In nummer 4 van ZIN (april 2007) schreven Ruud van Gessel en Henk Roozenboom


Vader en dochter Van Veen: Samen einzelgänger


In Gedeeld leven vertellen bekende Nederlanders en hun eveneens bekende kinderen ieder afzonderlijk hoe zij hun onderlinge relatie ervaren. Deze maand: vader Herman en dochter Babette van Veen.


foto: Pim Thomassen


Herman:
"Ik heb nooit het gevoel dat ik 'een ouder' ben. Ik voel me altijd één met mijn kinderen. Naarmate ik ouder word, merk ik dat zij veel meer weten dan ik. Dat is ook feitelijk zo. Zij zijn wijzer. Ik heb alleen andere ervaringen dan zij. We waren pas drieëntwintig toen we Babette kregen. Wat dat betreft is zij opgevoed door kinderen. Dat was gewoon in die tijd. Je kreeg verkering, verloofde je, trouwde en kreeg kinderen. Als je er even niet uitkwam met de opvoeding had je het boek van Dr. Spock en dan zei je: 'Zie je wel, we doen het helemaal fout.' We hebben niets anders laten zien dan wat er gebeurde, de feiten zoals ze zijn. Die waarheid is de enige norm. Als ik het een noemer moet geven, is dat hetzelfde wat mijn vader altijd tegen mij zei: 'Blijf overeind, het zal zo'n vaart niet lopen.'"

Babette:
"Hij heeft me altijd gezegd dat 'gelukkig zijn' het belangrijkst is. Wat ik verder ook zou gaan doen met mijn leven, ik moest ervoor zorgen dat ik gelukkig zou zijn met wat ik doe. Dat doe ik tot op de dag van vandaag en heb dat volgens mij altijd gedaan. Toen ik jong was, was dat wat minder duidelijk. Ik had geen overzicht, en onderging het allemaal. Als ik geboeid naar een les zat te luisteren, vergat ik aantekeningen te maken en snapte nog niet dat ik dat nodig had voor een proefwerk. Zo ging ik naar België om een toneelopleiding te volgen. Dat was best ingewikkeld. In de jaren tachtig had je nog geen mobieltjes. Ik had zelf ook geen telefoon op mijn kamer en was dus best van de buitenwereld afgesneden. Dat was wel even een reality check. Ondanks de leuke dingen die ik daar ook heb meegemaakt, was ik daar niet zo gelukkig. Ik kreeg het daar toen even niet voor elkaar. Ik heb het twee jaar geprobeerd en ben gaan werken."

Herman:
"Dat ze naar Antwerpen ging, heb ik heel moeilijk gevonden. Ik was van mening dat Studio Herman Teirlinck voor bühnekunstenaars de beste school was. En Antwerpen is in vele opzichten een anders boeiende stad dan Amsterdam. Antwerpen is ons qua dans, cabaret en theater voor en dan met name in de vormgeving. Ze heeft mijn advies daarin gevolgd. Ik vond het geweldig spannend dat ze in een andere stad op kamers ging wonen. Ik had een vriendin die daar woonde gevraagd voortdurend een oogje in het zeil te houden. De stap dat een kind uit huis gaat, naar een ander land of andere stad, heeft een implosieve betekenis. Ik word en blijf daar stil van. Het zijn al die hele grote 'grote-mensen-stap-pen'. Dat kon ik zien. Hoe ze haar schouders eronder stak. Haar manier van doen. Daar is ze geweldig sterk in geweest, in haar uppie. Het is allemaal erg onzeker en die opleidingen zijn soms rücksichtslos. Dat zijn processen op een heel kwetsbare leeftijd. Dat vind ik niet niks."

