Stichting Roos, opgericht door zanger Herman van Veen, verwierf september vorig jaar bekendheid met de onthulling van het Internationale Monument voor het Onbekende Kind. Dat monument, ingericht op verstrooiterrein Delhuyzen langs de Apeldoornseweg, bestaat uit een aantal stenen, afkomstig uit vele landen van de wereld. Inmiddels hebben of krijgen, dankzij het Nederlandse initiatief, ook Duitsland en Polen (nabij de woning van voormalig president Lech Walesa) een dergelijk monument.

Vanuit de gedachte wat het betekent een kind te verliezen, kijkt Stichting Roos hoe schrijnende situaties verbeterd kunnen worden. Van Veen en zijn sympathisanten, onder wie prinses Irene, maken zich vooral druk om oorlogskinderen, straatkinderen en kinderen die worden mishandeld, misbruikt of uitgebuit.

Op de eerste dag van de vredesmars gaat het van Delhuyzen naar Doorwerth. Daarna naar Elst in de provincie Utrecht, naar Driebergen, per trein naar Woerden en weer te voet naar Zoetermeer, naar Wassenaar en tot slot op 5 mei naar Den Haag, waar in de Kloosterkerk een vredesviering zal plaatsvinden.

Per dag wordt ruim twintig kilometer gewandeld. De organisatie heeft gezorgd voor een 'basisgroep' van zo'n vijftig wandelaars. Mensen die willen meelopen, kunnen dat per dag doen, maar mogen ook het hele traject aansluiten. 's Avonds is er steeds een activiteit. Zo zal prinses Irene op 4 mei een meditatie verzorgen. Er wordt doorgaans overnacht in jeugdherbergen.