drie levens.
In volgorde van belangrijkheid: 1. muziek, 2. tuin, 3. sport. ,,Ik ben met sport opgegroeid, het heeft me de eerste 23 jaar van mijn bestaan .gevormd. Ik ben nu 57 jaar, dat is dus bijna de helft van mijn leven geweest. De zondag werd bij ons vroeger met voetbal gevierd. Met de wedstrijd eindigde de ene week en begon de andere. Voetbal was ongemeen belangrijk. Dat is het voor veel mensen nu nog. Ik krijg nog altijd een ontroerend gevoel van nostalgie over me heen als ik naar een stadion loop. Nadeel is dat mensen weten wie ik ben, dat maakt het er niet altijd leuker op. Vroeger liep je met vijftig, zestig mensen uit je buurt naar het stadion. Daar verzamelde je je bij een stroom van soortgenoten.

Mijn buitenkant was sport. Voetbal en de Tour de France. Voetballen deden we altijd; voor, tijdens en na schooltijd. Altijd op straat. Ik was een technische voetballer. Ik was zo'n voetballer die je zes keer moest passeren wilde je hem kwijt zijn. Ik kon veel in de kleine ruimte en alles met een bal. Ik legde hem in mijn nek, op mijn hoofd, op mijn kont, op mijn knie, op mijn voet. Maar ik kon geen lange bal geven, geen goal maken. Ik was van het korte werk., Een typische rechter middenvelder. Ik was een teamman, een communicator.
Ik bracht informatie van achter naar voren en andersom. Ik was een brugwachter, het type Johan Neeskens. Ik was een zeer bruikbare voetballer. Mijn binnenkant was de viool, muziek, zingen. Daar was ik heel gesloten over. De buitenwereld was er gevoelig voor. Ze zouden denken dat ik homofiel was. Een viool was natuurlijk een verdacht instrument. Muziek was een grotere passie dan sport. Ik droomde ervan om clown te worden. Sport is een overlevingsmechanisme."

"Ik ben geen trainer, maar wel een kenner. Als Clarence Seedorf op de bank zit, kan ik aan zijn mimiek zien of hij wel of geen goede invalbeurt gaat maken. Kijken naar mensen is mijn vak. Hoe grilliger het paard, hoe groter het talent. Zo is het ook met grote voetballers. Grote voetballers hebben een andere, ik wil niet zeggen een betere, maar een andere gevoeligheid dan minder grote voetballers. Grote voetballers zijn gevoelig voor de stand van de zon, de hoogte van het gras, en noem maar op. In mijn ogen hebben de meeste trainers geen respect voor de gevoeligheid van het grote talent. Iemand als Seedorf gaat aan dat gebrek aan respect ten onder. Seedorf is een muzikant.

Trek de vergelijking naar de dierenwereld. Honden houden er net als top- voetballers niet van om recht in de ogen te worden gekeken. Dan wordt het beest in verlegenheid gebracht. Hij denkt dat hij tot respect gedwongen moet worden en slaat zijn ogen neer.

Een paard eet ook nooit uit je hand als je een hand naar hem uitsteekt. Als je je hand bij je lichaam houdt, komt hij wél. Dieren willen net als topvoetballen respect. 22 voetballers leven in 22 verschillende werelden. Alleen de grote trainers slagen erin al die verschillende werelden te mobiliseren. Foppe de Haan is zo'n iemand. Die man straalt alleen maar respect uit en is daarom in staat verschillen te overbruggen. Dat Heerenveen dit seizoen niet lekker draait heeft dus met die verschillen te maken. Het elftal kent in vergelijking met het vorig seizoen veel mutaties, waardoor er een groot verschil in de onderlinge verschillen is ontstaan. Als er tijd is om die verschillen op te lossen, dan gaat deze club echt Europa in.

Voor Voetbal Totaal, het lijfblad van de ruim één miljoen leden van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB), verzorgt Herman van Veen acht maal per jaar een column, waarin hij vaak teruggrijpt naar zijn jeugdjaren in Utrecht. Bovendien is Van Veen de geestelijke vader van de stripfiguur Jan Kaman, die eveneens in Voetbal Totaal is opgenomen. Jan Kaman is de zoon van een Turkse vader en een Nederlandse moeder (Kaman is een plaatsje net onder de rook van deTurkse stad Ankara) en hij voert een constant gevecht tegen discriminatie en racisme. Het karakter van de stripfiguur Jan Kaman - getekend door Wout Paulussen - is niet toevallig gekozen. Van Veen is net als de stripfiguur in een constant gevecht gewikkeld met het onrecht op de wereld.
Met vrienden richtte Van Veen in 1997 de Herman van Veen Foundation op. Deze stichting ontwikkelt een aantal initiatieven om de Rechten van het Kind handen en voeten te geven door middel van kleinschalige projecten in ontwikkelingslanden en in Nederland.

"Als ontwikkelingshulp afhankelijk maakt is het geen hulp", zegt Van Veen. "Dan is het een omgekeerde vorm van kolonisatie. Het is onze taak om onze kinderen van dat spoor te halen. In de wereld is alles voorradig, er is alleen een verschrikkelijk misverstand in het verdelen. In onze wereld gaat de economie ten koste van alles; van de natuur, eco én de kinderen. De economie is er voor de rijken en dat is tragisch.

