Annemie Martens
Quatro
Integer en betrokken multitalent: Herman van Veen autumn 2008

Herman van Veen is de rust zelve. Hij maakt een bedachtzame indruk en kiest zijn woorden weloverwogen. Dat is niet verwonderlijk, want het artiestenvak vereist uiterste concentratie en het vermogen om voortdurend te denken en te bedenken. Wat misschien nog wel het meeste opvalt tijdens ons gesprek, is zijn enorme bewogenheid voor de vele stichtingen waar hij zich voor inzet: meer dan vijftig in totaal.

Activist voor de Rechten van het Kind Herman van Veen stichtte onder meer de Stichting Colombine, de Stichting Alfred Jodocus Kwak, de Stichting Roos en de Herman van Veen Foundation. Ook was hij jarenlang vrijwilliger, bestuurslid en welwillendheids-ambassadeur voor Unicef Nederland."Wereldwijd worden rechten met voeten getreden. Wist je dat meer dan l miljard kinderen niet ouder worden dan twaalf jaar", vertelt hij. "Het probleem is zo nijpend en ongelooflijk complex. Kinderen hebben recht op het beste dat er is en dienen beschermd te worden. Ik heb sterk het idee dat de Rechten van Het Kind in hele publieke discussies ontweken worden." Dat hij als bekende Nederlander de mogelijkheid heeft hier iets aan te doen, vindt hij een van de mooiste kanten van zijn 'vak'. "Ik werd zomaar opeens een bekende meneer die daardoor ongekende kansen kreeg en die graag wilde benutten, iemand die dacht: 'We moeten er met elkaar toch voor kunnen zorgen dat we die kinderen redden'".De Herman van Veen Foundation, opgericht in 1997 door Herman van Veen, staat voor de Rechten van Kind zoals vastgelegd in het Verdrag van de Verenigde Naties. De Foundation wil door middel van kleinschalige projecten in binnen- en buitenland deze rechten handen en voeten geven. "Één druppel kan een steen uithollen", zegt Herman van Veen. "Het is vooral een kwestie van zuiverheid en niet van fictieve werkelijkheden creëren. Met hele kleine middelen grote dingen doen. Daar gaat het om." Onderwijs-en landbouwprojecten opzetten, kleine klinieken en scholen bouwen. Dat is waar de Foundation zich onder meer mee bezighoudt. "Geef mij maar de tools en we gaan aan de slag. Dat is onze slogan."

Bijzondere bijdrage aan Duits-Nederlandse verhoudingen Wij zijn niet de enigen die er van opkeken dat Herman van Veen als Nederlander zo veel en al zo lang succes oogst in Duitsland. Want het was destijds geen gebruikelijke keuze om bij onze Oosterburen te gaan optreden. "Om dit goed toe te lichten, moeten we heel ver terug in de tijd", vertelt hij. "De interesse voor de Duitse taal was er al op de Middelbare school. Mijn toenmalige leraar Duits was een goede vriend van mijn vader.
Samen zaten ze in de verzetsgroep. Ze gebruikten daar Duitse codes uit 'Der Erlkönigvon Schubert' om te kunnen decoderen. Daarna, tijdens mijn studie aan het conservatorium begon mijn grote interesse voor de Duitse componisten. Mijn carrière heeft zeker een impuls gekregen nadat ik zo'n veertig jaar geleden besloot om ook regelmatig door Duitsland te gaan touren. Ik kreeg destijds een interessant aanbod uit Duitsland en wist aanvankelijk niet goed wat er mee te doen. Nadat mijn vader het signaal veilig had gegeven door te zeggen 'Er zijn Duitsers én er zijn fascisten' ben ik overstag gegaan. En ik heb het geen dag betreurd." In 1999 kreeg Herman van Veen uit naam van de Duitse Bondskanselier het Verdienstkreuz am Bande des Verdienstordens der Bundesrepublik Deutschland vanwege zijn bijzondere bijdrage aan de Duits-Nederlandse verhoudingen. In 2005 ontving hij uit handen van Sabine Christiansen in de Rolduc Abdij te Kerkrade tevens de Martin-Buber-Plakette 2005 voor de manier waarop hij met respect en liefde betrokken is bij de medemens.

De nieuwe show: over waarheid en werkelijkheid In zijn nieuwste show heeft hij, meer nog dan in zijn voorgaande, het absolute evenwicht gevonden tussen de wijze man en het baldadig jochie. Verrassende uitbarstingen staan naast uiterst gevoelige liedjes en verhalen over de vergankelijkheid en het falen van de samenleving om ouderen de waardering te geven die ze verdienen. Naast sprankelende nouveautés kijkt Herman van Veen terug op zijn rijke loopbaan en zingt hij nog eens over de kille ontvangst in de Amsterdam Zuid-Rivierenbuurt van de joodse Nederlanders die de kampen hadden overleefd: 'Maar het huis is van een ander, en je komt er niet meer in.'Van Veen ontroert met teksten over een kind, of over zijn moeder: "Ik zou er veel voor over hebben om mijn moeder nog een keer te horen zeggen: "Herman, al die flauwekul, die heb je niet van mij." Flauwekul is er ook in de show. Hij speelt een Utrechtenaar die in het ziekenhuis is voor erectieproblemen. Een schaamteloze en hilarisch monoloog over seksuele opwinding op de verkeerde momenten. Herman van Veen is melancholisch als het over zijn naasten gaat. In zijn overpeinzingen geeft hij zijr kinderen en kleinzoon een plek en neemt hij letterlijk en figuurlijk zijn hoed af voor zijn overleden tekstleverancier Willem Wilmink, die heel simpel stelde dat elke nieuwe immigrant uiteindelijk hetzelfde Enschedees praat. En zo gaat deze show van hoogtepunt naar hoogtepunt, maar niet zonder nog even een politiek statement te maken over verdraagzaamheid. Zoals we van Herman van Veen gewend zijn, biedt hij ook in deze show alle ruimte aan zijr muzikanten, waaronder de topgitarist Edith Leerkes, op blote voeten, die in hoge mate de muzikale kleur van het programma bepaalt. Haar prachtige CD 'Etude Feminine' is een aanrader.
Hij eindigt met 'Cirkels', een van zijn mooist teksten en een prachtig liedje voor zijn kleinzoon. Dit is zonder twijfel een van de beste kleinkunstvoorstellingen van dit seizoen.