de Morgen
Bart Steenhaut

De magie van een lach en een traan

Schitterende Herman van Veen in La Luna

feb 1995

Brussel - Monumenten. In Duitsland wil men ze de laatste tijd wel eens met swastika's bekladden, maar ook dan blijven ze ongenaakbaar overeind. Herman van Veen. ook een soort monument, kreeg toen hij onlangs bij onze oosterburen op toemee was dus met een gezonde regelmaat doodsbedreigingen van extreem rechts in de bus. Maandagavond bewees hij in Brussel niettemin vitaler dan ooit door het leven te gaan.


De negenenveertigjarige Utrechter staat inmiddels bijna drie decennia op de planken en bracht in die periode meer dan zestig langspelers uit, waarvan de onlangs verschenen Voor wie anders de recentste is. In dit indrukwekkend oeuvre tilde hij het Nederlandstalige chanson naar een zo hoog niveau dat hij er vandaag de dag als de geestelijke vader van wordt aangezien. Men kan zich afvragen waar Frank Boeijen, Stef Bos of Bram Vermeulen zouden hebben gestaan als Van Veen er niet geweest was om ze de weg te wijzen.

Ook over de taalgrens is hij een graag geziene gast, getuige de drukbezochte optredens die hij gaf in alle uithoeken van onze wereldbol. Behalve als liedjeszanger bekwaamde Van Veen zich eveneens als clown en acteur en verwierf hij bekendheid als de geestelijke vader van Alfred Jodocus Kwak, het eendje dat allerlei avonturen beleeft waaruit steeds weer een levenswijsheid te destilleren valt. Met al die verschillende activiteiten beoogt hij één doel: zijn diepmenselijke boodschap overbrengen op de grote massa. Zijn aanpak daarbij is die van een lach en een traan, een methode die in de afgelopen eeuwen haar doeltreffendheid al uitvoerig heeft bewezen. Wat Herman van Veen maandagavond in het hoofdstedelijke La Luna Theater gaf was geen concert in de traditionele betekenis van het woord. Noch herkenden we het als pure stand-up comedy of cabaret, en al evenmin kon men zijn optreden als een theatervoorstelling bestempelen. Het was een eigenzinnige symbiose van dit alles, waarbij hij met de naïviteit van een kind de toeschouwer rondgidste in zijn sprookjesachtige droomwereld.


Teddybeer


Wat niet wil zeggen dat niet, ondanks de feeërieke belichting, de harde realiteit met een akelige regelmaat om de hoek kwam gluren. Het opkomend fascisme bleek een thema dat als een zwarte boemerang door de show slingerde, en Van Veen viel ook vaak terug op de oorlog en het menselijk leed dat die met zich meebrengt. Het was daarom een slimme zet om het geheel frequent te verluchten met sublieme bindteksten en gevatte one-liners. Van Veen trad maandag voor het eerst in vier jaar nog eens in het Nederlands op, en leek vastbesloten om zich extra in te zetten om er iets speciaals van te maken.

De felheid waarmee deze artiest na al die jaren nog op het podium staat is ronduit lovenswaardig. Hij zet begrippen als ruimte, tijd en beweging helemaal naar zijn hand, en wanneer hij in het melancholische 'Kusje' in de huid kruipt van een jongetje wiens moeder is overleden, doet hij dat zo overtuigend dat je het geloofwaardig gaat vinden dat er vooraan in de zaal een grijze vijftiger over zijn teddybeer staat te zingen.

Het ene moment ontlokt de zanger je kippenvel met een bloedstollend mooie vertolking van Brel's 'Voir un ami pleurer', even later hangt hij vrolijk de gek uit op 'My way' van Frank Sinatra. Maar hoe hij het ook aanpakt: hij raakt je in elke vezel van je lichaam.

Na anderhalf uur zong Van Veen nog een verstilde versie van Tracy Chapman's 'Baby, can I hold you?\ en na lang aandringen kon er zelfs een soloversie van Cohen's 'Hey, that's no way to say goodbye' vanaf. De fans bléven evenwel om meer roepen, en toen ze het na een half uur nóg niet hadden opgegeven ging een zichtbaar ontroerde zanger zijn twee muzikanten zoeken voor 'Hilversum Dl', waarna definitief het doek viel over, ik zeg het zonder voorbehoud, een schitterend optreden. Aangezien hij in totaal drie covers van Jacques Brei op zijn programma had staan, mag wel duidelijk zijn wie de Nederlander als grote voorbeeld heeft. Het klopt weliswaar dat niemand Brei zingt zoals hijzelf, maar er kan geen discussie over bestaan dat Herman van Veen dan toch een goeie tweede is. De volgende weken is hij nog op toemee door Vlaanderen. Hem missen zou een grote vergissing zijn.



Bart Steenhaut