het Parool
Hans Vogel

KOOPZIEK

STERKE INDIVIDUEN MET 1 ZWAK

28 feb 1990

"Als ik een moment vrij heb - en dat gebeurt bijna nooit in Amsterdam, maar wel in het buitenland - dan betrap ik me erop, dat ik heel snel de straat op ga, op zoek naar een trui. Vooral Italiaanse truien zijn prachtig! Een trui geeft mij het gevoel van comfortabel. Me lekker voelen! Vooral ook, omdat ik in m'n werk bijna altijd een kostuum draag. Ik werk nu toevallig voornamelijk met klassieke musici, maar pakken heb altijd gedragen. Sommige collega's voelen zich een deel van de artiest en dat zie je dan aan hun kleding. Ik vind: mijn functie is een neutrale. Ik moet wel van tijd tot tijd voor een mening uitkomen, maar de impresario is een intermediair die de opdrachtgever of de artiest laat stralen. Zelf niet moet opvallen. Toen ik lang geleden Herman van Veen in Duitsland lanceerde, droeg echt niemand van zijn medewerkers een jasje, maar ik wel. Ik was toen De man in het pak.




Wanneer ik thuis achter m'n bureau zit, geeft een trui mij een gemakkelijk gevoel. Ik heb een voorliefde voor blauw. Ik moet oppassen met mijn kale kop, dat ik geen lichte kleuren neem. Het liefst draag ik wol. En, altijd een ronde hals. Met een overhemd eronder. Behalve in de zomer: katoenen trui met T-shirt. Vroeger, als kind, werd het merendeel door m'n moeder gebreid. Mensen weten dat ik een truienfanaat ben. M'n schoonzusje maakt er zeker twee keer per jaar een voor me. En als ik er een verslijt die me heel erg bevalt, zet zij er elleboogstukken op.

Die ik nu aan heb is van Cristina Deutekom. Toen zij ophield met zingen, heeft ze mij voor alle rompslomp die het contracten en der gelijke een trui gegeven. Ze stond erop me voor al dat werk apart te betalen, maar dat wilde ik niet. Ik heb haar een rekening gestuurd, waarop ik had geschreven: Eén zelfgebreide trui. Toen heeft ze er een voor me gekocht én een zelf gemaakt.

Ik koop er een stuk of acht per jaar. Ik raak wel eens uitgekeken op truien, maar ik heb nichtjes en neefjes genoeg die graag afdankertjes aanvaarden. Helemaal als ze voor hen oversized zijn. Per jaar gaan daar wel een paar ladingen heen. Ik heb er jaren geleden een gekregen van een vriendin, die heb ik afgedragen tot en met. Maar dié doe ik niet weg. Omdat de geefster me zeer dierbaar is, blijf ik 'm koesteren.

Een heleboel vrienden zal het waarschijnlijk ontgaan, dat ik een truienfanaat ben, omdat er heel veel erg op elkaar lijken. Ik kan je zo vijf, zes donkerblauwe laten zien, waar op een afstand van twee meter ogenschijnlijk geen verschil in zit. Ik ben pas thuisgekomen met een trui die me opeens zwaar tegenviel.
Een uur eerder in de winkel was ik er nog verrukt van... Ik ben 'm toch gaan dragen en ik krijg er complimenten voor... Terwijl ik over truien waarvan ik verwacht, dat er wat van gezegd wordt, geen opmerkingen krijg. Helemaal snappen doe ik dat toch niet. Van die ene blijf ik overigens vinden, dat ie me niet staat.

Als ik het wel eens helemaal niet zie zitten, omdat het me te veel wordt en er een te grote druk is, dan moet ik er even uit stappen. Dat kan overigens ook gebeuren uit recalcitrantie. Dan reageer ik me af, door de stad in te gaan. En al is dat niet mijn vaste voornemen, ik kom terug met een trui. Meestal uit een winkel waar ik praktisch nooit kom, zoals Hij of Peek & Cloppenburg.
Regelmatig kom ik bij de Mc Gregor Shop in de P.C. Hooftstraat. Daar slaag ik altijd. M'n duurste trui heb ik gekregen van de zangeres Hilda Harris. Bijna vijfhonderd gulden. Komt ook uit de PC trouwens. Zelf heb ik er eens een van ƒ 385 gekocht. Dat is mijn record. Achthonderd gulden of meer zou ik er niet voor overhebben. Dan neem ik er liever twee van vierhonderd."



HANS VOGEL

Pieter Alferink (51) is internationaal manager van klassieke zangers/dirigenten. Zijn bureau bestaat bijna twintig jaar. Op 14 maart presenteert hij José Carreras in het Concertgebouw. Alferink bereidt een recital voor van Nelly Miriciotu en is na de Schwarzkopf-meestercursussen bezig met operadiva-in-ruste Renata Tebaldi.