Alida Dijk
LIBELLE
Babette & Herman van Veen 2 mei 2008

Herman van Veen staat tot eind mei met zijn dochters Anne en Babette in het theater met de vertel-voorstelling Pom, pom, pom. Een gesprek met Herman (63) en Babette (40) over de voorstelling, ouder worden en bewust leven. Herman: "Toen ik zo oud was a Is Babette was ik ook optimistischer."

Hij woont in het Gooi, op een prachtige boerderij. Is het daar normaal gesproken een oase van rust en gemoedelijkheid, op deze ochtend is het er druk, want Babette is niet alleen naar het huis van haarvader gekomen. Ze heeft haar man meegenomen (televisiepresentator BasWesterweel), hun zoontjes Sebastiaan (8) en Silvijn (4) en ook de hond. Terwijl ze wordt opgemaakt voor de fotografie vertelt ze dat ze het allemaal zo hectisch vindt.

Ben je een perfectionist?
BABETTE: "Nee hoor, dat valt best mee. Vanochtend moest ik opschieten om hier op tijd te zijn. Maar ik moest óók dringend iets betalen en daar wat dingen voor opzoeken, codes intikken, mailtjes versturen, met als gevolg dat mijn was niet in de droger zit. Morgen moet ik ergens droge sokken vandaan zien te halen, dat wordt waarschijnlijk een paar in verschillende kleuren... Ach, eigenlijk maakt het me zelf niet zoveel uit, maar ik vind het wel vervelend als het lijkt alsof ik een huishouden van Jan Steen heb, omdat er altijd wel iets moet gebeuren en ik steeds te laat bent. Het is gewoon een drukke levensfase."

Herman, Pom, pom, pom is een voorstelling met Anne én met Babette, waarom met beide dochters?
HERMAN: "Omdat de dames allebei zo vreselijk druk zijn, dat geen van twee ze allemaal kon doen. We hebben de voorstellingen eerlijk verdeeld, Anne doet de ene helft en Babette de andere."

BABETTE: "Gisteravond ben ik met mijn zoons gaan kijken, ze vonden het érg leuk! Het gaat over een ijsbeertje dat moet vluchten, maar niet welkom is in het nieuwe land."

HERMAN: "Het verhaal over die ijsbeer, Benjamin, is ons antwoord op de vraag wat wij denken dat er moet gebeuren. Op die manier wil ik mijn bijdrage leveren aan de integratieproblemen van deze tijd."

Wat is de oplossing voor die problemen?
HERMAN: "Een onvermijdelijke vermenging van soorten en religies, waarin iedereen zijn plaats vindt en in respect met elkaar samenleeft!"

Kan dat, denk je?

HERMAN: "Ik weet dat het kan, het móet! Pas als het de kinderen goed gaat, heeft deze wereld een kans. Daar ben ik heilig van overtuigd. Als kinderen niet de prioriteit zijn van de samenleving, dan heeft die samenleving geen schijn van kans. Als wij niet goed voor de zwaksten op deze wereld zorgen, zullen we aan het kortste eind trekken."
BABETTE: "Er is nu steeds zo'n hitje op de radio, dat gaat over dat we allemaal leven op die ene wereld en van elkaar moeten houden. Silvijn zat naast me in de auto toen hij dat liedje hoorde, hij zei: 'Mam, je kunt toch niet van iedereen houden?' Ik zei: 'Nee, maar dan bedoelen ze datje aardig moet zijn voor iedereen.' Maar terwijl ik dat tegen hem zeg, denk ik: hoe moet ik dat nou allemaal aan hem uitleggen? Ik vind dat lastig. De problemen van mensen ver weg op deze wereld, die gaan me aan het hart, maar ze hebben zo weinig met mijn eigen omgeving te maken. Wij hebben onze kinderen heel bewust naar een leuke school gedaan, waar ze heel goed kijken naar het kind. Waar die kinderen alle ruimte krijgen om zich te ontwikkelen zoals ze dat zelf willen. Dat spreekt mij aan, maar als je kijkt naar de samenstelling van die school, dan is 99 procent van de kinderen wit. Er loopt één donkere meneer en dat is dan de conciërge, bij wijze van spreken. Dat bedoel ik: ik wil wel iets doen aan de integratie van allochtonen in Nederland, maar eigenlijk spreek ik nooit Turkse of Marokkaanse mensen, behalve in de Turkse of Marokkaanse winkel, dat is toch eigenlijk belachelijk?"
HERMAN:
"Je hebt vanuit de luxe positie waarin je je bevindt, gekozen voor een school die past bij jouw opvattingen over de maatschappij. Je wilt je kinderen een zo breed mogelijk perspectief bieden op basis van hun individuele kwaliteiten. Maar iemand die uit Marokko komt, heeft die keuze niet omdat hij niet op de hoogte is van de mogelijkheden hier. Daarom is het op veel scholen in steden precies andersom dan op de school van Sebastiaan en Silvijn, daar is 99 procent van de kinderen zwart."

