AD
Stefan Raatgever

"Ik zal niet stoppen, het stopt mij"


Herman van Veen staat voor de 600ste keer in Carre

12 Jan 2024




In een fauteuil op zijn landgoed in de bossen van Soest somt Herman van Veen (78) zijn agenda voor de komende tijd op. Tot de zomer speelt hij in de Nederlandse theaters, daarna volgen de Vlaamse podia. Dan komen de Duitssprekende landen aan de beurt, alsmede zijn vaste adressen in Parijs, Londen en New York.



Het worden jaren van feest en luister. Vanavond speelt hij zijn zeshonderdste voorstelling in Carré, een aantal waarmee Van Veen andere veelspelers als Toon Hermans en Youp van 't Hek ver achter zich laat. Dan gaat het verder met het vieren van zijn zestigste jaar op het podium. In Duitsland gaat hij dat doen onder de noemer 80, omdat hij tijdens de tournee die leeftijd hoopt te bereiken. Zijn geboekte voorstellingen, lopen al tot 2028.

Wordt u onrustig van een lege agenda?
Ïk weet gewoon niet anders. Waar ik over drie jaar speel, ligt nu al vast.Juist in dat vertrouwde ligt mijn houvast. Ik vind het prettig zo."

Is zeshonderd dan een getal dat gewoon in de stroom meegaat?

,,Dat klopt, hoewel zeshonderd voor Carré toch wel iets is om bij stil te staan. Het gaat geen toestand worden, hoor. Ik houd niet van toestanden. Ik speel gewoon mijn voorstelling zoals ik die altijd speel."

Ook in uw hoofd wordt het geen toestand?
,,Ik weet heus wel: zeshonderd is een boel. Dat is bijna twee jaar elke avond. Daarbij komen allerlei beelden. Ik zie Simon Carmiggelt voor me, die in zijn regenjas in de zaal ging zitten, of Ramses Shaffy, die midden in de voorstelling opstond en van alles begon te roepen en ook een lied meezong. Ook in beeld: mijn ouders die in de Koninklijke Loge mochten zitten. Het is gewoon een deel van mijn leven wat zich in dat theater heeft afgespeeld."

Bent u trots op zo'n record?
,,Nee, ik voel erkentelijkheid. Ik ben dankbaar dat ik altijd zo welkom ben geweest, en hopelijk nog een tijdje zal zijn. En ik voel de genoegdoening van het ambachtelijke. Mijn belangrijkste oogst is het fijne werken, het genieten van de mooie klank van een lied in de zaal, niet het na afloop vergelijken van getallen."

In uw huidige voorstelling zegt u 'het grootste deel van ons publiek is inmiddels stof'.
,,Die mensen zijn overleden, ja. Toch is het verbluffend dat er dan nog steeds zoveel mensen komen. De zalen blijven vol. Dat verbaast mij ook. Maar het is waar: de tijd doet zijn werk."

Denkt u daar vaak aan?
,,Nee, als ik een voorstelling speel, denk ik juist vaak al op het podium aan de volgende. Wat kan er anders, wat kan beter? Dat is het leuke ervan."

Zo blijf je...

,,Jong."

Ik wilde zeggen: eeuwig bezig.

Met een schalkse lach: ,,Dat mag ik toch hopen."

Er lijkt een zekere rusteloosheid in u te schuilen.

,,Voor mij geldt het tegenovergestelde. Van niet spelen word ik rusteloos. Het is simpelweg mijn ritme. Dat zit diep in me. Ik hoorde laatst dat mensen met dementie vaak juist hun vakkennis tot ver in hun ziekte vasthouden. Dat verbaast me niets."

Ik zie nu een alzheimerpatiënt voor me die tegen zijn medepatiënten over de akoestiek van Carré zit te praten.
,,Dat zou me niet verbazen. Mijn theorie is dat het bezig blijven met het vak mij ertoe aanzet om de conditie ervoor te willen onderhouden. Als je mij om een advies aan de oudere mens vraagt, luidt dat: doe meer, vooral niet minder; meer bewegen, meer lezen, meer vragen, meer nadenken. Ik combineer het met een levenswijze waarbij ik overal matig in ben. En op het podium blijf ik mijn gewrichten trainen door te dansen en te spelen."

U bent zo te horen niet bezig met naar een afscheid toe te werken.
,,Nee zeg. Dit is mijn geluk. Dat bestaat uit mijn gezondheid, mijn familie, maar ook uit het toneel, mijn viool, mijn publiek, mijn schilderwerk. Al die facetten wil ik overeind houden."

Volgt hieruit dat als u ooit wegens fysiek ongemak moet stoppen, u geen heel mens meer bent?
,,Mijn vader werd drie maanden ouder dan mijn moeder. Maar veel ouder worden kon hij niet zonder haar. Er ging iets in hem uit, zonder haar. Ik denk dat dat voor mij ook zal opgaan."

Dus als u uw laatste voorstelling aankondigt...
,,Dat gaat nooit gebeuren. Ik ga nooit vooraf weten wat mijn laatste voorstelling is. Het zal mij stoppen. Niet omgekeerd. Het is niet mijn besluit."

Uw collega Youp van 't Hek denkt daar anders over. Hij is bezig aan zijn afscheidstournee. Hij wil vooral niet te laat stoppen, zegt hij.

,,Fijne vent, die Youp. Ik snap wat hij zegt. Maar voor mij is het anders. Ik ben muzikant. Ik speel vanaf mijn 10de viool. Ik kan dat instrument toch niet vertellen dat ik hem verlaat?"

Stel, u merkt dat u nog maar op 80 of 90 procent van uw kunnen bent, speelt u dan door?
,,Die vraag is dus niet belangrijk. Het gaat namelijk niet over goed of slecht spelen. Het gaat over waar of niet waar. Een oude man op het toneel is heel iets anders dan een jonge, maar ze kunnen beiden echt zijn. Hoe goed je bent, is zo subjectief als de neten. Ooit zag ik de danser Baryshnikov, qua ballet het mooiste dat ik ooit zag. Hij was 60 jaar toen. Die kreeg echt zijn been niet meer tegen zijn oorlel, maar ik vond het lichtjaren mooier dan toen hij jong was. Toen was het een prestatie, nu een beleving. Misschien zijn ruïnes wel de mooiste gebouwen die er zijn."

Uw eerste show in Carré speelde u op 5 mei 1971. Wat is het grootste verschil met de zeshonderdste?
,,Ik kwam gisteren een foto tegen van een jongetje van een jaar of 8. Die liet ik zien aan mijn vrouw. 'Moet je kijken, dat ben ik.' Zij antwoordde: 'Dat ben je nog steeds.' En toen zag ik het: die levenslust in die blik. Ik zag mezelf ineens weer in de rij staan voor een handtekening van Willy Vandersteen, de maker van Suske & Wiske. Met diezelfde verwachtingsvolle blik zal ik vrijdagavond het podium oplopen."


Herman van Veen in Carré: t/m 21 januari. Extra voorstellingen op 30 en 31 maart.