Annegina Randewijk
AD
Echt geluk begint bij een ander’ 19 april 2008

De Herman van Veen Foundation zet zich al tien jaar in voor de rechten van het kind. Herman schreef naar aanleiding van dit jubileum het boek ‘Medemens’. De bundel verhaalt over de reizen die hij maakte voor zijn Foundation en ligt nu in de winkel.

foto: APA/Sjef Prins

Naast het zingen, schrijven en schilderen wil Herman van Veen actief hulp bieden aan zijn medemens. ,,Ik kan er wel wat over zingen, maar ik wil ook wat doen.’’

De liefdadigheidsorganisatie heeft projecten in Zuid-Afrika, Polen, de Filippijnen, Brazilië en Nederland. De Herman van Veen Foundation wil de rechten van het kind praktisch maken. Zo ondersteunen zij een kinderziekenhuis in Gdansk (Polen) vanwege artikel 24; het recht op gezondheidszorg.

Herman is niet van de enorm genereuze en idealistische daden die de wereld in één klap moeten veranderen. ,,Je moet niet over een schaal praten. Een druppel sloopt toch ook een steen?’’

Mensen die de problemen in de wereld, maar ook in Utrecht, doorschuiven naar de overheid, zijn bij Herman aan het verkeerde adres. ,,Hogere instanties bestaan niet, de overheid is jouw vertegenwoordiging. We vergeten dat snel.’’ Bevlogen zet Herman zijn ideeën uiteen. ,,Iedereen kan heel veel bijdragen. Je kunt vrijwilliger worden bij War Child of ‘google’ eens wat je met die oude dekens kan doen.’’

Hij is, volgens eigen zeggen, heel praktisch en van de generatie ‘niet lullen, maar poetsen’. Het idee dat mensen maar werkeloos toekijken terwijl één miljard kinderen sterven van de honger, oorlog of ‘de vliegende tyfus’ kan Herman maar niet verteren. ,,Ik kan er met mijn boerenverstand niet bij.’’
,,Ik kom uit een ‘kleine stapjes’-familie. Over idealen en dromen heb ik nooit nagedacht. Ik denk steeds in het nu. Wat kan ik op dit moment doen.’’

Maar alleen sociaal bewogen mensen geven gehoor aan deze oproep, toch? ,,Nee, je hoeft helemaal niet verder te denken dan jezelf. Als je goed voor jezelf wil zorgen, moet je om anderen geven. Echt geluk begint bij een ander.’’
Als Herman vertelt over de projecten voor de kleinsten van deze aarde, schiet er een anekdote door zijn hoofd. ,,Ik liep van huis naar school en passeerde de schouwburg. In de tuin van een hoog herenhuis zag ik een doos met filmrolletjes. Wie gooit dat nu weg?, dacht ik. Als je het toch weggooit, geef het dan aan mij. De tuin was ingesloten door een smeetijzeren hek met van die punten. Ik probeerde er overheen te klimmen. Maar dat ging niet. Ik viel en bleef met mijn schoen hangen aan het punthek. Mijn hoofd liep al vol bloed. Toen zag ik een paar doktersschoenen dichterbij komen. De twee handen die mijn heupen vast pakten zal ik nooit vergeten. Die handen zette mij terug in het bestaan. Het had niet veel langer moeten duren. Ik herinner mij die man als ‘Ik los dat wel voor je op als je het zelf niet kunt’.’’ Dat is ook wat Herman wil doen voor al die machteloze kinderen, die zelf niet kunnen beslissen over hun lot. ,,Gewoon even een aai over hun bol en hen laten weten: Ik los het wel voor je op, nu je het zelf even niet kan.’’


Een veelzijdig man van Utrechtse bodem
Herman van Veen werd op 14 maart 1945 geboren in Utrecht als enige jongen in een arbeidersgezin. Tijdens de nadagen van de Tweede Wereldoorlog groeide hij op met een besef dat het leven niet iets vanzelfsprekends is. Deze boodschap laat hij nog steeds doorklinken in zijn schrijfsels, theatervoorstellingen en muziek.
Al jarenlang is hij vrijwilliger, bestuurslid en ambassadeur van Unicef Nederland.
Hij stichtte verschillende organisaties waaronder de Stichting Colombine, Stichting Alfred Jodocus Kwak, Stichting Roos en de Herman van Veen Foundation. Al deze organisaties vragen aandacht voor de rechten van het kind.