LuxorMagazine
Rinske Wels
Onderweg met Herman (Finkers) voorjaar 2009

LuxorMagazine volgt dit seizoen een aantal Nederlandse cabaretiers op hun werkdag.
Van zijn woonplaats Beuningen (Twente) naar theater Junushoff in Wageningen mety Herman Finkers




Cabaretier Herman Finkers woont naar volle tevredenheid op het Twentse platteland. Leuk, de stad, maar hij is blij als hij weer weg kan, omdat alles zo op elkaar zit. Hij reist graag met de trein, maar neemt dit keer de auto omdat hij de komende dagen nog een aantal bekenden wil bezoeken. Finkers speelt namelijk meestal series van zijn voorstelling Na de pauze en overnacht dan in een hotel ter plaatse.


Is het niet onhandig om helemaal in het oosten van het land te wonen?

"Ik vind het zelfs handiger dan helemaal in het westen te wonen."


Maar daar gebeurt het toch?

"Wat gebeurt daar dan?"


Het leven!

"Maar bij ons kun je ook gewoon melk kopen. Hebben jullie een Paasvuur? Nee? Mariakapelletjes? Nee? Wat gebeurt er dan überhaupt nog?"


We hebben een tram. Een museum. Je kunt naar de bioscoop

"Wij hadden tot voor kort een busmaatschappij, die heette TET: Twentse Elektrische Tram. Maar die hebben wij afgeschaft. Dus jullie hebben nog trams in het westen? Ach, stakkers."
Hij wijst naar buiten. Naar een kaal, overwoekerd stuk grond aan de rechterkant van de weg. "Daar stond vroeger een tankstation, dat Herman van Veen heette. Kennelijk een vrij bekende naam. Ik las het laatst ook in de krant: 'Herman van Veen wint biljarttoernooi'. Dan denk ik: O, kan hij dat ook al?"


Je hebt zeven jaar niet opgetreden, met wat voor gevoel zat jij die eerste keer in de auto?

"De eerste voorstelling van Na de pauze was in Hardenberg. Toen ik er naartoe reed, was dat een heel sensationeel gevoel. Spannend. Wat zal dit doen? Normaal ben je niet helemaal klaar bij een try-out, maar nu was ik compleet klaar. Het gestress van een voorstelling die niet af is had ik deze keer dus niet. Ik dacht: Het enige wat ik kan doen, is het vertellen en ik zie de reacties wel. Die waren gelukkig goed."


Hoe beleef jij jouw voorstelling?

"Het mooie van iets heel vaak spelen, en dat geldt ook voor liturgieën - steeds weer dezelfde mis - is dat je de tijd eigenlijk stilzet. Je gaat op in het lawaai van de zaal, de reactie die er is. Ik probeer mijn programma zo mooi mogelijk neer te zetten en zo geconcentreerd mogelijk te spelen. Dat is heerlijk, echt genieten. Ik hoor niet mijn eigen verhaal, ik hoor de zaal. Je bent op een ander niveau met je tekst bezig. Ik weet nog wel steeds wat ik zeg natuurlijk, maar er komt iets onder of iets achter."


Wat bedoel je?

"Laatst zag ik video-opnamen van mijn allereerste try-out. Qua tekst is het hier en daar anders, maar het programma is niet wezenlijk veranderd, hele conferences zijn hetzelfde. Maar de muziek van het praten is anders geworden. Ik breng het anders, minder vlak. Omdat ik inmiddels weet wat een zin of een grap doet in de zaal. Of wanneer mensen even moeten slikken. Daar houd ik rekening mee."


Doe je thuis al stukjes uit je programma voor?

"Nee, dat niet. Maar na de eerste try-out zei mijn vrouw dat ze veel opmerkingen al eens eerder had gehoord. Dat is zo ontstaan. Ik ben zeven jaar thuis geweest en in die periode stopte zij ook met haar werk. Toen zaten we 24 uur per dag op elkaars lip. In die omgang ontstaan bepaalde dingen. Vandaar dat er ook zo veel over mijn vrouw in dit programma zit. Als je op tournee bent, onder mannen, ontstaan er weer heel andere grappen."


Zoals?

"Ooit zeiden mensen van het theater: 'Herman, er zijn net nog twee mannen voor je geweest.' Ik zei: 'In de blote kont?' 'Hoezo?' 'Nou ja, ik vraag het maar.' Toen begonnen ze te lachen. O, dacht ik, volgens mij is het wel leuk. Wat een raar iets, denk ik dan, en dat schrijf ik dan op."


Is het zo makkelijk?!

