Limburgsch Dagblad

Knap cabaret van Herman van Veen

3 november 1969

Er zijn cabaretiers, die het voornamelijk van hun teksten moeten hebben, er zijn er die het best blijken in hun liedjes en er zijn er ook die de twee elementen - conference, liedje - samen zo doseren dat er een vorm van evenwicht ontstaat. Het is een ruwe verdeling die hier gemaakt is, dat weet ik, maar zij mag zo grof zijn, omdat het er niet alleen maar om gaat te verduidelijken, dat Herman van Veen bij deze - min of meer geijkte - groepen niet onder te brengen is.


Hij moet het namelijk overal van hebben, en heeft dat ook. Hij musiceert, danst, mimet, praat en zingt; en dat alles met een formidabel overwicht op de zaal. Dit viel zaterdag en zondag in ieder geval te constateren in de Maastrichtse stadsschouwburg.
Als van Veen - hij is jong (24) en afgestudeerd (viool, zang en AMV) aan het Utrechts Conservatorium - op het podium komt, dan is hij er ook.
Hij is van het "niet van het toneel weg te branden" theatertype. Die hele persoonlijkheid, gesteund door rysrek, dat kennelijk talloze mogelijkheden biedt, wordt gebruikt om het publiek bezig te houden.
Goed, hij doet dat niet alleen. Juist een man als Herman van Veen, die een conservatoriumopleiding achter zich heeft, kent de mogelijkheden welke de muziek biedt.

Hij buit dat volledig uit samen met zijn combo, dat onder leiding staat van pianist Laurens van Rooyen.