Goudsche Courant Rita Heiden |
Nieuwe Herman van Veen
hard en overdonderend
|
5 april 1978 |
Zeer beweeglijk en minstens
even zo nerveus als vol vuur, gaf Herman van Veen vorige week dinsdag in
het Luxortheater zijn eerste voorstelling in Rotterdam van zijn nieuwste
show. Inderdaad, nieuw, omdat er in
het programma nauwelijks dingen terug te vinden zijn uit vorige. In een
donker en driehoekig decor, waarin hij
als het ware een eigen „speelveldje"
krijgt toebedeeld, werpt Van Veen
keer op keer op zijn eigen suggestieve
wijze tot nadenken dwingende gedichten en liedjes in de zaal. Minstens
even belangrijk zijn de verschillende
niet-begrepen mensen die hij ten tonele voert. Vooral de rol van het meisje dat haar ouders best knikkers wil voeren als ze daar dood van gaan, (ze wil namelijk graag bij haar oma wonen), kwam levensecht over. Ook de rol van seniele oude man, die ontroerend aan zïjn fictieve kleinzoon vertelt dat hij het is die het gras heeft, groen geverfd en de wolken blauw en grijs, en die van hond aan de halsband vertolkt hij op dezelfde overtuigende manier. Vrolijker momenten komen in het programma, speciaal in het gedeelte vóór de pauze, eveneens veelvuldig voor. Een voorbeeld daarvan is de sketch "Ouders" waarin velen zichzelf, de buren of anderen zullen hebben herkend. In deze sketch vertelt een moeder hoe ver haar kinderen het toch wel geschopt hebben, en hoe "ontzettend fijn" ze het hebben. Een ander voorbeeld, dat echter niet alleen een fikse lach veroorzaakt maar ook verbazing voor Van Veen's bongokwaliteiten, is het deels verteld en deels gezongen verhaal van de paters, die het oerwoud intrekken met potten witte verf om daar de negers blank te maken. Van Veen hanteert daarbij de bongo's terwijl zijn begeleiders hun best doen een redelijk geluid uit wat olievaten te krijgen. Onder die begeleiders bevinden zich gitaarvirtuoos Harry Sacksioni, ook geen onbekende meer, en toetseninstrumentalist Erik van der Wurff, o.a. maker van de elpee „Heimwee naar de herfst". De soli van Sacksioni kwamen goed uit de verf, iets dat niet altijd gezegd kon worden van het muzikale werk van de vijf orkestleden te zamen In tegenstelling tot het gedeelte vóór de pauze is het gedeelte daarna verwarrender, misschien wat rommelig, en erg hard, speciaal het geweld op het voetbalveld dat met overdonderende geluids- en lichteffecten door Van Veen wordt uitgebeeld, is bijna angstaanjagend. Agressie, machtswellust en onbegrip voeren in het laatste gedeelte de boventoon. Herman van Veen is met deze Harlekijn-produktie meer dan een maand in Rotterdam te zien en te beluisteren. Mensen, die zowel niet vies zijn van zowel een schok als een lach, zullen zich bij Van Veen ongetwijfeld op een aparte manier amuseren. RITA HEIDEN |