Winand van de Kamp
AD
Veel leuks maar musici boeien meest 16 juni 2008

DEN HAAG - Duizenden muziekliefhebbers genoten dit weekeinde van het Festival Classique in Den Haag.
De AVRO en IdTV zijn dermate tevreden over de belangstelling dat de derde editie al is aangekondigd. Op 12, 13 en 14 juni 2009 staat Den Haag weer in het teken van de klassieke muziek.

Het festival begon, geheel volgens planning, onder een slecht gesternte. Tijdens het openingsconcert op vrijdag de dertiende ging mis wat er maar mis kon gaan. Tenminste, dat moesten we geloven. De microfoon weigerde dienst, waardoor Frits Wester de presentatie moest overlaten aan twee plat Haags sprekende 'technici'. Een concertvleugel donderde in de Hofvijver, waardoor een optreden van spookpianist Stefano Campanella in het water viel. En tijdens de toegift dook in de Hofvijver een haai op.
Muzikaal gebeurden er geen rampen, al deed de geluidsversterking het Residentie Orkest niet optimaal uitkomen. Neeme Järvi loodste het orkest met strakke hand door griezelstukken als Saint-Saëns' Danse macabre en Dukas' Tovenaarsleerling. Muzikaal hoogtepunt vormde het optreden van bariton Thomas Oliemans in Schuberts Erlkönig en een aria van Verdi.

Het vrijdag-de-dertiende-concert stond symbool voor de nieuwe opzet van het Festival Classique. Dat wil de klassieke muziek uit zijn traditionele keurslijf halen. Bijvoorbeeld door toegankelijke stukken in een theatraal jasje te hijsen, composities van een verhaal te voorzien of concerten te larderen met een brunch of een compleet viergangendiner. De ene keer pakt dat beter uit dan de andere.
Een prachtidee was de 'Tijdmachine' in Sociëteit De Witte. De bezoeker mocht zich er even aanwezig wanen bij een Schubertiade in het Wenen van 1828, een optreden van Chopin in een Parijse salon en een muziekavondje thuis bij de Haagse pianiste en componiste Gertrude van den Bergh. De smaakpapillen werden gestreeld door een stukje sachertorte, de oren geprikkeld met de subtiele klank van een Weense Müller-vleugel.

Maar de krachtigste tijdmachine is de muziek zelf. Een romantisch pianowerk van Gertrude van den Bergh, Préludes van Chopin, elegant en helder gespeeld door Paolo Giacometti en pakkende, authentieke vertolkingen van een viertal Schubert-liederen door Thomas Oliemans en pianist Bart van Oort zorgden voor drie verschillende sferen.
De balans kan ook naar de verkeerde kant uitslaan. De teksten die Herman van Veen aan Haydns Die sieben letzten Worte toevoegde, vroegen minstens zoveel zitvlees als een gewoon concert. Zijn soms eindeloze bespiegelingen voegden niet veel toe aan de muziek. Aan de uitvoering door het op oude instrumenten spelende Amsterdam String Quartet deed dat overigens weinig af. De vier strijkers gaven de adagio's waarmee Haydn de laatste woorden van Jezus verklankte diepgang en ruimte.

Een opvallend jong publiek genoot zaterdagavond laat van een romantisch concert van Yundi Li. Chopin en Moussorgski klonken boven een vijver vol met kleine lichtjes. Ook nu was het uitstekend weer.
Meer traditioneel van opzet waren de kamermuziekconcerten in Diligentia. Daar speelden violiste Isabelle Faust en de Russische pianist Alexander Melnikov een hoofdrol. Samen voerden ze onder andere de drie eerste vioolsonates van Beethoven uit. 'Fijnproeven' doopte het festival de reeks concerten. En dat was precies wat Faust en Melnikov boden. In eendrachtig samenspel tasten ze de fijne details af, vonden ze het drama tussen elegante tonen en troffen ze ook een komische noot.

Het is de kracht van het Festival Classique dat op het muzikale vlak niet beknibbeld is. De beste manier om mensen voor de klassieke muziek te winnen blijft een pakkende interpretatie. Gelukkig speelden op het festival musici die iets te vertellen hebben.



Door WINAND VAN DE KAMP