QEERT-JAN BRON schreef in week 39 in VARATVMAGAZINE
Het heeft zin!
VARA TV Magazine laat bekende bewonderaars hun beroemde bewonderde ontmoeten.
Deze week bezoekt Claudia de Breij (beurtelings met Dolf Jansen presentatrice
van - nieuw vanaf maandag' op Ned. 3 - 'VARA Laat') haar held Herman van Veen.
'Hoe kom jij zo vrij van cynisme?'
Wanneer Claudia de Brei] voor het eerst door Herman van Veen werd beïnvloed?
'Dat moet ver voor mijn conceptie zijn geweest,' schat de cabaretière. Zoals
zoveel vrouwen viel moeder De Breij in de jaren 70 als een blok voor de zingende
clown. Zo moeder zo dochter, en dus glibbert De Breij deze dinsdagmiddag op stadse
laarzen de oprijlaan van het landgoed van de zanger in Soest op. Het universum
van Van Veen omvat een weelderige tuin, een boerderij die zo uit een woonblad
lijkt geknipt, een eigen theatertje, een keur aan vrolijke beesten en een
chique werkstulp waar Van Veen deze middag zijn theaterwetten aan De Breij
openbaart.
De Breij
'Liedjes zijn voor mij een soort bijbel. Voor iedere stemming heb
ik wel een liedje, en veel daarvan komen van jou. Momenteel zit het nummer
Een hele grote kus in mijn hoofd: "Als ik eraan denk dat jij eens dood zal
zijn, lieve papa, dat jij eens dood zal zijn, lieve mama..." In mijn nieuwe
theaterprogramma wilde ik ook iets over mijn ouders schrijven, maar dit lied
zat mij daarbij in de weg: twaalf regels en alles zit erin.'
Van Veen
'Ik vind het mooi als iemand geïnspireerd raakt door
iets wat ik heb gezongen of gezegd. ledere artiest heeft zijn eigen voorbeelden,
zo is het bij mij vroeger ook gegaan. Ik had drie aanleidingen om te gaan doen
wat ik nu doe. De eerste was het verhaal dat mijn vader mij dikwijls vertelde
over Buziau. Aan het begin van de oorlog liep hij met een portret van Hitler
het toneel van Carré op en vroeg aan het publiek: "Waar moet ik hem ophangen?"
Dat vind ik zo'n indrukwekkend verhaal. Charlie Chaplin is de tweede die mij
heeft geïnspireerd. Naarmate ik ouder word, bewonder ik hem meer en meer.
Die man was zo maatschappelijk betrokken, die heeft nooit een grap gemaakt
zonder dat daar een bepaalde misstand aan ten grondslag lag. De derde die
mij een flinke por heeft gegeven, was Toon Hermans. Nu ik ouder word, merk
ik dat er een bepaalde sfeer in mij zit die met hem te maken heeft.'
De Breij
'Ik zoek in het theater ook een soort authentieke kant van mezelf, en wil
bijvoorbeeld niet makkelijk gebruik maken van de actualiteit. Je hoeft soms
maar een naam te noemen, en het publiek ligt al dubbel. Het is verleidelijk
om te doen, maar ik probeer dat juist te vermijden.'
Van Veen
'Je scoort dan
succes, maar je bent ook snel thuis. Je
doet daarmee geen beroep op de verstandelijke vermogens van het publiek.
Het gaat niet over hen. En volgens mij dient het in het theater over de
beleving van de kijker te gaan. Als het goed is, roept een lied of tekst
bij iedereen een eigen voorstelling op.'
De Breij
'Je hebt niets met die
nieuwe lulligheid, met mensen als Brigitte Kaandorp en Herman Finkers?'
Van Veen
'Ik heb niets met grappen maken om de grap. Maar wat me bij deze
mensen wel aanspreekt is hun minimalisme. Ik ben erg gesteld op Herman
Finkers. Veel mensen denken dat zijn humor een bedacht concept is, maar
die man ziet de wereld zo. Nieuwe lulligheid vind ik eerder van die
camp-achtige dingen die nu in de mode zijn. Ik zie bijvoorbeeld niet
in waarom een Play-backshow interessant kan zijn, net zo min als
het ironiseren daarvan vanuit een intellectueler concept. Ik vind
dat geestelijke armoede. Idols? Sorry, wat is Idols? Heb ik iets gemist?'
Van Veen
'Op het toneel is er maar één wet, en dat is van woord naar
woord zingen. Je moet niet bezig zijn met wat er na de pauze moet
gebeuren. Zie het als hoogspringen: niet de sprong is het probleem,
maar die vijf stappen die je daarvoor zet. En wat bij mij heel goed werkt,
is dat ik zie
wat ik zing. Als ik het over mijn moeder heb, dan zie ik haar voor
me met de benen over elkaar in die wonderlijke stoel. En als ik
haar niet zie, dan begin ik zo'n lied gewoon opnieuw.'
De Breij
'En heel praktisch gezien: hoe ziet je schema eruit in de aanloop
naar je voorstelling? Want ik heb moeite daar een goed ritme in
te vinden.'
Van Veen
'Misschien kom je te laat in het theater.
