Mike Belinfante schreef 25 november 1997 in de Haagsche Courant

Honderd albums en nog niet tevreden


"Een man die zo veelzijdig, zo creatief is als hij. Zulke goede bedrijfsresultaten heeft behaald en zo produktief is. Die man, die heeft wat bijzonders. Wat zeg ik: die is wat bijzonders."

foto: chris janssen 1997 Herman van Veen is net een gewoon mens. Ook hij zingt, vecht, bidt, huilt en lacht. Maar is Hermanus Jantinus van Veen echt wel zo gewoon? Minister Hans Wijers van economische zaken vond gisteren in ieder geval van niet. "En man die zo veelzijdig, zo creatief is als hij. Zulke goede bedrijfsresulaten heeft behaald en zo produktief is. Die man die heeft wat bijzonders. Wat zeg ik: die is wat bijzonders." "Een vent die in zijn blote kont op het podium afscheid neemt van zijn publiek, zoals laatst in Duitsland, kun je ook kwalijk een gewone vent noemen.", voegde de Polygram-baas daaraan toe.
De minister en de platenbaas hadden gelijk. Herman van Veen, die op 14 maart 1945 in het Stads- en Academisch Ziekenhuis in Utrecht voor het eerst optrad, is inderdaad niet zo maar de eerste de beste. "Een man die honderd verschillende albums heeft uitgebracht; die dik zeven miljoen platen heeft verkocht; die schrijft, regisseert, die acteert, componeert, optreedt in alle uithoeken van de wereld én dan ook nog eens tijd heeft om als ambassadeur van Unicef op te treden en zich voor de minder bedeelde kinderen van Stichting Colombine in te zetten, die man, die is uniek", zei Nico Knapper, die Herman van Veen ooit van het conservatorium haalde en een liedje liet spelen voor de VARA-televisie, wat het begin van zijn loopbaan als muzikant en artiest betekende.
Knapper was niet de enige die in opperste euforie verkeerde. Ook al die andere genodigden die gisteren in Theaster Carré waren om Herman van Veen te eren met zijn honderdste album ("Alles in de Wind") kwamen woorden te kort. "Herremannetje, is een kanjer", zei Knapper. "Begrijp me goed. Ik heb de mazzel gehad dat ik hem op een dag een keer tegen het lijf ben gelopen, want uniek talent ontdekt zichzelf,maar je moet er toch niet aan denken dat hij muziekleraar was geworden op een of ander schooltje. Want dát wilde hij. Leraar worden was zijn doel".
En Herman van Veen? Hij wist na alle lofredes eigenlijk ook niet meer goed wat hij moest zeggen en besloot daarom maar alle mensen die iets in zijn carrière hadden betekend, het podium op te sleuren, te zoenen en een cd aan te bieden. "Ik heb de indruk dat iedereen wel blij met me is", lachte hij bijna verlegen naar zijn dochter Babette en zijn Franse vrouw Geatane.
uitreiking 100ste album Hans Wijers liet daarop andermaal merken dat hij, de minister van economische zaken, was gekomen en niet zijn collega van cultuur. "Herman is niet alleen een van de steunpilaren van de Nederlandse economie", zei hij. "Hij verkoopt zichzelf én ons land ook in het buitenland uitstekend. Er zijn niet voor niets vier miljoen albums van hem buiten onze landgrenzen over de toonbank gegaan."
Hoewel het feestvarken duidelijk van de opwinding rondom zijn persoon genoot, vond Van Veen het toen tijd om in te grijpen. "Jullie moeten niet denken dat ik dit allemaal alleen heb gedaan. Zonder de platenmaatschappij, mijn managers, de muzikanten, de technici. Zonder vrouw, zonder kinderen, zonder publiek, had ik het nimmer kunnen rooien.En jullie kunnen nu wel allemaal uiterst tevreden zijn. Ik ben dat nooit."
Later toen de camera's weg waren: "Weet je dat ik tot voor kort niet eens wist dat ik honderd verschillende albums had gemaakt? Dat hoorde ik toen Erik van der Wurff, mijn maatje met wie ik samen 28 jaar geleden ben begonnen, onze muziekcatalogus (1240 titels) aan PolyGram Musik Pubishing, had verkocht. En Erik keek er ook van op, want die is, net als ik, slecht in rekenen. Dus als dát contract nooit was getekend, dan had ik het nooit geweten. Ik ben er eigenlijk ook een beetje van geschrokken. Honderd albums. Je bent meteen zo oud. En ik heb vier miljoen cd's in het buitenland verkocht? Ik wist het werkelijk niet. Vanzelfsprekend ben ik zo trots als een pauw. Ik denk weleens, na een aardig optreden: zo dát heeft dat ventje uit Utrecht toch maar geflikt. Ik heb me ook wel eens afgevraagd wat er van me zou zijn terechtgekomen, als ik niet in een land was opgegroeid waar ieder geloofje een eigen instituut heeft, iedere gedachte een eigen politieke partij en waar alle mensen strontvergeten eigenwijs zijn. Ik denk dat ik dan gewoon muziekleraar was geworden."


Mike Belinfante



terug naar de index