Hoe kan dat veranderen?
HERMAN:
"Ik denk dat het zou helpen als we meer historisch besef zouden hebben. Er zijn altijd vluchtelingen naar Nederland gekomen: de Hugenoten (benaming die vier eeuwen geleden in Frankrijk aan pro-testanten werd gegeven, red.), de Joden. Ook deze groepen hebben hun integratieproblemen gehad. Het is een klassiek gegeven, het is nooit anders geweest! Als je die informatie hebt, ga je toch anders naar onze samenleving kijken."
BABETTE: "Is dat zo? Ik denk toch dat het net zo is als met ouders en kinderen. Jij kunt mij - vanuit jouw levenservaring -vaak vertellen wat ik wel of niet zou moeten doen, maar ik denk dat ieder mens in zijn leven alles zelf moet ontdekken en doormaken. Je kunt eigenlijk niet gewaarschuwd worden voor dingen die je nog gaat meemaken. Wat ik wel zeker weet, is dat ik later zal zeggen: had ik maar vaker naar mijn vader geluisterd, die had echt gelijk! Is dat in de geschiedenis niet net zo? Elke generatie krijgt hetzelfde gedoe en gezeur tot we misschien ooit beseffen dat we allemaal één zijn. Tot die tijd zal iedereen bezig blijven met zijn eigen huis en haard en blijft de grote wereld letterlijk heel ver weg."
HERMAN: "Natuurlijk, mijn ouders maakten de Tweede Wereldoorlog bewust mee. In die oorlog ben ik verwekt. Ik ben opgevoed door twee mensen die hoopten dat wij niet zouden beleven wat zij beleefd hadden. Alles wat zij deden in de opvoeding werd geplaatst in dat perspectief. Ik doe dat ook naar mijn kinderen. Domheid is in mijn optiek alles wat je als vanzelfsprekend aanvaardt. Dat zeg ik al jaren tegen ze en zij kunnen daar iets mee of niet, maar ik heb me voorgenomen het ze mee te geven."

En Babette, breng jij dat jouw kinderen weer bij?
BABETTE: "Nee, ik vind niet dat zij nu al over alles na moeten denken. En de grote dingen, zoals vergeven, pijn en verdriet, die kun je als ouders je kinderen niet meegeven; daarin heeft ieder mens zijn eigen weg af te leggen."
Ben je het daarmee eens, Herman?
HERMAN:
"Ja. Zeker waar het de dood betreft. Op de dood van een dierbare kun je door niemand worden voorbereid. Ken je dat gedichtje van Judith Herzberg? 'Het is altijd erger dan je denkt, ook als je denkt dat het erger is dan je denkt. Dan is het toch nog erger dan je denkt.' Mijn vader en moeder zijn kort na elkaar gestorven, inmiddels acht jaar geleden, en elke dag denk ik: och ja, dat zei mijn vader ook tegen mij."
De dood van je ouders heeft een enorme impact gehad op je leven, las ik.
HERMAN:
"Het komt nooit meer goed, je kunt het je niet voorstellen hoe erg het is. Dat komt doordat je denkt dat het vanzelfsprekend is dat je ouders er zijn. Maar ze zijn helemaal niet vanzelf- sprekend, de enige garantie tot geluk is dat besefte hebben."

Is dat ook voor jou een angst Babette, je ouders verliezen?
BABETTE:
"Nee, ik probeer daar niet mee bezig te zijn. Ik wil me ook niet bezighouden met gevaren, want ik zie al overal valkuilen. Als ik in de auto zit en er komt een auto van rechts, dan zie ik meteen voor me wat er had kunnen gebeuren als ik niet had opgelet. Dat denk ik ook bij de kinderen, bijvoorbeeld als ze oversteken. Volgens mij moetje dan niet bezig zijn met de gevaren. Vervelende dingen kun je voorkomen door er niet aan te denken."
HERMAN:
"Nou, daar ben ik het dus helemaal niet mee eens! Ik vind dat je je angsten moet afpellen. Probeer te ontdekken waarom je er niet aan wilt denken. De blokkade die jij zo oproept, is gevaarlijker dan het gevaar van de werkelijkheid. Angsten zijn er om je te helpen. Een kind kan angst hebben voor de stappen in de gang, tot het weet dat de voetstappen van zijn vader zijn." BABETTE: "Dat begrijp ik als je het hebt over die voetstappen in de gang, maar niet als je het hebt over de angst die je voelt als je kind voor het eerst alleen naar school gaat. Die angst kun je toch niet afpellen?"
HERMAN:
"Nee, dat klopt, maar aan die angst moet je werken. Ik heb twee scheidingen achter de rug en in die tijd was ik ongelofelijk bang omdat ik wist dat ik een groot stuk controle kwijt was, op het dierbaarste wat ik had, mijn kinderen. Ik heb geprobeerd om beter met die angst om te gaan door er een film over te maken, Uit elkaar, dat was midden in de crisis."