De prijs wordt betaald door de mensen wier naam we niet kennen. Als er geen tijd is, dan wordt het een ander verhaal."
Begaafdheid is het talent van de hersenen voor een bepaalde situatie. Wij allen verschillen in begaafdheid, dus ook voetballers. Kun je dat verschil respecteren, dan creëer je een elftal, dan wordt het een complementair geheel. Het Real Madrid en Ajax van vroeger waren zo goed bij de gratie van het overbruggen van verschillen in begaafdheid. Louis van Gaal vroeg bij oranje teveel hetzelfde van verschillende spelers. Daarom ging het ook mis.

Op het EK 2000 verloor het Nederlands elftal door overgeconcentreerdheid. De druk was zo groot, dat het op de spelers een comatisch effect had. Dan ben je dus de realiteit kwijt. De schoonheid in het spel van de technicus is mooi, maar voetbal blijft een simpel verhaal: die voet moet door de bal heen.
We verloren na strafschoppen van Italië. Later sprak ik daar met Frank Rijkaard, toen bondscoach, over. Hij zegt: 'die druk kun je niet oefenen. Je legt die bal neer, je ziet die keeper en je voelt de druk van 40.000 mensen die willen dat je die penalty erin schiet. Dan moet je sterk in die schoenen staan'.

Ik zeg: die kilometers druk kun je maken. Hadden wij in de aanloop naar het EK teveel geoefend? Sorry hoor, maar het was te weinig. Met meer wedstrijden hadden we de druk op kunnen voeren. Het is ook een ramp geweest dat we er op het WK niet bij waren. Daardoor missen we de kilometers druk die we in Portugal in 2004 nodig hebben. We worden dus ook geen Europees kampioen. In Carré speel je de eerste keer ook nooit goed. Op dat podium moet je ook kilometers maken.
Of ik als kenner, ziener, een rol zou kunnen spelen bij een voetbalclub? Natuurlijk, maar ik ben er nooit om gevraagd. En mezelf aanbieden doe ik ook niet. Bovendien ben ik een einzelganger, anders. Maar dat Heerenveen Wim Suurbier aangetrokken heeft als adviseur getuigt van een groot respect richting de spelersgroep. Suurbier lijkt een oppervlakkige optimist, terwijl hij dat niet is. Als voetballer ging meneer voor niemand opzij. Je moest door hem heen en dan was je nog niet van hem af. Daar heb je respect voor. Voor Heerenveen is hij als adviseur van groot belang."

Waar hij ter wereld ook was en hoe druk hij het ook had, tussen de voorstellingen door zocht hij naar voetbal. "Jan Wouters is een goede vriend van me geworden. Net na de val van de Muur (9 november 1989, EJ) belde hij me op. Hij wist dat ik in Dresden speelde en Bayern München moest dat weekeinde naar Dynamo Dresden toe. Het was voor Dresden na de herindeling de eerste keer dat ze het grote Bayern München mocht ontvangen. Jan zei: 'je moet komen kijken'.

Ik zal die dag nooit vergeten. In Duitsland ben ik een beroemde meneer, dus ik mocht het veld op. Uit 30.000 kelen klonk het 'Hermaaan, Hermaaan, Hermaaan'. Ik had in de DDR een goede naam opgebouwd. Als Hollandse sociaal democraat was ik in Oost-Duitsland minder verdacht dan een West-Duitser. En die Hollander zong nog in het Duits ook. Kon niet mooier. Ik kwam als een humanist binnen en daar heb ik op een geweldige manier misbruik van gemaakt door te zingen en te praten over wat ik vond dat er mis wat in dat systeem." ,,Ik houd van de integriteit van de emotie. Veel mensen die van afstand naar het voetbal kijken hebben te weinig begrip voor de beleving van het publiek rond de velden. Die mensen kijken alleen naar de excessen. Maar ik zeg je: de echte Feyenoord-supporters zijn fantastische gasten. Die ene gek doet niet alleen gekke dingen in het stadion, maar ook op het werk en in de discotheek.

Heerenveen heeft een voorbeeldpubliek. Het is Kick Wilstra-publiek. Niet knokken, niet vechten. Mooie club. De idylle en nu de confrontatie met de harde werkelijkheid. Heerlijk. Ze moeten er natuurlijk wel inblijven, anders is Nederland niet compleet. Net zoals Co Adriaanse daarbij hoort. Gelukkig is hij terug bij AZ. Co hoort bij het klimaat. Co is een vedette, die moet je koesteren.
Heerenveen is een zuivere club en dan overdrijf ik niet. Ik speelde eens in Oostburg, een dorp op Zeeuws Vlaanderen. Daar is niet of nauwelijks criminaliteit. Het Friese land is ook van die andere zuiverheid. En de voetbalclub Heerenveen is het resultaat van die andere zuiverheid. Waar het vlak is en het waait kan het minder beklijven dan bijvoorbeeld in Limburg. Het is van aard anders. Niet beter, maar wel anders. In München is men niet voor niets zo conservatief. De wind blijft daar in het dal hangen. De mensen die daar wonen zien veertig keer achter elkaar dezelfde gedachten langs vliegen.

Als kind van een Drents/Noord Overijssels vader ken ik de verhalen die de weidse meren mij vertellen. Nergens anders ter wereld dan in Friesland zullen ze een Elfstedentocht kunnen houden. Die alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee is een zwak aftreksel van de echte. Bij de gratie van het land en de natuur is geografisch bepaald dat Friesland de plaats is voor een Elfstedentocht. Dat is de werkelijkheid, wij mensen moeten ons daar aan aanpassen.
Wij zijn gasten op deze wereld. De wind blijft."