Max van den Broek schreef 27 februari 2004in de Leeuwarder Courant
""Ik ben blij met ieder podium
Nieuwe tournee Herman van Veen begint in Friesland
Volgend jaar wordt hij zestig en zit hij precies veertig jaar in het vak. Aan stoppen denkt hij niet.
Daarvoor is hij, zoals hij zelf zegt, gewoon een te groot liefhebber. Zijn nieuwste
theatertournee start dinsdag in Bolsward in Ons Gebouw, waarna hij twee weken lang langs
de grotere en kleinere podia van Friesland trekt. Daarna volgt de rest van Nederland met
als eindpunt twee maanden in Carré, in het voorjaar van 2005.
Herman van Veen trekt al bijna veertig jaar haast permanent van theater naar theater in binnen- en buitenland.
Herman van Veen is al bijna veertig jaar haast permanent onderweg. Tientallen theatershows,
132 cd's, 6 dvd's, meer dan 60 boeken en een flinke stapel filmscripts later is hij het
artiestenbestaan nog steeds niet moe. In Nederland, Duitsland, Frankrijk, |Zwitserland,
België, Engeland en de Ver-enigde Staten blijven de zalen volstromen.
Met hetzelfde enthousiasme waarmee hij duizenden mensen in l'Olympia in Parijs of in
Theater am Kurfüstendamm in Berlijn vermaakt, beklimt hij dinsdag het kleine podium
van Ons Gebouw in Bolsward als opmaat voor zijn nieuwe theatertournee door Nederland.
Gorredijk of Parijs, Workum of New York, eigeniijk maakt het hem niet zoveel uit.
Ik ben een muzikale clown en het enige wat ik wil is zingen. Of dat nu in een kroeg is,
het voormalige parochiehuis in Bolsward of een gloednieuw theater in Chicago. Ik ben blij
met ieder podium. Het is altijd weer een geschenk dat mensen hun deuren voor jou willen
openen om je de gelegenheid te geven te doen wat jij wil."
Het plan om een toer in Friesland te beginnen - na Bolsward volgen nog optredens in Workum, Dokkum,
Gorredijk, Franeker, Heerenveen, Drachten en Leeuwarden - was er al langer. "Het is ontstaan toen ik
met een vriend uit Leeuwarden zat te filosoferen over de schoonheid van Friesland, en dan bedoel ik
niet zozeer de oppervlakkige schoonheid zoals de toeristen die kennen, maar meer de eigenheid van de
Friezen. Ik wil hen beter leren kennen en dat doe ik het liefst spelenderwijs."
De nieuwe show heeft geen titel, maar er is wel een rode draad in te ontdekken. Het is een ode aan de
mensen die deze maatschappij draaiende houden: de stukadoor, de verpleegkundige en de onderwijzer."
Juist die mensen wil hij een hart onder de riem steken. Dat is ook hard nodig, vindt hij.
"Die mensen werken zich hun hele leven rot in de hoop een aardig pensioen bij elkaar te
sparen, maar door de ongelooflijke arrogantie van de macht worden hun spaarcenten verkwanseld."
Tegelijkertijd houdt hij zijn publiek een spiegel voor. "Ik wijs niet naar anderen. Als
je iets wilt veranderen moet je zelf beginnen. Je moet dat niet in het groot zien. Begin
in je eigen omgeving. Laat van je horen. Je hebt een stem, gebruik die dan ook."
Herman van Veen zou de mensen kunnen toeschreeuwen dat zij niet moeten
verzanden in apathie, maar met zijn gevoel voor ritme en zijn liefde voor poëzie weet hij jonglerend met de
taal die boodschap toch net iets fijnzinniger te verwoorden. "Iedere waterval is ooit met een druppel begonnen.
Iedereen kan zo'n druppel zijn. Als dat een beetje overkomt, ben ik een tevreden mens."
Opnieuw heeft hij geen keihard programma gemaakt waarin hij onverbloemd maatschappijkritische noten kraakt.
Dat wil en kan hij ook niet. De boodschap is verpakt in humor, teksten met verrassende wendingen en prachtige
melodieën. "Ik noem nooit namen van politici of andere foute machthebbers. Dat werkt niet. Zodra je ergens een
naam opplakt is dat het ook. Het zet niet aan tot denken, het bevestigt hooguit iets."
Hij heeft het wel over verblindende macht en wat daar uiteindelijk de gevaren van zijn. Zonder bijvoorbeeld de
naam van George Bush te noemen. "Het gaat mij uiteindelijk niet om die persoon, maar wel om het mechanisme
waardoor hij doet wat hij doet en ook nog denkt dat hij het goed doet."
