Tonie Mudde schreef 30 november 2000 in DELTA

Waku Waku





Al ruim dertig jaar trekt Herman van Veen volle zalen in binnen- en buitenland. Zesdejaars bouwkundestudenten Anne van de Weijer en Margreet Temme bezochten een speciale voorstelling voor het Wereld Natuur Fonds in Carré in Amsterdam.

Temme:
,,Ik kende hem voor deze voorstelling al van zijn liedjes die ik eerlijk gezegd een beetje truttig vind. Ook heb ik eens een erg grappige sketch van hem op televisie gezien waarin hij een voetbalsupporter imiteert.''

Van de Weijer:
,,De avond stond in het teken van het Wereld Natuur Fonds, maar ik had niet verwacht dat zijn normale programma zo zou worden aangepast. Er hingen twee grote videoschermen en alles werd gefilmd door een cameraploeg van de Tros. Hoewel hierdoor zijn mimiek ook voor de toeschouwers achter in de zaal goed te zien was, kreeg ik af en toe wel het gevoel alsof ik naar de televisie aan het kijken was. Aan het begin van de voorstelling sprak de voorzitter van het WNF enkele woorden. Toen hij Herman, geef de natuur een stem zei, werd ik een beetje bang dat het een erg moralistisch gebeuren zou worden. Er kwam nog net geen collectebus langs.''

Temme:
,,Het hield een beetje het midden tussen Waku Waku en Kinderen voor Kinderen. Bij veel liedjes zong een kinderkoor mee en danste een of ander kinderballet. Het werd ook snel duidelijk dat het een eenmalige voorstelling was, Herman hield bij bijna alle liedjes de tekst bij de hand. Hierdoor kreeg ik het idee dat alles op het laatste moment in elkaar gezet was. Zijn mooie stem kwam af en toe bijzonder goed naar voren. In een sketch maakte hij de opera belachelijk waarin hij een sopraan, een bariton en zelfs het hele koor imiteerde. Dit was ontzettend grappig en het klonk geweldig.''

Van de Weijer:
,,Tegen het einde werd het ons echt te bont. Alle kinderen liepen samen met Herman de zaal in waarbij zij al zwaaiend tot ziens, auf wiedersehen goodbye zongen. Dit was het toppunt van kneuterigheid. Ik kan me voorstellen dat mensen die voor Herman van Veen kwamen zich na afloop een beetje bedrogen voelden. Hij deed weinig grappige sketches en zong nauwelijks uit eigen repertoire. Door dat hele Trosgevoel-gebeuren kwamen zijn kwaliteiten niet goed naar voren.''

Temme:
,,Ondanks dat kreeg hij een staande ovatie. Volgens mij was dat meer uit gewoonte want deze voorstelling was dat niet waard.''






terug naar de index