Christof Rutten
Belang van Limburg
Herman van Veen repeteert in de Velinx 7 april 2009

Herman van Veen heeft voor zijn nieuwe sprookje ‘Een dag in September’ de Velinx in Tongeren als repetitieplek uitgekozen. De hele week schaaft hij er aan de voorstelling die volgend jaar in het Duitse Detmold in premičre gaat. “Vrijdag en zaterdag kan het publiek in Tongeren kennismaken met een frame van de voorstelling,” zegt van Veen. Wij gingen nu al wat sfeer opsnuiven.

Maandagochtend, 10 uur. Een piano op de bühne, medewerkers ontfermen zich over de juiste belichting en blazen een gigantische ballon op. Voor het podium staan opvallend veel stoelen. Eén man zit helemaal alleen in de grote zaal toe te kijken: Herman van Veen overschouwt de troepen. Dankzij de goede banden tussen zijn management en de Velinx is hij hier terechtgekomen.

“Op deze eerste repetitiedag, draait alles rond communicatie,” zegt hij. “We bouwen het beeld op voor muzikanten, dansers, acteurs en medewerkers. Deze voorstelling speelt zich af vlak na WO II. De tijd van de bevrijding en terugtrekkende Duitse legers: een twilight zone tussen apocalyps en renaissance. De tijd dat het meubilair moet hersteld worden. Vandaar al die stoelen. Er komen er zoveel te staan, dat je geen podium meer kan zien. De vertellers van dit sprookje lijken op die berg stoelen te staan: een wankel evenwicht waarin alles nog kan gebeuren.”


Maaskeien


Een aantal dansers komt binnengewandeld. “Zie je ze kijken? Dansers willen altijd meteen weten of ze genoeg plaats hebben of niet.” Even later komt een man met twee rode kleurenfilters naar van Veen. “Is dit goed?” vraagt hij terwijl hij ze tegen het licht houdt. “Gewoon rood is te plat,” zegt van Veen. “Het moet echt bordeaux zijn. Elke scene heeft zijn eigen tint. De kleur moet telkens helemaal juist zitten.”
Plots roept hij een meisje op het podium. “Anneke, kan jij eens vier ronde maaskeien zoeken? Misschien vind je er wel enkele in de tuin.”
Het meisje - een beetje verbaasd - bevestigt meteen.

“Dit is een sprookje,” legt van Veen uit. “Je moet van eenvoudige dingen iets betoverends maken. Ik kan een lampje op een bureau gewoon aanknippen, maar ik kan ook twee acteurs keien tegen mekaar laten slaan zodat je vonken krijgt en dán pas het lampje laten aangaan. Elk detail is belangrijk. Als één atoom zijn eigen gang gaat, kan er al zand in de motor komen.”

Van Veen regisseert verder: de ballon moet ietsje hoger en het touwtje waaraan de ballon hangt moet zwart zijn. Het geel van de spots is nog niet geel genoeg. Elke opmerking komt er minzaam uit. Van Veen weet goed wat hij wil, maar hangt niet de dictator uit. “Vergelijk het met de training van een voetbalteam. Daar een vleugelspeler, ga ik voor een opkomende back of niet? Ik zou best een goede voetbaltrainer zijn hoor.” Hallo, Belgische voetbalbond?



Christof RUTTEN

Op 10/4 om 19.30 en 11/4 om 15 en 19.30 uur, de Velinx Tongeren. Info: www.develinx.be