PRIVÉ

Nieuwe strop voor HERMAN VAN VEEN



8 oktober 1983
. Cabaretier HERMAN VAN VEEN maakt van de nood een deugd! Laatste voorstellingen in Carré staat er met grote letters op de reclameborden die de veelzijdige kunstenaar door heel Amsterdam liet ophangen.


De wervende kracht die van deze kreet uitgaat blijkt echter maar gering. Wie de 'laatste kans' grijpt treft een bijna uitgestorven Carré aan en het is dan ook geen wonder dat de cabaretier zijn geluk steeds meer in het buitenland wil gaan beproeven. Herman van Veen, enkele jaren geleden nog goed voor zeven weken een uitverkocht huis, weet in l983 nog slechts 450 toeschouwers naar Carré te lokken;
een publiek dat in het immense theater aan de Amstel nauwelijks is terug te vinden.

Dat het snel bergafwaarts gaat met Hermans carrière bleek eerder al in Den Haag, waar — reclame-vliegtuigjes boven de stad ten spijt — nog maar nauwelijks belangstelling voor zijn one-man-show bleek te bestaan.

Voor iedere artiest is een dergelijke ervaring een klap in het gezicht maar voor Van Veen, die met zijn riskante Broadway-avontuur een vermogen verspeelde, komt de klap extra hard aan. De première in de Hofstad vond, toen er zo weinig kaarten werden verkocht, dan ook niet plaats in de grote zaal van het Congresgebouw met 2000 stoelen, maar in het bijzaaltje waar plaats is voor slechts 500 mensen, die er overigens niet zaten.
Is Herman van Veen nu, na zoveel jaren dan toch dóór de mand gevallen? Hebben zij 'kritiekloze volgelingen eindelijk door dat een groot deel van zijn teksten niet meer is dan een pakketje schroot met een dun laagje chroom, om HET GOEDE DOEL maar eens te citeren? Wellicht geldt dat voor de wegblijvers, de mensen die zijn komen opdagen hebben dat nog steeds niet in de gaten en blijven enthousiast totdat het doek valt. De aanwezigen, voornamelijk van het type sociaal werker m/v, wier sociale bewogenheid overigens zover gaat dat zij de bierflesjes door de theatertempel laten rollen, hun benen — plaats genoeg — over de leuning van de stoel voor hen leggen en het niet-roken verbod aan hun laars lappen, zitten — met hun Cultureel Jongeren Paspoort — voor één tientje letterlijk op de eerste rij.

Er wordt geklapt voor het strooien van confetti, er volgt een ovationeel applaus als Van Veen een zelf gedrukte krant met de kop De bom valt nooit verscheurt en het publiek gaat zelfs staan als hij door de zaal terugloopt naar zijn kleedkamer, zoals de AVRO, die de show op het scherm brengt, wel zal laten zien.

Maar afgezien van de lage bezoekersaantallen en de, door hoge reducties voor jongeren, lage recettes, zal Herman van Veen — naar zijn zeggen — toch zeker twee of drie jaar niet meer in dit theater optreden. 'Ik wil naar het buitenland,' zegt hij. 'Weer twee weken New York, naar Parijs, om te kijken hoe de mensen daar reageren en dan veel leren...' 'Heel gek,' vervolgt hij, 'ik heb momenteel niet het gevoel dat ik vroeger had, als ik na zeven weken Carré in de kleedkamer mijn koffers pakte. Tot zo, Carré!, dacht ik dan. Dat is nu anders,' aldus Herman.