Jacques J.d'Ancona
Dagblad vh Noorden
Herman van Veen:
striemende ritmes, weldadige overgave
9 maart 2009

De vleugel - bespeeld door Erik van der Wurff, wie anders? - klinkt alsof je met een gezelschap van een man of veertig in de akoestische perfectie van een salon vertoeft. Technisch klopt alles, de condities deugen, Herman van Veen is binnen.
"Deze week wordt hij 64. Het is een mededeling, een plaatsbepaling in zijn en onze tijd. Geen excuus, reden of motief, al heeft hij het nu over zijn kleinkinderen. Ruim 42 jaar geleden stond hij voor negentien mensen in het theatertje van de Coendersborg, voor het eerst in Groningen, met een voorstelling die een nieuwe vorm van entertainment behelsde.


De verleiding is groot om te constateren dat hij volop in de actualiteit staat, een moderne show maakt. Uiteraard. Wat had je anders verwacht? Elk nieuw programma is een vervolg, het dagboek van een muzikant, een zan-ger, verteller en theatermaker die het niet ontgaan is dat er op aarde nogal wat in beweging is. Bovendien, dat Nederland in dit opzicht kordaat meedoet.

Striemende ritmes in contrast met de weldadige overgave aan componisten en tekstdichters. In het samenspel zou je de collega-musici ernstig tekort doen door hen te rubriceren als begeleiders. Herman van Veen maakt een pro-gramma waarin je tegenkomt wat je ongeveer verwacht, maar dé goeroe van twintig jaar geleden heeft de rituelen opgeborgen achter slot en grendel.
De entertainer van 2009 kiest voor exactheid, de soepele structuur van snelle overgangen. Zijn verhalen en de moppen vormen de komische, relativerende incidenten in de cadans van een voorstelling die niet langer duurt dan tweemaal een uur, zonder dat je iets tekort komt.

Komt er dan vocaal niets van vroeger voorbij? Welzeker. Anne, Hilversum III, Dikkertje Dap, Drie schuintamboers, maar ze passeren fragmentarisch. Voordat je het in de gaten hebt is het weg. Van Veen melkt geen oude koeien uit. Hij heeft krachtig en nieuw materiaal in voorraad, al is er een hommage aan wijlen Jules de Corte en aan wijlen Willem Wilmink die zoveel moois aanleverde in al die jaren.
'Aan alles komt een begin', luidt de dienstmededeling bij aanvang. Nog zo een: 'Sinds 1968 is 53 procent van ons publiek overleden...' Soms is hij ironisch, hard. Maar in de loop van de avond is er confetti, de parade van de malle hoedjes, de ballonnen, de gekke loopjes en de pasjes, een panfluitje, het roeien op een contrabas, sneeuw en pingpongballen uit de kap.
Noem het 'show'. Daar draait het niet om, de attributen passen nauwelijks in een brede context van zijn vragen, de twijfels en zijn maatschappelijk bewustzijn. Hij etaleert dit soort dingen vluchtig, vrijwel terloops. En uiteraard is er onvermijdelijk de lol om zijn platte, Utrechtse monologen tegen Manus die geconfronteerd wordt met het fenomeen van de zaaddonor...
Dan staat er een Van Veen die het wel lekker vindt even uit te pakken en zelf met een giechel geniet van de hilariteit die hij ontsteekt met de voordracht uit de bundel Kutgedichten. Het is een soort verplettering die je kunt hebben. Hij dringt het niet op. Wat overheerst is de liefde voor het vak, de geestige muzikale scènes en zijn manier van benaderen als de fucking vergrijzing aan de orde komt. En ten slotte de kwestie: 'Wat kan ik voor je doen?' Nog eenmaal Cirkels, klein en zuiver, met Van der Wurff op toetsen en, na aanhoudend applaus. Als liefde zoveel jaar kan duren...Dan is het over en is hij bijna onderweg naar de Verenigde Staten.
Tot over drie jaar.


Gebeurtenis: theatershow 'Herman' door Herman van Veen. Teksten: Van Veen, Brood, Campert, De Coninck, Deelder, Fried, Lau, Schuurman, Anne van Veen, Vermandere en Wilmink. Muziek: Van Veen, Hougard, Lau, Leer-kes, Anne van Veen, Vermandere en Van; der Wurff. Met: Herman van Veen (zang, conferences, viool, vleugel, contrabas, mondharmonica), Erik van der Wurff (vleugel, gitaar, accordeon, contrabas), Edith Leerkes (gitaren) en Jannemiek Cnossen (viool). Gezien: 7/3 Groningen, Martiniplaza. Publiek: 1545 (uitverkocht).