Wilma Nanninga schreef 21 december 2006 in De Telegraaf


HERMAN VAN VEEN: EEN ECHTE FAMILIEMAN

„Ik mis mijn moeder”


HET LIEFST viert Herman van Veen de kerst met zijn familie. De 61-jarige entertainer verheugt zich erop dat hij de feestdagen opnieuw deelt met zijn naasten, die bij hem thuis op bezoek komen. „Mijn zoon zei enkele weken geleden: ’We doen het op tweede kerstdag bij jullie en dan hoeven jullie niets te doen’. Dan zeg ik: da’s mooi jongen…”


Nieuw boekje opgedragen aan overleden assistente


Herman van Veen heeft zijn diepste gevoelens gebundeld. Begin deze maand verscheen een boekje plus cd van Herman van Veen met daarin enkele van zijn poëtische liedteksten. Het is een soort emotionele biografie geworden. Zijn moeder, zijn kinderen. Ze komen er allemaal in voor. Het werk is opgedragen aan Franka Daels, die jaren zijn persoonlijk assistente was. „Kanker heeft haar opgevreten”, stelt de kunstenaar vast.

Franka Daels, die afgelopen zomer overleed aan kanker, was één van de beste maatjes van Herman van Veen. Speciaal voor haar stelde hij een persoonlijk boekje samen. „Zij was jaren mijn persoonlijk assistente. Franka ken ik vanaf 1971. Acht jaar heeft ze aan mijn zijde gestaan. Ze was journaliste. Van het Belgische blad Knack. Zo heb ik haar leren kennen. Wij zijn in de jaren daarna soulmates geworden. Niks kwam er tussen ons. Met haar heb ik de hele wereld over gereisd. Bij elk optreden, waar ook ter wereld, was ze erbij. Maar toen ze verliefd werd op de Vlaamse cartoonist Zac, is ze terug naar België gegaan. Maar altijd hebben we goed contact gehouden. Als we elkaar zagen, spraken we over literatuur en poëzie. Inmiddels was ze alweer een hele tijd terug in België. De laatste drie jaar heeft ze gevochten tegen die vreselijke ziekte…”


Onthutsend


Jarenlang werkte Franka bij de toneelschool in Antwerpen. „Maar ze is gepakt door kanker”, vertelt Herman. „Die heeft haar opgevreten. Dat is onthutsend om te constateren. Ze is vijftig jaar geworden en dus veel te vroeg overleden. Ik heb dit aan haar opgedragen. In het boekwerkje en op de cd staan stukken die voor haar speciale betekenis hadden. Oude en nieuwe stukken, die ik de afgelopen maanden heb heropgenomen. Het is een reis door mijn leven geworden. Ik geef mezelf in dit boekje. Het mooie is dat het bij de boekwinkel te koop is.”

Bij elke liedtekst van Herman in het boekje staat een foto, die verwijst naar de band die Herman met die persoon heeft.


„Kerst bij ons is eten en muziek maken”


Ook zijn vijf jaar geleden overleden moeder krijgt een eerbetoon. „Mijn moeder leeft voort in mijn beleving”, zegt de kunstenaar. „Weet je wat het bijzondere is? Hoe ouder ik word, hoe meer ik me van haar herinner. En dat gaat gepaard met meer waardering. Dat is een rijkdom. Ik mis haar. En niet alleen ik. Ook mijn zusters en mijn kinderen missen haar. Ze was het centrum van de familie. Ze stond midden op een rotonde en regelde alles. Mijn kinderen konden bij haar terecht. Voor alles. Ze had altijd een pleister, zeg ik maar, voor de problemen tussen haar kinderen en de kleinkinderen. Mijn kinderen gingen naar haar toe als er wat was. Ze loste dingen met grapjes op. Overal en altijd maakte ze grapjes.”


Kerstconcert


De familieband is sterk bij Herman van Veen. „Voor mij is het stilstaan bij je familie. Kerst is samen eten. Samen zingen”, stelt de kunstenaar vast. „Vorig jaar hebben we thuis een klein kerstconcert gegeven. Met de kinderen en kleinkinderen. Mijn kleinzoon zong ook een liedje en had daarmee zo veel succes dat hij vroeg om het nog eens te zingen. Ha ha.”

„Vanuit een kindergedachte is een kerstbal iets schitterends”, herinnert Herman van Veen zich. „Je ziet er de hele kamer in. Het is mooi als je kleinkinderen dat ontdekken. Het zijn die details die kerstdagen tot iets bijzonders maken.”


Traditie


Het is een diepgewortelde traditie. „Op deze manier kerst vieren komt van huis uit. We deden dit thuis vroeger al. Mijn opa was predikant. Die had vaak het hoogste woord en mijn moeder noemde hem christelijk hysterisch… Ja. Er was ruimte voor eenieder. Opa en oma galmden de kerstliederen door het huis. En er werd altijd uit de bijbel voorgelezen. Daarna werd er gegeten… Uiteindelijk gingen we schaken. Dat wil zeggen: de vrouwen deden de afwas. De mannen gingen schaken. Dat leidde altijd tot ruzie: over het terugzetten van schaakstukken, welteverstaan. Als iemand zich bedacht over de verplaatsing van zijn schaakstukken, maar het stuk was al losgelaten, ontstonden er altijd conflicten. Maar niet voor lang, hoor. Want daarna kwamen de koude borrels. Dan verdwenen alle meningsverschillen, daar kan geen rechter tegenop. Met kerst lijkt het dan ook wel of je twee dagen op aarde bent… Het heeft met bezinning te maken. Met rust. Je viert een wonder. Laat ik het zo zeggen.”

Ontroering zit tijdens de kerstdagen in kleine dingen. „Vanuit een kindergedachte is een kerstbal iets schitterends”, herinnert Herman zich. „Je ziet er de hele kamer in. Het is mooi als je kleinkinderen dat ontdekken. Het zijn die details die het tot iets bijzonders maken. Het is dus vooral nostalgie. Dat wil toch niemand overslaan?”

Kerst heeft voor Herman van Veen met geloof te maken. „De Kerstman is zeker niet waar het bij kerst over gaat”, is zijn overtuiging. „Kerst gaat over de vermeende geboorte van de zoon van God. Tenminste, iedereen noemde hem zo, behalve hijzelf… Het is complex om over je geloof te praten”, vervolgt hij. „Ik heb geen godsbeeld. Voor mij is God respect voor alles wat ik niet begrijp. Dat komt er wat mij betreft het dichtst bij. Het is een mechanisme wat mij boven de pet gaat. Speciaal voor dat mooie kerstfeest heb ik een lied geschreven: God is de wind.”




God is de wind
die door je haar waait.
God is de zon die je
gezicht verwarmt.
God is geen bijbel
God is geen wet
God is geen beeld
God is geen oordeel
God is een vlok.
God is de sneeuwvlok
die op je hand smelt.
God is een woord dat
in je hart woont
God is een traan
God is een kus





21 december 2006