Hoe concreet was die angst, waar was je het bangst voor?
HERMAN:
"Ik dacht aan Valentijn, mijn oudste zoon. Hij was gewend om mij altijd in zijn buurt te hebben, maar ineens woonde ik niet meer bij hem, Babette en hun moeder. Ik was doodsbang dat hij, als hij mij zou zien, zonder uit te kijken de weg over zou rennen. Bij dat idee liep het koude zweet me over de rug. Maar door het maken van die film was het alsof ik ontwaakte uit een nachtmerrie."

Wat loste je op door die film te maken?
HERMAN:
"Ik keek met meer afstand naar mijn angst en bedacht iets eenvoudigs: ik ging aan de goede kant van de straat te gaan staan, zodat Valentijn niet hoefde over te steken."

Hoe kijken jullie naar de toekomst?
BABETTE:
"Ik kijk er positief naar. We leven in een rijd vol dreigingen en spanningen, maar ik zie het hoopvol in. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. In je eigen leven moet je het zo goed mogelijk doen: bewust leven, om je heen kijken."
HERMAN:
"Ik ben wat realistischer. Nee, ik denk niet dat Babette en ik heel verschillend zijn. Toen ik zo oud was als zij, was ik ook optimistischer. Maar we zitten in verschillende levensfasen. Ik heb meer inzichten."

Waarom maakt die levensfase het verschil?
HERMAN:
"Zij heeft een ander leven. Ik ben 63 en bij mij staan er 's ochtends geen kinderen meer op de deur te rammen."
BABETTE:
"Ik kan echt nooit ergens over nadenken, die tijd is er niet."
HERMAN:
"Die tijd hebben wij natuurlijk ook gehad, maar nu ben ik in een fase beland waarin ik meer keuzes heb dan ik ooit had. Dat is het mooie van ouder worden, ik vind het fantastisch om naar mijn kinderen en kleinkinderen te kijken, te zien hoe zij hun leven leiden. Die twee kleinzoons zijn écht fantastisch, een groot cadeau!"

Wat maakt het zo bijzonder?
HERMAN:

"Ik hoef ze maar een seconde te zien om weer energie te hebben voor maanden! Ik ben dus de koning te rijk en ik geloof dat je op kleine schaal fenomenale dingen kunt doen. Het gaat om mil-limeters, om ogenblikken. Dat inzicht, die realistische kijk op dingen, geeft me een heerlijk gevoel."
Hoe is het voor jou Babette om je zoons met je vader te zien?
BABETTE:
"Ik vind het heel leuk dat ze opa's en oma's hebben. Ik heb zelf het geluk gehad dat ik mijn opa's en oma's goed heb gekend, dat waren mensen die ertoe deden in mijn leven. Ik ben dankbaar dat mijn kinderen het ook mogen meemaken, maar ik merk dat de jongens het vanzelfsprekend vinden, daar heb je het weer..."

Herman, je noemde net de voordelen aan het ouder worden, zijn er ook nadelen?
HERMAN:
"Ja, natuurlijk, zo krijgt tijd een andere betekenis. Er ontstaan begrijpelijke angsten die te maken hebben met het slijtageproces. Ik heb er nog niet zo veel last van gelukkig, maar er dreigt wel een omslagpunt, dat besef ik. Ik sta tegenwoordig bijna elke week wel op een begraafplaats, er ontvallen ons ongelofelijk veel mensen uit mijn generatie en de generatie boven mij. Het leven is eindig, daar ben ik me nu bewuster van dan toen ik een jong mens was. Dat is natuurlijk dramatisch ingezet met het overlijden van mijn ouders, toen wist ik: ik ben de volgende! Maar ik ben van plan om 120 te worden hoor, en ach, dan ben ik nog maar net op de helft."


Benjamin IJsbrand Beer
Benjamin is een ijsbeertje dat op een ijsschots woont die steeds kleiner wordt, waardoor hij met zijn familie moet vluchten. Als ze aankomen op het vaste-land blijken ze daar niet welkom te zijn. Want zij zijn wit terwijl alle andere beren bruin of grijs zijn.Ze krijgen het vriende-lijke verzoek om te vertrekken.

Pom,pom,pom, de leesvoorstelling van Herman van Veen en zijn dochters, duurt ongeveer een uur. Oe muzikale begeleiding is van Edith Leerkes.Voor meer informatie en de speellijst kunt u kijken op www.hermanvanveen.com.