" Babette:
"Achteraf was het de juiste keuze. Na die twee jaar kreeg ik een rol aangeboden in de Belgische film Blueberry Hul. Dankzij die praktijkervaring kreeg ik het gevoel dat ik het allemaal niet voor niets heb gedaan en nog steeds doe. Ik ontdekte dat dat was wat ik wilde. Ik was me er wel van bewust dat ik de nodige ervaring en bagage nog niet in huis had, maar besloot die verder zelf bij elkaar te gaan sprokkelen. Ik werd me ervan bewust dat ik me beter moest voorbereiden. Ik wilde beslagen ten ijs komen. Ik moest gaan werken, wilde zeker niet in de bijstand. Toen kwam GTST op mijn pad. Ik vond dat geweldig al moest ik om vijf uur opstaan. Ik had er iedere dag weer zin in. Mensen hadden wel kritiek, maar je moet ook een gokje wagen, vind ik. Zo heb ik een heleboel leuke dingen meegemaakt. Toen ze me vroegen voor Dancing on ice sprong ik een gat in de lucht."

Herman:
"Haar talenten zijn zeer divers. Zij zou zo maar arts of zakenvrouw hebben kunnen worden. Ik was zeer verrast dat ze dingen in mijn veld ging doen. Dat doet ze op een heel eigen manier en ze heeft daarbij verbijsterend veel succes gehad. Alles wat ze doet, weet ze op een of andere manier handen en voeten te geven zodat ze er 'mee' en er 'van' kan leven. Maar ze is altijd bij zichzelf gebleven. Ze is heel bright en volstrekt oprecht in alles wat ze doet. Zo'n ijsdansshow doet ze met een speels enthousiasme. Het kan haar geen moer schelen wat men daar van vindt. Dat heeft ze haar hele leven gehad. Ze is een einzelganger die toch niet zonder anderen kan. Ik vind dat ze prachtig kan zingen, alleen vindt ze het niet nodig om dat helemaal uit haarzelf te peuren. Het moet gezellig blijven en geen verplichting zijn. Ze is absoluut niet veranderd. Het is nog steeds dat kleine meisje van de foto in mijn boekenkast waarop ze in de deuropening staat. Alleen is het nu een vrouw die in de deuropening staat, met alle mogelijkheden die ze al gehad heeft en alle kansen die ze nog voor zich heeft."

Babette:
"In groep vier ontdekte ik dat mijn vader beroemd was. Een meisje vroeg aan mij wat hij deed en ik vertelde dat hij liedjes zong. Welke liedjes dan? Niet alleen haar mond viel open, maar de mijne ook. Het bleek dat zij die liedjes ook kende! Ik was me tot op dat moment nog nooit bewust geweest dat anderen naar diezelfde radio luisterden. Vanaf dat moment ga je wel meer dingen zien. In de studio was iedereen altijd extra aardig voor me. Ik zag het ook op feestjes. Als hij de kamer binnenkwam, ontstond er direct een soort onrust en ik moest als het ware een sprintje trekken om naast hem te kunnen zitten. Daar kon ik moeilijk tegen. Dat ik als kind steeds die aandacht moest delen. Ik ben er wel trots op wat hij allemaal doet en heeft gedaan, maar kan er niet tegen als mensen hem behandelen alsof hij brood breekt. Het is natuurlijk wel zo dat hij dingen zegt waar mensen echt wat aan hebben. Maar bij sommigen lijkt het wel of hun levensgeluk daarvan afhangt. Ik vind het echt vervelend dat ze hem daarmee belasten. Dat is de keerzijde van zijn talent. Ze moeten hem meer ruimte geven. Wat ik doe is van een heel andere orde. Wij zingen juist liedjes ter afleiding en hebben gewone fans."

Herman:
"Ik ben altijd ongelooflijk trots op haar houding geweest. Zij is een persoon die dicht bij zichzelf is gebleven. Ze luistert heel goed naar je en schroomt het advies niet, maar maakt uiteindelijk haar eigen keuzes. Het moet op haar eigen manier. Dat bewonder ik. Ik weet uit ervaring dat dat niet eenvoudig is. We lijken natuurlijk erg op elkaar. Ik herken haar eenzaamheid als die van mij en zij herkent dat van mij. We hoeven elkaar maar aan te kijken en we weten verdomd veel van elkaar. Daar is geen taal voor nodig. Wat de geschiedenis ook met haar voor heeft, ze zal het op haar eigen manier doen."