Van Veen schrijft veel van zijn materiaal zelf, maar verzint nagenoeg niks. "Het overkomt me. Wat ik hoor, zie
en voel is mijn voedingsbodem. Zo zag ik laatst in het NOS-journaal de koningin tijdens haar bezoek aan Thailand
haast emotieloos een kijkje nemen bij een stukje Birmaspoorlijn. Gelijk schoot mij het liedje van Wim Kan over de
verschrikkingen die daar gebeurd zijn, weer te binnen. Daar lig ik dan een nacht wakker van. Vervolgens praat ik
er over met mensen en uiteindelijk verpak ik mijn gevoel in een stukje tekst dat in de voorstelling terecht is gekomen."
Zijn werk heeft een sterk autobiografische inslag. "Ik ben iemand van de grijze grindtegel in de tuin. Ik weet dat
als je die tegel optilt het krioelt van de beestjes en ik kan ook nog iets vertellen over het gemierenneuk wat daar
plaatsvindt, maar veel verder kom ik niet."
Zelfs de humor in zijn shows ontstaat bij toeval. "Ik ben geen moppentapper of bedenker van een goede grap. Wel stoot
ik altijd ergens mijn kop tegen, vergeet een couplet, begin een lied achterstevoren of laat iets vallen. Dat overkomt
mij en daar moeten mensen om lachen. Het is het soort humor waarmee Buster Keaton en Charlie Chaplin groot zijn geworden.
Een aaneenschakeling van toevalligheden waar je ongewild steeds het middelpunt van bent."
Een universele vorm van humor, want ook in het Frans, Duits en Engels blijkt het te werken. Al heeft Van Veen in de loop
der jaren wel ondervonden dat je met letterlijke vertalingen uit het Nederlands niet ver komt. "Zo associëren Zwitsers het
woord bruin met chocola, terwijl in Beieren de link met de bruin-hemden en het nazi-verleden wordt gelegd. In beide landen
zijn de reacties dus totaal verschillend. Dat is lastig, maar je moet er wel rekening mee houden. Taal is meer dan alleen
woorden. Het gaat ook om gevoel."
Na bijna veertig jaar geniet hij nog
steeds met volle teugen van zijn vak. "Het is net zo mooi en ambachtelijk als stukadoren. Eigenlijk metsel ik ieder avond
gewoon mijn muurtje in de hoop dat er iemand langsloopt die zegt: zo stukadoor, dat is een verdomd mooi muurtje. Gelukkig
gebeurt dat geregeld."
Naast de theatershow werkt Van Veen momenteel ook aan een stuk over Mata Hari, de als Margaretha Geertruida Zelle in Leeuwarden
geboren femme fatale. Hij werd tien jaar geleden door de directeur van l'Olympia in Parijs op haar geattendeerd.
"Monsieur Jean-Michel Boris feliciteerde mij met het feit dat ik de tweede succesvolle Nederlander in zijn prachtige
theater was. Verbaasd vroeg ik wie de eerste was en zijn antwoord luidde: Mata Hari."
Op zolder van l'Olympia vond hij nog wat posters en programmaboekjes over haar. Hij raakte gefascineerd. "Zij bleek
niet de tweederangs stripteaseuse te zijn die haar bekendheid louter en alleen aan dat spionnengedoe te danken heeft.
Ze was een begenadigd danseres die in alle gerenommeerde theaters in Europa,van l'Olympia in Parijs tot de Scala van
Milaan, soleerde. Een mooie, talentvolle vrouw met de uitstraling van Lady Di."
Tien jaar lang heeft Herman van Veen zich in Mata Hari verdiept. Hij heeft de plekken bezocht waar zij optrad. "Zij is
in de Eerste Wereldoorlog verstrikt geraakt in een net van intriges en bedrog en uiteindelijk politiek geslachtofferd.
Die kant van het verhaal en het feit dat zij een formidabele danseres was, wil ik over het voetlicht brengen."
Eerst in de vorm van een liedjesprogramma. De liedjes zijn al klaar. "Het is de bedoeling om er later een
muziektheatervoorstelling van te maken die in heel Europa gespeeld kan worden."
Het zou natuurlijk mooi zijn om
het stuk in Leeuwarden in première te laten gaan, vindt Herman van Veen.
"Als er belangstelling voor is hoor ik dat graag."
MAX VAN DEN BROEK