Kees Helleman schreef in het december nummer van 2006 in SENA Performers


Hoeden af voor Herman van Veen


"GOED ZO JOCHIE...!" DE HIJGENDE, IETS VAART MINDERENDE EN VAN NEK TOT BILNAAD NATTE MIDVOOR GRIJNST BREED BIJ Z'N PESTERIGE OPMERKING. DIRECT DAARNA WEER DOORDENDEREND MET DE BAL AAN DE VOET GEEFT HIJ ME EN PASSANT EEN HARTELIJKE AAI OVER M'N KOP. ZIJN PLATENMAATSCHAPPIJ POLYDOR EN DIE VAN MIJ, EMI-BOVEMA, VOETBALLEN ERGENS IN DE JAREN ZEVENTIG TEGEN ELKAAR EN IK STA NOG GEEN MINUUT ALS RESERVE-RESERVE-VERDEDIGER OPGESTELD. UIT ONTZAG VOOR DE ONWAARSCHIJNLIJK HOGE SNELHEID WAARMEE HET DUO BAL & VAN VEEN OP ME AFKOMT, MAAK IK EEN FERME DUIK ZUWAARTS, TENEINDE HET VOORTVARENDE TWEETAL GEEN STROBREED IN DE WEG TE LEGGEN. ZO'N UITERST SPORTIEF GEBAAR HEEFT HERMAN VAN EEN VERDEDIGER NIET VERWACHT, VANDAAR ZUN "GOED ZO JOCHIE...!"

Herman staat niet alleen als voetballer bekend, maar ook als warm pleitbezorger voor sportief gedrag op veld en tribune. Dit ondanks zijn onverholen afkeer om "met klereweer op een Utrechtse tribune tussen twee boekensteunen naar tweeëntwintig armoedzaaiers te kijken, die over de penaltystip struikelend per ongeluk een doelpunt scoren dat ook nog 's door een ongelofelijke (k)flutscheidsrcchter wordt afgekeurd".

De KNVB-jeugdklassers zullen ongetwijfeld de voorhoedespeler en stripheld Jan DeMan kennen die met Herman de Oranjekaart bedacht, de overigens bloedserieuze sportiviteitsprijs van de KNVB. "De Oranjekaart is een compliment voor sportiviteit die uitstijgt boven winnen of verliezen," zegt Herman. Voorwaar een olympische gedachte.


SUZANNE


De Griekse godin Stultitia, sinds eeuwen 'de lof der zotheid' over de wereld predikend, wordt in 1965 door haar Nederlandse zaakwaarnemer Erasmus op een beginnende 20-jarige Utrechtse theaterclown gewezen. Een jongeman, die in het televisieprogramma Voor de vuist weg van Willem Duys bezig is Wim Sonnevelds succesnummer De drie schuintamboers aan flarden te slaan. Zij ziet in hem een creatieve, erudiete, fantasierijke, filosofische, heldere, humoristische, maar bovenal muzikale man. Het lijkt haar lollig om hem te adopteren en in 1967 op het Utrechts Conservatorium te laten afstuderen in de vakken viool, muziekpedagogiek en zang, maar dan moet hij op het examen wel d'ïmprovviso - een solocantate van Caldara -zingen. Dat doet hij zó doldriest, dat de aardse examinatoren van hun stoelen ploffen. De godin grijpt lachend in, laat Herman stralend slagen en tipt Wim Kan.

In de jaren die volgen richt Herman met zijn vrienden Erik van der Wurff, Laurens van Rooij-en en Adriaan Verstijnen een organisatie op onder de naam Harlekijn. Herman doet daar van alles tegelijk. Hij schrijft poëzie, kinderboeken, scripts, composities, liedjes en teksten voor tekenfilms; hij acteert in speelfilms en toneelstukken. Harlekijn richt kweekbakken op voor buitengewoon talent. Daarnaast worden wereldwijd artistieke projecten opgezet ter ondersteuning van minder bedeelde kinderen. Er komen een toneel- en danstheater, een productie-bureau en een platenmaatschappij.

Als in 1969 de studenten het aan de stok krijgen met de gemeente Amsterdam slaat plots de vlam in de pan en wordt Het Maagdenhuis bezet.
In talloze huiskamers, achter de barricades en op Singel en Spui staan radio's op vol volume om burger, student en hermandad geen seconde nieuws te laten missen. Plotseling echter is het muisstil. Huiveringwekkend kaatsend tegen de schilderachtige grachtengevels stijgen de poëtisch gezongen tekstregels op uit een echoënd bed van Leonard Cohens weemoedig, melodieuze muziek: In de goot liggen de helden met een glimlach op de lippen... als Suzanne je lachend aankijkt en je wilt wel met haar meegaan, samen naar de overkant, en je moet haar wel vertrouwen, want ze houdt al jouw gedachten in haar hand.
Opstandigen wrijven met hun mouwen langs de vochtige ogen en een ME'er verschuift geroerd zijn klamme helm. Hermans allereerste hit Suzanne kan op geen betere plaats voor enige bezinning zorgen.


NAAKTE DUIZENDPOOT


"Trap nooit op de dromen van een vis," schrijft astrologe Linda Goodman. Herman is geboren op woensdag 14 maart 1945, dus vis. "Geef hem de kans ze waar te maken door hem te helpen een vaste ster te vinden waarop hij zijn boeg kan richten." Harlekijn? "Er zal dan een dag aanbreken waarop al die wilde, gekke dromen van hem, plotseling bewaarheid worden." Nou, dat is dan gelukt, want het bedrijf Harlekijn Holland draait op volle toeren rond de enthousiasmerende, magnetiserende en doordenderende persoonlijkheid van Herman van Veen. Kijk uw ogen even uit op zijn overvolle website en zie hoe een naakte duizendpoot, die ogenschijnlijk zeeën van tijd heeft, vrolijk fluitend (geluid aan!) aan u voorbij kuiert.

