leeuwarder Courant
SYTSE JAN VAN DER MOLEN

Herman van Veen glijdt uit

Kruising Bleke Bet en Westside Story

13 november 1976

LEEUWARDEN - Ik dacht vóór het begin van de voorstelling van "Jukebox 2008", vrijdagavond in de Harmonie, dat Herman van Veen eens lekker de draak ging steken met het - weliswaar overleefde, maar nog steeds gewaardeerde - genre van het zogeheten "volkstoneel", liefst van Jordaanse huize. Immers, hij wees er op poster en in programmaboek zo nadrukkelijk op, dat dit een "volkstoneelstuk" was dat hij een parodie scheen te beloven. Maar naarmate het verhaal zich ontrolde, de handeling vorderde, doodse stilten van grote gevoeligheid de harde realiteit afwisselden van een soort jongerencafé voor stilettohelden, rockers uit de jaren '50 (met de erbij behorende geplakte haren van de jeugdige Elvis de Pelvis), begon ik, geschrokken, te begrijpen, dat het allemaal als echt bedoeld was, deze kruising van Bleke Bet en de Westside Story, zo ongeveer. Die met veel en staand applaus aan het slot beloond werd.

Je leest tegenwoordig vaak, dat "de" jongeren zo kritisch zijn, dat je ze geen oren aan het hoofd kunt naaien, dat ze het allemaal al lang en helemaal door hebben. Ach, vergeet het maar. Want als de naam Herman van Veen op een aankondiging staat loopt de zaal al op voorhand vol. En als het door haar sexueel gefrustreerde stiefvader bezwangerde meisje Clara met haar op dit gebied beslist onschuldigde bouwvakker Jan in aandoenlijke liefde en met vaste trouwplannen langzaam, zoals verliefden lopen, het podium verlaat, klatert het applaus op. Want er mogen dan, zoals de auteur ons laat weten, jongens zijn met grote bekken en kleine pikjes, het aantal dat in het bezit is van kleine hartjes moet je blijkbaar ook niet uitvlakken.

Ik weet beslist niet wat de tovenaar van Westbroek met zijn Stichting Harlekijn bezield heeft om zoveel bekwame acteurs en actrices - uit Nederland en uit Vlaanderen, dat ook een stuk Nederland is, heb ik begrepen uit een onduidelijke tirade over een onnodige taalstrijd - zich te laten werpen op een geschiedenis die - ontdaan van jukebox, voetbalenthousiasme, pilsjepakken, dijkers en pleiners in miniatuur, stiletto's en onvolledige striptease - doet denken aan een huilerig kennislied uit de tijd van "grootvader zaliger", zoals Lisbeth List dat zo lekker zingt.

Goed, eenmaal zette Gaston, de moeilijke muziekstudent, een toeter aan zijn mond en raasde hij door de hele opgeschroefde clubconcurrentie heen iets over sportverdwazing die de bazen in de hand werken om hun arbeiders in het gareel te houden. En dan denk je: Herman heeft er tóch een bedoeling mee. En Frits Hassoldt (uitermate goed als die lange Judas met zijn grijnzend smoelwerk) zegt in het programmaboek, dat hij in Jukebox "een ondertoon van kritiek (proeft) op de er in beschreven situatie". Maar dat is dan wel een bedroefd beetje, want het draait toch allemaal uit op een lach en een traan.
Een lach vanwege de ongezouten taal en de ongewone situaties (met blote billen af, pilsje laten leeglopen op de gulp, appeltje op mes aanbieden. Geert, Truus, Clara en Els bij d'r derrière pakken: allemaal leuke dingen voor de mensen). En een traan voor dat schaap van een Clara, die haar stiefvader ontvlucht en met de bouwvakker Jan zal trouwen, terwijl die goeierd niet weet dat zij van haar geaffecteerd sprekende opvoeder een kind moet krijgen: een toestand, die door de uiterst gebekte Truus en plein publique keihard wordt onthuld. .. Gelukkig, dat Jan ondanks zijn vetkuif een hart van goud heeft. Zon eenvoudige bouwvakker toch!

Het geheel werd ruimschoots opgeluisterd door vechtpartijen, stoelengooierijen, pesterijen. steekpartijen, acrobatiek, musicaltrekjes, balletjes a la Hair, harde rock, black outs en dit omlijst door een inderdaad goed gevonden toneelbeeld, waarbinnen Trudy Labij, Marlous Fluitsma, Bram van der Vlugt en vele anderen speelden, dat de stukken er af vlogen: een betere zaak waard.



SYTSE JAN VAN DER MOLEN