Ik ben er al om drie uur, en ik bekijk dan eerst de afstanden
die ik die avond af moet leggen. Ik wil voorkomen dat ik tijdens
een voorstelling mijn nek breek in de coulissen. Daarna begroet
ik de directeur en de mensen van de kassa. Vervolgens installeer
ik me in mijn kleedkamer. Dat zijn vreselijke ruimtes, die ik
zoveel mogelijk mijn eigen sfeer probeer te geven. Ik heb mijn
eigen bed mee, en lampen, kaarsen en handdoeken. Die spullen
stal ik allemaal uit. Om half vijf eet ik in mijn kleedkamer,
ik dineer nooit buiten de schouwburg. Van half zes tot half
zeven word ik gemasseerd door een plaatselijke fysiotherapeute. Altijd
een vrouw, mannen willen namelijk altijd iets laten zien en daar leen
ik mijn lichaam niet voor. Als laatste doe ik dan de soundcheck. Al met al een
heel ritueel. Ik kan er ook slecht tegen als het schema verandert.
'
De Breij
'Ik zou ook het liefst in et theater eten, maar de leden
in de band vinden dat dineren buiten de deur juist een deel van de lol.
Terwijl ik vlak voor een voorstelling eigenlijk helemaal niet gezellig ben,
en ook helemaal geen honger heb. En naderhand moet ik me dan inhouden om
niet de bak met gehaktstaven bij de Shell te plunderen.'
van Veen
'Met
een band op pad zijn is ontzettend lastig. Jij hebt namelijk een andere
opdracht dan de muzikanten, jij moet een
taal overbrengen. Tegelijkertijd ben je het hoofd van de familie. Je
moet ervoor zorgen dat de sfeer deugt, anders lukt het met de taal
ook niet zo'n avond. Weetje wie daar goed in was? Wim Sonneveld, dat
was een echte reisleider.'
De Breij
'Op de middelbare school droomde ik ervan in grote theaters
te staan, en dat iedereen mij ontzettend gaaf zou vinden. Nu sta ik
in oktober voor het eerst in de Amsterdamse Kleine Komedie. Geweldig
natuurlijk. Maar ik
weet nu dat mijn motivatie van
binnenuit komt. Ook als er maar een paar gekken in de zaal zouden zitten,
blijf ik optreden.'
Van Veen
'Zingen is voor mij een gezondheidskwestie. Als
ik het podium niet meer zou hebben, denk ik niet dat ik leven nog zo leuk zou
vinden.'
De Breij
'Ik heb het voor mijn gevoel erg getroffen in dit leven.
Ik heb energie over, ik wil de anderen daarom ook wat geven. Maar als ik dit
zo zeg, klinkt het meteen zo verheven.'
Van Veen
'Je kunt het vergelijken
met een vogel. Die fluit zijn mooiste wijsje om te zeggen: kijk
mij eens. En dan hoopt-ie dat er een ander voorbij komt vliegen die denkt:
te gek, wat fluit die vogel mooi. Bij ons is het niet anders: we zingen om
ons bestaan te bevestigen.'
De Breij
'Hoe komt het toch dat je zo vrij van
cynisme bent? Je bent in je leven veel geprezen, maar ook vaak verguisd.'
Van Veen
'Ik blijf altijd bij mezelf. Ik heb bepaalde overtuigingen en die
gaan soms in tegen de tijdgeest. Ik was bijvoorbeeld heel fel in mijn
afwijzing van de oorlog in Irak. Dat is me door
heel veel mensen niet in dank afgenomen. Maar ik heb daar geen problemen mee.
Ik heb diverse keren van journalisten op mijn flikker gekregen, omdat ik niet
aan de verwachtingen voldeed. Ik denk dan: dat zijn jullie verwachtingen, niet
die van mij. Ik zing wat mij gebeurt, ik vertel wat ik denk, voel en zie.'
'Ik heb natuurlijk ook weinig te klagen. Ik ben 58, ik doe dit werk al veertig
jaar en op de een of andere manier zijn mijn zalen altijd uitverkocht. Ik ben
hartstikke gezond, ik heb lieve kinderen, er zijn mensen die van mij houden
en ik heb te weinig tijd om te kunnen doen wat ik zou willen doen. Maar ik ben
ook een realist hoor. Als ik zo'n manipulerende redevoering van Bush hoor, word
ik daar heel treurig van.'
De Breij
'Je bent zo betrokken bij wat er in de
wereld gebeurt, het verbaast me dat je daar niet emotioneel aan ten onder gaat.
'
Van Veen
'Dat komt omdat ik weet dat ik een verschil kan maken:
voor een persoon,
voor een klas, voor een school, voor een dorp. Laat ik een voorbeeld geven:
mijn vrouw en ik hebben ooit een Vietnamese familie geadopteerd, eenv rouw met
drie kinderen. Ik was voor Unicef in Manilla en ze waren daar van plan die mensen
in hun roeibootje terug de zee op te sturen. Met de mensen van Unicef hebben we
dat weten te voorkomen. Uiteindelijk heb ik die mensen in huis genomen. Voor
die vier mensen heeft mijn bestaan een verschil gemaakt. Zo kan ik in mijn
leven honderden voorbeelden geven, waarbij de opbrengst van een liedje of van
een concert mensen heeft geholpen. Als ik dat kan, moeten zeer veel anderen
dat ook kunnen.'
De Breij
'Alleen weten veel mensen dat niet van zichzelf.'
Van Veen 'Precies.
De mensen hebben niet zo'n hoge pet op van zichzelf. Onterecht. Ik zou tegen
iedereen willen zeggen: doe iets, het heeft zin!'
TEKST QEERT-JAN BRON / FOTOGRAFIE CLEMENS RIKKEN