Oscar van Dam schreef 7 juli 2007 in Amigoe


Herman van Veen Ambassadeur voor de rechten van het kind


De Nederlandse muzikant, zanger en auteur Herman van Veen verzorgde vorige week twee succesvolle optredens in Teatro Luna Blou. Hij is tevens beeldend kunstenaar, zijn schilderijen zijn te zien in Mon Art Gallery in Riffort Village. Van Veen geniet internationale bekendheid en die bekendheid zet hij in voor verbetering van de levensomstandigheden van kinderen. Ook op Curaçao.


Met zijn muzikale, autobiografische programma's in het Nederlands, Engels, Frans en Duits reist Herman van Veen de hele wereld over. Hij is vermaard als ambassadeur voor Unicef en zijn inzet voor de rechten van kinderen (zie kader biografie).
In 2006 gaf hij, na 25 jaar afwezigheid, op Curaçao concerten, waarvan de opbrengst ten goede kwam van de Aids Stichting Curaçao. Dit jaar golden zijn optredens opnieuw als fundraising. "De Aids Stichting gebruikt het geld voor een Aids Awareness Program," zegt Van Veen, die via de stichting bekend is met de situatie van met HIV/Aids besmette kinderen in de Antillen. "Meer begrip voor de slachtoffers en hun familie, dat is wat we willen bereiken. Mensen moeten zich er meer van bewust worden hoe ze besmetting kunnen voorkomen." Van Veen zegt dankbaar te ziin dat hii de stichting, die wordt geleid door zuster Monica Kappel, met zijn optredens kan steunen. "Behalve de Aids Stichting, steun ik ook de GGD op Curaçao bij een meer wetenschappelijk traject. Daarvoor zijn in Europa gesprekken gevoerd. Er is een flink aantal fondsen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek." De studie is een initiatief van de verzamelde artsen op het eiland, die vorig jaar een lezing bijwoonden van de arts Hugo Tempelman, specialist op het gebied van aidsbestrijding en lange tijd werkzaam in Zuid-Afrika. Hij waarschuwde dat de situatie op Curaçao vergelijkbaar is met de situatie in Zuid-Afrika tien jaar geleden, en dat een vergelijkbare explosieve stijging van het aantal aidsbesmettingen dreigt. Van Veen: "We moeten er alles aan doen om te voorkomen dat Curaçao wordt geconfronteerd met een aids-epidemie zoals in Zuid-Afrika."

Herman van Veen is bezig met een boek, getiteld 'Medemens'. Daarin beschrijft hij zijn reizen naar ontwikkelingslanden. DE artiest is al meer dan veertig jaar vrijwilliger voor Unicef. "Op mijn zeventiende meldde ik me aan, en sindsdien zet ik me in voor de rechten van kinderen," zegt Van Veen. "Ik ben nu internationaal ambassadeur, en daarover doe ik in het boek mijn relaas." De publicatie van het boek wordt gesponsord door een aantal grote Europese farmaceuten en de opbrengst van de verkoop is bestemd voor de GGD op Curaçao, als bijdrage voor het wetenschappelijk onderzoek naar de incidentie van aids op Curaçao.
Elke samenleving kent dode hoeken, aldus Van Veen. "Dezelfde dode hoeken als in het wegverkeer. Die dode hoeken kennen de grootste gevaren en die moet je benoemen, zodat je er iets aan kunt doen." Van Veen refereert aan vrouwen uit Haïti die illegaal op Curaçao verblijven. "Ze bestaan tegelijkertijd niet en wel," zegt hij. "Ze zijn moeilijk te bereiken, maar ook zij hebben voorlichting nodig."


'De zon, de wind...
Als God de kracht van
de natuur is,
is Hij op Curacao sterker
aanwezig'




