Arno Gelder
AD
De honderd van Herman 24 oktober 2009

Als geen andere cabaretier bedde Herman van Veen (64) zijn liedjes altijd prachtig in zijn voorstellingen in. Sterker: muziek en theater gingen bij de troubadour en harkelijn altijd hand in hand, bestonden volstrekt gelijkwaardig naast elkaar of vloeiden naadloos in elkaar over.


Weinig cabaret-collega's kunnen bogen op zo'n rijk oeuvre als dat van Herman van Veen, die in 1965 debuteerde met het programma Harlekijn.
Sindsdien schreef hij liefst drieduizend liedjes, waarvan er nu honderd op vijf cd's met de kernachtige titel 100 zijn verzameld. Die keuze geeft een nagenoeg compleet en kleurrijk beeld van de carrière van de Utrechtse alleskunner (zang, viool, piano, mime, om een paar disciplines te noemen). Van Dikkertje Dap, het verstilde Suzanne en het neurotische Opsij tot de popjuweeltjes Hilversum III en Anne en het opgewekte 'niemendalletje' Zo vrolijk.

Behalve deze hits telt de verzamelbox een keur aan ander bekend en minder bekend werk dat altijd het stempel van Herman van Veen draagt: poëtisch, gedragen door zijn mooie basstem, sfeervol en vooral authentiek. Een onmisbaar overzicht voor cabaretliefhebbers, maar evenzeer voor de luisteraar naar het Nederlandse lied van de wilde hippiejaren '60 tot nu.

Gelukkig bleef Van Veen, wars van alle trends en modes, in die vier decennia vooral zichzelf.