Kuieren doen Herman en ik ook over zijn verstilde landgoed in Soest. Herman praat over zijn liefde voor de natuur en over zijn vak. Als we bij de schaapskooi komen, zijn er twee personen in de weer: "Dat zijn mijn schaapmannen. Ze knippen de teennagels van de dieren, omdat die op het zachte gras niet afslijten en epileren ook de wenkbrauwen van de dames nog even." Met een por en zijn beroemde vlerkenlach maakt hij me net op tijd duidelijk dat ik het laatste maar niet moet geloven en komt terug op de eerder door mij gestelde vraag over hoe een show van hem ontstaat en antwoordt:

"Het proces van een show schrijven, bestaat bij mij niet. Het is elke dag een ideetje, een zinnetje, maar soms ook gewoon helemaal niks. Een show groeit geleidelijk. Je moet er natuurlijk enig talent voor hebben, maar het feit dat je talenten hebt is geen verdienste. Het gaat erom wat je ermee doet. Je hebt je talent gekregen en ook dat maakt je op een bepaalde manier schatplichtig." Ton Koopman, wiens eerste orkest aanvankelijk The Harlequin Baroque Orchestra heette, zegt over het laatste: "Ik zie het als een grote kracht van Herman dat naast hem in het bedrijf Harlekijn een Koopman kon groeien, die als volslagen onbekende binnenkwam. Heel bijzonder, want uiteindelijk begon het allemaal met zijn geld!"

Colombine, Mishigaz, Harlekijn, de Alfred Jo-docus Kwak Derde Wereld-Kledinglijn en de Herman van Veen Foundation, welke stichting ook in Zuid-Afrika actief is. Herman: "Die fo-kus op die regte van die kind om kinders die kans te gee om hul talente en kreatiwiteit te ontwikkel..."


BEETJE JEZUS CHRISTUS


Volkskrant-journalist Eric van der Berg verwoordt en relativeert in één mooi zinnetje het lichtverwarrende gevoel dat je na enige verdieping in de magie rond de figuur Van Veen en alles wat hij en zijn dub op touw zet, zou kunnen bekruipen: "Soms een beetje Jezus Christus, maar hij deugt echt." Een brief van een Zuid-Hollandse platenwinkelier zet ons na deze mijmering echter weer ferm met beide benen op de grond: "Bedenk dat van al wat is gedaan toch ééns rekenschap zal moeten worden afgelegd voor de levende God. Hierbij zenden wij U dan ook een 3-tal dubbelelpees Amsterdam Carré III van Herman van Veen terug." Hermans antwoord: "Maar als God bestaat, doet hij toch geweldig zijn best om dat voor ons verborgen te houden...!" Hoe dan ook, Herman zelf is uitermate betrokken bij onze samenleving in het algemeen en bij kinderen uit die samenleving in het bijzonder. Op zijn zeventiende wordt hij al lid van Unicef. In Mark Stakenburgs boeiende KRO-radioserie Voor l Nacht legt hij uit waarom:
"Ik las een indringend artikel in de Volkskrant over Unicef en herinnerde me hoe beroerd ik 't als kind met een ernstige nierziekte had in de nasleep van de hongerwinter. Dankzij de blikken comed beaf, biscuit, chocola en gecondenseerde melk uit de voedselpakketten van de geallieerden ben ik toen geweldig geholpen. Dat wil ik niet meer vergeten en ik voel me wat dat betreft verplicht. Op dit ogenblik zijn er een miljard kinderen op de wereld die geen schijn van kans hebben, terwijl heel die wereld de kinderrechten heeft onderschreven. De VN hebben allemaal keurig hun handtekening gezet en er vervolgens verdomd weinig mee gedaan, omdat ondertekenen ze niet verplicht! En dat vind ik echt schofterig..."


SENA AWARD


Het gerucht gaat dat in 2010 de Louis Davids Ring voor de vierde keer zal worden uitgereikt. De ring was sinds 1954 in het bezit van Wim Kan. Deze gaf de prestigieuze kleinkunstonderscheiding in 1976 aan Herman door, met de woorden: "Omdat hij ons vak een nieuwe dimensie heeft gegeven." Het was op dat moment dat de dartele kunstenmaker, de lyrische chansonnier, empathische tekstschrijver, eigenzinnige componist, brutale dwarshark, geniale alleskunner, karaktervol acteur en vrijmoedig conferencier waarschijnlijk voor de eerste keer met de mond vol tanden stond. Wie gaat straks deze zelden uitgereikte prijs ontvangen uit handen van Herman, toch een van de grootste erflaters der Nederlandse kleinkunst? Wat een belevenis zal dat worden.

Tijdens de viering van het 10-jarig bestaan van SENA in 2003 mocht Herman de SENA Award in de categorie Cabaret ontvangen, omdat hij gedurende die tien jaar het meest was gedraaid. Hij bedankte met de volgende woorden: "Muziek is het kader van ons bestaan. Het is daarom interessant te begrijpen wat SENA betekent. Het gaat iets verder dan de economische aspecten. Er zit ook een ethisch en een filosofisch aspect aan. Geweldig bedankt. Ik vind het een mooie prijs die verder gaat dan minuten. Dank u wel..."