GOUDSCHE COURANT
MART1NE VAN ECK

Ontroering en onzin uit een kinderhart

16 sep 2000

Herman van Veen houdt een kale paraplu zonder bekleding boven zijn hoofd. Als het toneel donker wordt, geeft de paraplu licht. Een violiste begint te spelen. De paraplu, zorgvuldig door Van Veen boven haar hoofd gehouden, beschermt haar.


Het laatste theaterprogramma van Herman van Veen bestaat uit over elkaar heen vallende liedjes, teksten, polonaise, klezmer-muziek, konijnen uit hoge hoeden en stilte. In de sfeer die Herman van Veen in zijn theaterprogramma weet te scheppen, komen alle woorden harder aan. Een liefdeslied ontroert, een verhaal over een vervolgde clown maakt de zaal zo stil dat het lijkt alsof hij leeg is.

In dat voortdurend van de hak op de tak springen zit hem de kracht.
Moeiteloos schakelt hij over van een brief aan een tafel ('Beste tafel!') op een gebed, waarin hij zonder schroom eerbiedig is. "Dit is een verhaal uit de tijd dat de Chinezen nog geel waren". Het is het begin van een van de mooie kolderverhalen uit het programma, zoals daar zijn: met vader naar het badhuis, ome Frans wint de toto en de clown die vervolgd werd omdat hij sproeten had. Wie sproeten had, werd gevierendeeld door koning Albino de Eerste. Of vergast. De clown blijkt een jood.

Jammer alleen dat de verhalen maar zo kort duren in dit programma. Sinds het avondvullende verhaal over Alfred J. Kwak, dat hij vijfentwintig jaar geleden voor kinderen maakte', is Van Veen misschien wel de beste verteller van Nederland. Iets is nooit wat het lijkt bij Van Veen. Hij hanteert de logica die kinderen hebben. De werkelijkheid is betoverd, en dromen zijn geen bedrog.

Zijn liedjes zijn zeker ook mooi, maar die verzinsels van hem: je kunt er zo lekker in verdwalen.



MART1NE VAN ECK