Theo de With schreef op 31 december 2002 in het Leidsch Dagblad

Verjaardagsfeestje Alfred J. Kwak sluit serie in Schouwburg af



LEIDEN - Het zit erop. Meteen na de laatste voorstelling werd maandagmiddag begonnen met het afbreken van het decor. Herman van Veen pakt zijn koffers en verlaat na twintig uitverkochte voorstellingen met Alfred Jodocus Kwak de Leidse Schouwburg. Ongezien komt hij echter niet weg. De rest van het team verraste hem met een grote Alfred J. Kwak-taart. Een verjaardagstaart, want de eend is dertig.

Een gedenkwaardige dag dus voor Herman van Veen. Het is op de kop af precies dertig jaar geleden dat Alfred J. Kwak voor het eerst ten tonele wordt gevoerd. Den Haag had destijds de primeur. Op verzoek van het Residentie Orkest schreef de zanger/cabaretier een symfonisch sprookje en de eigenwijze eend kreeg de hoofdrol. Niemand had kunnen vermoeden dat Alfred in 2002 nog altijd springlevend zou zijn en twintig keer achter elkaar de Leidse Schouwburg vol zou weten te krijgen

foto: Henk Bouwman De teller bleef gistermiddag na de laatste voorstelling van 'Verboden te lachen' steken op 10.150 bezoekers. Directeur Bart van Mossel van de Leidse Schouwburg meldt het met een brede grijns. ,,Ik was ervan overtuigd dat het zou lukken'', zegt hij. ,,Maar het was een gok om de schouwburg voor het eerst in zijn 300-jarig bestaan met de kerstdagen de deuren te laten openen.''

Het was de enige plek in Nederland waar Herman van Veen met de familievoorstelling 'Verboden te lachen' te zien was. Van Mossel: ,,De bezoekers kwamen daardoor uit het hele land. In deze tijd van het jaar is dat altijd enigszins riskant. Er was bijvoorbeeld één avond dat door gladheid en files zo'n dertig mensen niet of te laat kwamen opdagen.''

De theaterdirecteur heeft gedurende de reeks de voorstelling zien veranderen. ,,Het groeit. Er is gaandeweg steeds meer interactie met het publiek ontstaan. Zo zingt Herman het lied 'Spetter pieter pater' niet meer alleen, maar met de hele zaal.'' Het begin is echter hetzelfde gebleven. Elk verhaal van Alfred J. Kwak begint met 'omdat zijn vader door een auto was doodgereden' Het dagboek van de Herman van Veen vermeldt op 30 december 1972 waarom. ,,Rij midden in de nacht over de slingerende dijk naar huis. Het is mistig. Ik droom weg. Er steekt iets over. Een haas? Een egel? Een eend! Probeer hem te ontwijken. Tevergeefs. Voel een hobbel onder mijn rechter achterwiel.'' Langs de kant van de weg heeft Van Veen toen plechtig beloofd deze eend nooit te vergeten. Dertig jaar later kunnen we constateren dat zijn dood niet zinloos is geweest.