Babette:
"Zingen staat heel dicht bij me en ik heb dat ook altijd willen doen. Mijn vader is met zingen zo groot geworden dat het voor mij erg ingewikkeld is om datzelfde te gaan doen. Ik weet, ik ben jonger en leef in een andere tijd, maar je blijft ermee te maken hebben. Iedereen is altijd zo lovend over mijn vader. Dat betekent automatisch dat ze datzelfde ook van mij verwachten. Hij heeft zoveel bereikt! Ik moet niet eens proberen daarbij in de buurt te komen. Ik wil ook alles goed en perfect doen, maar die lat ligt voor mij wel erg hoog. Ik kan dat niet, daar ben ik nuchter genoeg voor. Ik wil wel voor iets vechten, maar het moet ook redelijk makkelijk -"

Herman van Veen:
'Babette is volstrekt oprecht in alles wat ze doet' -" gaan. Nu ben ik jazz-zangeres in een bigband. Daar ga ik helemaal voor. Ik wil het perfectioneren, hoeveel lessen ik ook moet nemen. Maar vechten tegen de bierkaai doe ik niet. Je moet onze talenten ook niet vergelijken."

Herman:
"Het meest bewonderd en ervaren heb ik haar in haar zwangerschap. Maar daarin heb ik haar ook het meest gemist. Dat gaat zoveel verder dan een man ooit kan ervaren. Ze was toen lichtjaren dichtbij maar, het is een paradox, op hetzelfde moment onherroepelijk verdwenen in jou. Dus ik miste haar niet concreet zo van 'vrijdagmiddag om half twee'. Nee, dat is van een ongekende grootheid."

Babette:
"Vanaf mijn derde ben ik gewend dat ik bij mijn moeder woonde en mijn vader ergens anders. Ik kan daarom niet zeggen of ik mijn vader wel eens gemist heb. Voor mij was de situatie duidelijk. Ik woonde bij mijn moeder. Ik zag mijn vader niet bij het ontbijt. Ik heb ook nooit met de gedachte gespeeld dat ze maar weer bij elkaar moesten gaan wonen. Je ziet gewoon dat die twee werelden niet met elkaar stroken. Daarnaast ben ik altijd erg zelfstandig geweest. Ja, dat vangnet en die huiselijkheid heb je dan 'effe' niet, het hoort er ook bij! Aan de andere kant was hij er ook vaak voor me. Soms was dat minder leuk. Als ik met een slecht rapport thuis kwam, kon ik een preek verwachten. Dan vormden mijn ouders echt een front van boosheid. Niet dat het hielp, ik wist dat mijn prestaties daar niet door zouden verbeteren."

Herman:
"Wat ik Babette nu mee zou willen geven? Ik zou haar willen zeggen: zie! Zie wat er is en beleef het met volle teugen. Het is allemaal heel erg betrekkelijk. Als je mijn leeftijd hebt, zie je hoeveel echte vrienden, maten, makkers, vriendinnen en partners er inmiddels al dood zijn. Dus geniet hét en zie hét vooral. Ineens is je kind zo maar vijfendertig. Dat is onbeschrijflijk. Ik ben een verwoestend actieve man om maar één reden: ik geniet er zo fenomenaal van. Zie die boom! Zie dat water! Zie je handen! Zie wat je leest en realiseer je dat het maar even is. Een eeuwigheid is nog geen honderdste seconde. De Engelsen zeggen 'time flies'. Ik zou dat willen toppen met 'de tijd raast'! Dat besef is je gezondheid: bewondering, verbazing, nieuwsgierigheid. En dat heeft Babette in ruime mate."

Babette:
"Nu ik zelf kinderen heb, ontdek ik dat ik toch anders bezig ben dan mijn ouders. Zij wilden me meer klaarstomen voor de maatschappij. Ik probeer ze zo op te voeden dat het open en prettige kinderen zijn en worden. Mensen die je graag in je buurt hebt. Ik wil ook niet dat ze snel murw worden van alles dat op hen afkomt. Dat ze zich kunnen ontplooien en gelukkig kunnen zijn. Ik wil dat ze zich blijven verwonderen over dingen."