De afgelopen tien dagen heeft Van Veen op Curaçao geschilderd, op het eiland vond hij rust en inspiratie. De schetsen die hij vorig jaar maakte, werkte hij in Nederland verder uit en hangen nu, de verf nauwelijks droog, in de Mon Art Gallery. De expositie heet In één adem. Met op elk schilderij vermeld 'Juli 2007 Curaçao'. "Voor mij is In één adem een bijna spirituele articulatie. Ik moest schilderen wat ik in een zucht had gezien, maar bevond me door de passaatwind ook letterlijk in een zucht. Ik waaide soms bijna van het balkon waar ik stond te schilderen."
Het hotel waar hij verbleef, biedt uitzicht op zee. "Die zee, die houdt maar niet op te bewegen. Ik vind dat verbijsterend. Het maakt de mens ongekend nederig." Ook de zonsondergang maakte diepe indruk op hem. "Voorafgaand aan het donker is er een rode, doordringende gloed. Ik heb geprobeerd met mijn schilderijen een fractie daarvan te bewaren. Wat ik letterlijk een oogopslag noem." Behalve in blauw, rood schilderde hij in diepzwart en bruin. "De rotsen op het eiland zijn bijna houtkleurig. Vooral waar de rotsen dat zwarte monster raken, de zee. Dat is vreselijk mooi. Dat zijn bijna Middeleeuwse kleuren."
Al schilderend en schrijvend denkt Van Veen veel na, het is voor hem een vorm van bezinning. "Wat wij doen," zegt hij, wijzend naar Edith Leerkes, zijn vaste begeleider op gitaar, "is de wereld rondreizen en muziek maken. Op grote en kleine podia, in kroegen en cafés, op pleinen en in townships. Overal ontmoeten we mensen, vaak inspirerende en interessante personen. Zo kwam ik op het idee om via de Herman van Veen Foundation iets op te zetten wat je zou kunnen vergelijken met een 'Michelin Gids' met organisaties die zich bezighouden met het het oplossen van problemen, wereldwijd. Ik heb een lijst gemaakt van vijfentwintig valide organisaties die volgens deskundigen een kosher karakter hebben. Een soort keurmerk voor organisaties that make a difference."
In elk land waar hij optreedt, zou hij hulp kunnen bieden, beseft Van Veen. "Dat doe ik ook, maar niet alleen, altijd samen met lokale organisaties." Hij wil geen afhankelijkheid kweken. "Het is een cliché, maar wel waar: het is hulp tot zelfhulp. De tijd van bevoogding is| voorbij. De duurzaamheid moet worden gewaarborgd. Dus niet alleen een project financieren, maar ook voor follow up zorgen. Dat hoeven wij niet zelf te doen, ( maar we kunnen wel ideeën aandragen. Een duwtje in de rug geven, soms is er niet veel meer nodig dan dat." Van Veen heeft mensen lief, hij inspireert en laat zich graag inspireren, hij houdt van de interactie met het publiek. "De| respons op de optredens in Teatro Luna: Blou was overweldigend, we hadden wel vier, vijf keer kunnen optreden, zoveel reacties hebben we gekregen."

Zijn shows beschrijft hij als een 'vertel-dagboek'. "Alles is autobiografisch," zegt Van Veen. "Maar de uitvoering is afhankelijk van de plaats waar we spelen. Ik zou op Curaçao nooit dezelfde voorstelling kunnen geven als in Nederland." Wat is het verschil? Van Veen denkt even ' na: "Op Curaçao voel je bij het publiek een hang naar nostalgie, heel anders dan in Europa. Er is op Curaçao een ander tijdsbesef." Edith Leerkes geeft een voorbeeld:,,Herman zingt over Mika-plaatjes die vroeger in de kachel werden gebruikt. Die plaatjes gingen altijd stuk, ze blakerden. Voor mensen op Curaçao bij wie dit herinneringen oproept, gaat het over een heel andere wereld, het vroegere Nederland, ver weg in tijd en plaats. Het leven op het eiland is niet Europees, maar Ca-ribisch-Europees."
Herman van Veen vult aan; "Veel Curaçaoënaars leven in een spagaat. Ze brengen hun jeugd door op Curaçao, volgen een opleiding in Nederland, komen weer terug. Of omgekeerd. Constant reizen, en een constant gemis. Een stereo-thuis-gevoel."
Volgens Van Veen is er bij Curaçaoënaars de neiging om bepaalde aspecten van de Nederlandse cultuur 'sterker te bewaken dan in Nederland'. "Wat in Nederland als oubollig wordt beschouwd, kan hier een oprechte herinnering zijn." Het publiek is over het algemeen vrolijk van aard, heel licht, zegt hij. "Er is hier altijd muziek, waar je ook bent." De krachten van de natuur, de zon, de wind spelen volgens hem een belangrijke rol. "Ik zing tijdens de voorstelling een liedje over mijn kleinzoon die zegt" 'Opa, God bestaat'. Ik vraag hem: 'Hoe kom je daar bij?', waarop hij antwoordt: 'God is de wind." Lachend: "Dat betekent dus dat God op Curaçao sterker aanwezig is dan in Nederland; het waait hier veel meer en veel harder." Hij zingt ook dat God de zon is die je gezicht verwarmt. Van Veen: "Als God de zon is, is hij hier ook sterker."

De expositie 'In één adem' van Herman van Veen in de Mon Art Gallery in Riffort Viüage is te zien tot en met 26 juli.


Tekst: Oscar van Dam