Piet Snijders schreef 28 oktober 2006 in het Eindhovens Dagblad


Herman van Veen in topvorm voor volle Enck


OIRSCHOT - ’t Was ronduit een voorrecht om zaterdagavond Herman van Veen te zien optreden in De Enck in Oirschot. De grote podiumkunstenaar zit midden in een Frans-Zwitserse toernee en komt pas in het voorjaar 2008 weer met een nieuwe show in de Nederlandse theaters, te beginnen in Eindhoven.

Voor slechts een vijftal voorstellingen -invalbeurten voor de vorig seizoen ziek geworden Robert Long- heeft hij zijn actuele buitenlandse programma echter omgezet in een kleinschalige show voor Nederlands publiek, en daarmee stond hij zaterdag in De Enck.

Enkel Herman van Veen en gitariste Edith Leerkes waren aangekondigd, maar in Oirschot was ook begeleider Erik van der Wurff - al 44 jaar een vast maatje van Van Veen - van de partij en dat gaf de (snel) uitverkochte voorstelling body.

Tegelijk was er in het relatief kleinschalige theater van Oirschot sprake van grote intimiteit. Je hebt niet vaak de kans om Herman van Veen van zo nabij aan het werk te zien. Het voorrecht lag verder opgesloten in de voorstelling zelf, want Van Veen bleek in topvorm. Zijn openingsnummer op viool -ooit het instrument waarop hij aan het conservatorium afstudeerde- werd begroet met ovationeel applaus en dat bleef rondwaren tot de vierde -of waren het er vijf?- toegift toe. Daartussen bood Van Veen een zeer complete staalkaart van alles wat hem groot heeft gemaakt: ingetogen beschouwende of juist heel vrolijke liedjes, dichterlijk engagement, subtiele grappen, virtuoos instrumentaal werk -met dank ook aan Leerkes en Van der Wurff- en doldwaze conferences, waarvan die in ’t plat Utrechts onverbeterlijk zijn.
Verbazingwekkend ook met hoe weinig middelen - een koffertje pingpongballen, een paar balonnen aan touwtjes - Van Veen de steriliteit van het concertpodium wist om te toveren tot het speelplein van de harlekijn. Wat het optreden ook bijzonder maakte was de voortdurende twinkeling in zijn ogen. Ze verraadden dat Van Veen er gewoon zin in had om het publiek te vermaken.

Hij bracht zijn grappen alsof hij ze ter plekke verzon. Die spontaniteit in combinatie met meer dan veertig jaar podiumervaring leverde pure voordrachtskunst op. De mensen die voor zijn hits kwamen - Hilversum III, Zo Vrolijk, Liefde van Later en zelfs het vergeten Cirkels - werden en passant ook op hun wenken bediend.
Sommige van die liedjes hebben in de loop der jaren aan kracht en diepgang gewonnen omdat Van Veen intussen de zestig gepasseerd is. Sympathiek was tegen het einde het nummer ’Laat me’, waarmee hij een hommage bracht Ramses Shaffy, een van zijn grote voorbeelden in het theater. „Mijn optredens”, vertelde hij na afloop, „zijn een soort logboek geworden van mijn leven. Ik zing altijd wat ik op zeker moment werkelijk voel en met die gevoelens probeer ik de mensen iets mee te geven.” Van Veens publiek heeft dienaangaande nog van alles tegoed, want de man zit zelfs in de kleedkamer nog aan nieuw materiaal te werken....

Herman van Veen, Edith Leerkes en Erik van der Wurff. Gezien in Oirschot, zaterdag 28 oktober.