Story "Ik ben niet blind" 28 nov 1975

Zo hard als artiesten werken aan een carriere, zo hard werkt Herm,an van Veen aan een betere wqereld.
Want hij vindt het gewoon onverdraaglijk dat in deze wereld nog steeds ontelbare kinderen sterven van armoede en honger.


Herman van Veen is dol op kinderen. Dat is overduidelijk te merken als een driejarig meisje in een prachtig jurkje langsloopt en hij vertederend opmerkt: "Ik zou best zo'n kindje willen hebben!"
Maar dan ineens betrekt zijn gezicht, want hij realiseert zich voor de zoveelste keer dat nog steeds miljoenen kinderen op deze wereld niet zo parmantig kunnen rondlopen als dat kleine meisje.
Herman voelt zich zo bij hun lot betrokken dat hij toegetreden is tot het dagelijks bestuur van Unicef, de internationale organisatie die zich inzet voor kinderen in nood. Herman ver-tegenwoordigt het bestuur ten aanzien van de Nederlandse jeugd.
"Ik doe overal iets waar ik iets kan doen, want ik geloof dat dat de enige manier is om voor de kinderen een toekomst te creëren. Kijk, nog steeds komen miljoenen mensen niet aan hun eerste menswording toe, eenvoudig omdat ze na hun geboorte geen schijn van kans meer hebben. Ik ben dermate bij mijn verstand dat ik zie dat we in een wereld leven, die totaal niet kan, die helemaal nergens op slaat. Jammergenoeg schijn ik één van de weinigen te zijn die dat door hebben; in Westeuropa zijn ze er bijna allemaal blind voor."
Herman van Veen trekt zich het lot van de kinderen, die niet te eten hebben of zich op een andere manier erg ongelukkig voelen zó aan, dat hij nergens anders over praten wil.

Mijn privéleven is voor niemand belangrijk

"Ik wil niet over privézaken praten," zegt hij op zeer besliste toon tegen Story. "Mijn privéleven is voor niemand belangrijk. Wie is er nou in geïnteres-seerd dat Herman van Veen sokken heeft met een geel randje? Niemand toch?" Herman van Veen leidt een nogal teruggetrokken leven. In een commune. Het huis is voor hem en de medebewoners een fort waar alleen de meest intieme vrienden toegang hebben.
De commune, dus ook Herman, hecht in het geheel geen waarde aan materiële zaken. Herman: "Ik heb alleen een auto omdat ik me snel moet kunnen verplaatsen en het huis heb ik gekocht omdat ik veilig-heid en een huis wil. Voor de rest interesseert niets me. Nee, ook geen mooie kleren. Kleren zijn tegen de kou en tegen de warmte, meer niet. Natuurlijk heb ik wel tijden gehad dat ik een mooi pak droeg, maar die dracht kwam dan voort uit mijn opleiding aan het conservatorium. Bij een vertolking van Brahms moest je gewoon een goed pak aan."

Verreweg het grootste gedeelte van het geld dat Herman van Veen verdient met zijn platen en optredens, gaat naar "Harlekein", een soort denkgemeenschap, die er op uit is mensen met dezelfde gedachten tot el kaar te brengen. Herman heeft zichzelf de funktie van leider toebedeeld en krijgt uit hoofde hiervan ook een honorarium." Uit vorige huwelijken heeft Herman van Veen twee kinderen overgehouden, die nu een gelukkig bestaan leiden bij hun moeders.

Op een volwassen manier opgelost

Herman: "Ik zie mijn kinderen regelmatig, het is allemaal op een volwassen manier opgelost. Ik ben getrouwd geweest, omdat een huwelijk paste in een bepaalde volgorde. Ik ging naar de lagere school, vervolgens naar de middelbare school en het "logische" gevolg daarvan was dat ik ging studeren en daarna trouwen. Totdat ik plotseling merkte dat ik dit alles gewoon blind heb gedaan. Er kwam toen een moment van bezinning, waarna ik mijzelf begon te ontdekken. En toen ik mijzelf ontdekte, ontdekte ik hoe de wereld om me heen was: vol armoede, ellende en oorlog. En dat terwijl er eigenlijk een wereld zou moeten zijn waarin iedereen recht heeft op geluk; en goed eten!
Sinds die tijd voel ik dat ik ook verantwoordelijk ben en daarom de plicht heb mee te helpen aan een betere wereld." Het leek Herman van Veen het beste om met de kinderen te "beginnen".
"Aan kinderen is nog weinig bedorven, daar kun je ook nog een heleboel aan doen. Als je een gezond kind kunt voortbrengen in goede omstandigheden, bouw je aan een gezond en goed denkende volwassene." Hoewel Herman van Veen blijft praten over een wereld van armoede, ellende en oorlog, is hij toch geen ongelukkig mens.

Ik werk aan een volledige ontwikkeling

"Ik ben juist zeer gelukkig! Je moet het zo zien: het is mijn taak in dit leven om te werken aan een volledige ontwikkeling van mijn talenten en mogelijkheden en één van die talenten en mogelijkheden is dat ik kan zien wat er aan de hand is. Ik ben niet blind.
Mijn toekomst zal niet anders zijn dan mijn leven tot nu toe is geweest, waarom ook? Ik heb een fantastisch leven, je kunt je niet voorstellen hoe fantastisch. ..''