Ton van den Berg schreef 12 oktober 2007 in de Utrecht uitgave van het AD


De kunst van het drummen


Achter op de Jawa CZ, een Tsjechische motor, van zijn broer Torn reed Dick Heinen van Tuindorp naar café Geesbergen aan het Zandpad in Maarssen. Vader Hugo had georganiseerd dat de jonge Dick mocht meespelen op het drumstel van het muziekorkest dat iedere zaterdagavond gezelligheid bracht in het café van Harry Heinsius. Een fotograaf was geregeld, zodat het eenmalige optreden ook voor de eeuwigheid werd vastgelegd.

"Mijn ouders kwamen vaak in Geesbergen. Ze kenden Heinsius heel goed en gingen er graag uit. Ook mijn broer Torn kwam er graag, want bij Geesbergen kwamen veel leuke meisjes. Ik had daar toen nog geen oog voor, maar later begreep ik heel goed waarom hij er ieder weekeinde naar toe wilde."
In het café nam Dick plaats achter de iets te hoog opgestelde, drum-kit en speelde spontaan mee op het populaire Buena Sera van Louis Prima. Dat liedje is door zijn maatwisselingen niet zo eenvoudig, maar het ging hem goed af . De vaste drummer van de band zei dat het jochie talent had. Voor Dick was dat het begin van zijn carrière op het slagwerk.
De eerste slagen leerde hij in Tuindorp in de Professor van Bemmelen-laan waar hij met zijn familie woonde. Zijn broer Torn, die een theekist-bas had, speelde in een muziekbandje met Ton Tekelenburg (drums) en Rudie Butzelaar (gitaar). Ze oefenden in de huiskamer. Dick kroop dan weg in een hoekje van de kamer en op de groengekleurde harde kaft van de leesmap speelde hij 'stiekem' mee.

"Ik had wel wat aanleg. Op een plastic trommeltje imiteerden we op straat altijd het straatorkest de Veermannen en dan kon je al horen dat ik wel wat kon slaan."

Dick was een nakomertje in de familie. Zijn drie oudere broers Piet, Torn en Hans werkten al toen hij net kwam kijken. Ze konden hun kleinere broer daarom ook verwennen. Hans deed dat met elpees waaronder een jazzplaat van de populaire Nat Adderley. Van die plaat leerde Dick de drumriffs en zo schoolde hij zich steeds meer in het drummen.

Zijn broer Piet financierde het eerste echte drumstel: een Roxy. Met z'n neus gedrukt tegen de etalage van muziekwinkel Staffhorst in de Drieharingstraat had Dick met open mond dat drumstel bewonderd en gedroomd er ooit zelf een te bezitten. Zijn broer maakte zijn wens waar.
Ook broer Torn nam later elpees mee naar huis waardoor de geluiden van The Beatles en Cliff Richard and The Shadows door de woning van de Heinens galmden. En Dick maar meedrummen. Hij kende hele repertoires zo uit zijn hoofd. Hij keek ook de kunst af bij de. jongens van de beatband Just Five die repeteerden in het Prinsenhof in Tuindorp.

Het werd tijd voor een eigen bandje. Een poging daartoe met Harrie Kei uit de Betonbuurt als zanger mislukte, maar opnieuw zorgde een broer voor redding. Torn werkte inmiddels als barman bij dancing De Funtershoeve in Loosdrecht waar veel beatbandjes optraden, zoals The Golden Earrings en Danny & his Favourites met Mariska Veres. The Froggs waren op zoek naar een drummer. Torn beval Dick aan en hij werd aangenomen bij het cover-bandje uit Amsterdam.
"Mijn eerste echte optreden met The Froggs was in discotheek De Faam in Hoogland. Het was op mijn verjaardag, 6 maart 1968, en we speelden als eerste nummer Judy in Disguise, de grote hit van John Fred and his Playboy Band."
Z'n werk als administratief medewerker bij de Detam aan de Hogen-oord, waar hij als vanzelfsprekend heen ging na zijn mulo-opleiding, zegde Dick meteen op. Met the Froggs verdiende hij ook geld, en op een veel aardiger manier, vond hij.
In Utrecht had de nu professionele slagwerker nog muziekavonturen met Hans en Theo Mackaay en Jan van de Voort. Ze speelden in de donkere kelder Sarasani, van Holly Hasenbos, aan de Oudegracht en deden mee aan jamsessies in sociëteit De Maartenshof in de Loeff Berchmakerstraat. Daar maakte Dick kennis met Erik van derWurff, componist, pianist en vaste begeleider van Herman van Veen. "Ik speelde zelfs weer bij Geesbergen, met het Frans Kruyscombo. Met The Froggs, die hun naam in Mayflower hadden veranderd, ging ik twee maanden naar Nice voor een serie optredens. Daar kreeg ik een brief van Erik van der Wurff met het verzoek in het begeleidings-orkest van Herman van Veen te spelen. Dat heb ik een tijdje gedaan, we hebben de elpee Voor Een Verre Prinses nog opgenomen, maar ik keerde iedere keer toch terug naar Mayflower. Dat bleef de basis."



TON VAN DEN BERG
UTRECHT