"Ja. Nou ja, het zijn van die dingen die je in het dagelijks leven zegt, het schiet er af en toe gewoon tussendoor. Het lijkt me vreselijk om gewild ad rem te zijn. Ik zou ook totaal niet geschikt zijn voor een tv-programma als Dit was het nieuws. Ik kan niet grappig zitten wezen. Maar het is wel leuk als het niet de bedoeling is. Dan is het juist wel grappig."
Bij de intercom van de artiesteningang van het theater noemt Herman Finkers zoals gewoonlijk de naam van Martine Bijl. Hij is daar altijd nog mee binnen gekomen. Zijn Vlaamse technici Bart en Matthias wachten hem al op. Ze oefenen wat lichtinstellingen en Finkers gaat achter de piano zitten om te soundchecken. Als hij zich vergist in de tekst, begint hij opnieuw. De eerste dag dat hij ergens speelt, eet hij met zijn technici, de andere dagen eet hij alleen. "Dat vind ik heerlijk, met een boek erbij. Je spaart dan je energie voor de voorstelling 's avonds. En je leest zo in een seizoen aardig wat boeken." Op dit moment is dat Kees de jongen van Theo Thijssen. Na het eten gaat de ploeg terug naar het theater en wordt er koffie gedronken met de directeur. Op een gegeven moment trekt Finkers zich terug om te gaan strijken. Ondertussen oefent hij toonladders en zingt hij Gregoriaans. Na afloop krijgt hij - in plaats van het geijkte bosje bloemen - een grote fles tripel bier. Dat weet Finkers wel te waarderen.


Ben je voldaan na afloop?

"Ja, het is heel erg zinvol werk. Maar dan moet het wel goed gaan hè. Wim Kan schreef ooit in zijn dagboek: 'Er is niets zo eenzaam als een artiest na het klaterend applaus alleen onder de douche.' Daar begrijp ik niets van! Dat is juist heerlijk als je goed gespeeld hebt. Dan denk je: Ik heb iets gedaan en het is gelukt. Ik heb me nergens vergist, de zaal heeft het goed opgepikt. Dat is wel belangrijk trouwens, want daar ben je van afhankelijk. Je moet elkaar begrijpen. Als je fijnzinnige reacties krijgt, kun je fijnzinniger gaan spelen. Op de kleinste dingen kun je dan reageren. Al het niet goed gaat, ben ik heel erg leeg na afloop."


Zit je na een optreden wel eens eenzaam op je hotelkamer?

"Ik speelde een keer ergens en daar zag een jongen mij elke avond van de schouwburg teruggaan naar mijn hotel. Hij kreeg beelden van: Och, die arme man heeft ons laten lachen en ontroerd en nu zit hij daar eenzaam. Dus hij hing een briefje aan de deur dat hij mij na afloop wel gezelschap wilde komen houden met een fles wijn en een goed gesprek. Dat vond ik heel lief aangeboden, maar ik heb gezegd dat het niet hoefde. Het is juist fijn om na continue belangstelling even alleen te zijn."


Je treedt op, je schrijft, je maakt je hard voor de alternatieven van Vliegveld Twente, vergeet je wel eens dat je ziek bent?

Stilte. Dan: "Jazeker. Ja. Het is een vrij abstract iets. Het is net als dat iedereen weet dat hij ooit een keer doodgaat. Vergeet je dat? Ja, dat vergeet je. Je vergeet het niet als je even een klacht hebt. Zo heb ik hier een rare bobbel." Finkers wijst onder zijn kin. "Dan denk ik: O, dat zal er \ve\ mee te maken hebben." Het is waarschijnlijk een lymfeklier die volgelopen is met lymfocieten. Ik ren niet meteen naar de dokter, maar ik heb wel even gebeld."


Je voorstelling gaat over je ziekte, maar ook over de dood en de liefde bijvoorbeeld. Hoe reageren mensen erop?

"In mijn gastenboek op internet staan bijna alleen maar warme reacties. Dat is wel anders dan vroeger. Toen was het: Hartstikke leuk, wanneer komt het volgende programma? Nu schrijven mensen dat ze veel meer geraakt zijn."


Heb je dan geen spijt dat je niet eerder deze weg bent ingeslagen?

"Nee. Blijkbaar had ik deze tijd allemaal nodig. En die andere programma's waren ook mooi, maar op een andere manier."
Finkers praat nog in zijn kleedkamer even na met de directeur en gaat dan naar de foyer van het theater. Hij praat er met bezoekers, eet een bitterbal, drinkt een biertje en gaat naar zijn hotel. Morgen weer een voorstelling in Wageningen. n


Herman Finkers - Na de pauze

CABARET

di 24 t/m zo 29 maart 2009 nieuwe Luxor Theater