Nieuwsblad van het Noorden
JACQUES J. d'ANCONA

Herman van Veen: warm met vrolijke knipoog

14 april 1990

Steeds internationaler, met een enorme podium-présence, nog altijd gedreven, godzijdank. Maar het nieuwe theaterconcert van Herman van Veen biedt zicht op een entertainer in ontwikkeling.


Een die niet weigert het vuur te ontsteken, maar niet opbrandt aan de emoties. Wat hij onderneemt is gekanaliseerd in een vloeiende beweging van zang, wat gesproken tekst, spel en beweging, gevat in het mooist denkbare geluid en licht.
Het materiaal dat Van Veen aanbiedt geeft aanleiding tot vergelijken. Hij gaat niet minder diep, maar de symboliek dient hij gedoseerd toe. De prekerige, soms wat drammerige toon is eigenlijk weg. De man die de show met zijn schitterende muzikanten beheerst, maakt zijn act onmiskenbaar ondergeschikt aan wat hij wil mededelen.

Natuurlijk spreekt hij van oorlog, macht, sterven, onmenselijkheid. Maar hij is vooral uit op een confrontatie met de kleine-dicht-bij-huisonderwerpen zonder ze te verpakken in wollige diepzinnigheid.

Zijn avond herbergt warmte en ontroerende, bijna naïeve tederheid. Het is vooral de humor van een cabareteske knipoog in een reeks cynisch gekleurde grappen of een telefoongesprek met thuis die de afstand overbrugt. Van bijtekenen of afvallen is in de loop van 25 jaar sprake geweest. Wie gek was van de magiër moet leven met de clown die ook danser is, musicus en acteur. De hartstocht is niet verdwenen, maar de chaos is uitgekristalliseerd in de exacte herkenbaarheid van tekst en de mimische taal van zijn lijf.
Uiteraard weet Van Veen wat werkt, al is zijn abrupte finale niet af. Hij zingt en vertelt echter mooier dan ooit, zodat er sprake is van een waardevolle voorstelling waarin hij met theatrale effecten doet wat hij wil, zonder er zelf in weg te zakken.

Sterk is hij in relativerende parodieën op acts die iedereen kent. Oud? Ja en nee. Met beide benen op vaste grond, ziet Herman van Veen kans met het hoofd in de wolken te lopen. En hij blijft bijzonder en ontwapenend.

Een goochelaar die in zijn beste momenten ontaardt in een tovenaar. JACQUES J. d'ANCONA