Youp van 't Hek
AD/Sportwereld Pro
Waarom Youp niet zwaaide naar 'Sar' 17 juni 2008

Zit afgelopen zondag net in een taxi in Lausanne als mijn gsm kreunt. Ik zie een mij onbekend nummer. Iets met 044. Engeland dus.
'Met Youp.'
'Ja, met Edwin.'
'Welke Edwin?'
'Edwin van der Sar!'

Ik luister goed of ik door een vriend in de maling word genomen. Ik ken een paar jongens die werkelijk iedereen kunnen nadoen. Van Michels tot Cruijff tot Herman van Veen en van Balkenende tot mijzelf. Maar nu hoor ik al heel gauw dat het echt Van der Sar is. Vanuit de bus. Edwin en ik kennen elkaar een beetje, maar niet goed genoeg om elkaars mobiele nummers te hebben. Ik begrijp wel onmiddellijk hoe hij aan het mijne komt. We hebben gezamenlijke vrienden.
Edwin vraagt vrolijk waarom ik net niet zwaaide naar de spelersbus. Ik moet toegeven dat ik verdiept in iets heel anders door de stad wandelde en de oranje touringcar domweg niet heb gezien. Dat spijt me. Anders had ik zeker even mijn hand opgestoken. Hij had me herkend aan mijn ruiten jasje dat ik volgens hem ook droeg toen Matthijs van Nieuwkerk en ik een paar weken geleden in Hoenderloo een voetbalquiz met onze jongens mochten spelen. Dat kan kloppen want ik heb maar één jasje.
Dat was overigens een uiterst vrolijke en vooral ontspannen avond waarop ik dacht: als dit de sfeer is dan komen ze heel ver. Sterker nog: aan het eind van de avond heb ik het tegen de hele groep gezegd. ,,Jullie worden Europees kampioen.''
Vond ik best moedig van mezelf. Of ze er blij mee moeten zijn weet ik niet, daar ik nog nooit een voetbaluitslag goed voorspeld heb. Edwin en ik praten even vriendschappelijk en ik ben blij dat ik hem mijn oprechte complimenten kan maken voor zijn spel tegen Italië, maar helemaal voor zijn magistrale reddingswerk tegen de Fransen. Hij reageert als altijd bescheiden. We hebben het over de twee fenomenale potjes in de poule des doods en ik geef toe dat ik dit niet verwacht had. Wel dat ze zouden winnen, maar niet met een batig doelsaldo van zes na de twee op papier moeilijkste wedstrijden. Zeven voor en eentje tegen is toch een ultieme jongensdroom. Edwin denkt dat het in de kwartfinale Zweden wordt. Ik denk het ook, maar de geschiedenis heeft ons de laatste jaren geleerd dat Guus nooit kansloos is. Guus Geluk. Morgenavond weten we het.
Ik beloof hem dat ik nooit meer zal vergeten te zwaaien, waarop Edwin lacht dat het maar een grapje was en we hangen vrolijk op. Zondagmiddag uurtje of één. De taxi klimt naar mijn prachtige hotel. Vergeleken met het spelershotel een zeer eenvoudig stulpje. Ondertussen denk ik na over het feit dat ik de bus niet gezien heb. De spelersbus van Nederland, een van de grootste kanshebbers op het Europees kampioenschap 2008. Dan gaat het toch niet goed met je. Waar ik was met mijn hoofd? De krant gutste er nog een beetje doorheen. Zover er tijdens dit leuke voetbaltoernooi ruimte voor is. Is er op dit moment leven buiten voetbal? Ik lees dat de Ieren Nee hebben gezegd, maar volgens mij doet Ierland helemaal niet mee dit toernooi. Nee, alles is voetbal, voetbal en nog eens voetbal. Zelfs de embryo's kleuren oranje.

In de lift van het hotel pruttelde het nog wat na in mijn hoofd: niet gezwaaid naar de Nederlandse spelersbus. En onmiddellijk een reprimande van onze alerte doelman. Een terechte reprimande. Ik hoop maar dat de heren dit stukje lezen. Ik bied mijn oprechte excuses aan. De bus was deze kleine cabaretier even ontgaan. Maar iets anders: als ik de bus wel gezien had, had ik ook niet gezwaaid. Waarom niet? Ik had gebogen. Diep gebogen. Een diepe buiging voor de bus. Mannen, succes verder!

Dit is een eenmalige column van Youp van 't Hek, die dinsdag 17 juni in Sportwereld Pro is verschenen.