[BRON: Gentenaar 24 november 1972]


Herman Van Veen in KNS met prachtige stommiteiten

door: B.D.K.

Het is eigenlijk niet helemaal juist, want in de zogenaamde chaos die hij, naar eigen woorden schept, in de absurd gang van zaken, tussen de existentialistische kolder, komen brokjes pure poëzie voor en ook diepmenselijke, heerlijke dingen. Om er maar eentje te noemen: . Maar je moet dat in z'n geheel horen.

Het doet je naar adem snakken midden die verwarde, samengeschopte, altijd onverwachte maar heerlijke boel. Want dit is enorm bij Herman Van Veen, hij boeit op een ongelooflijke wijze, zelfs met de stomste dingen die eigenlijk, als de hoepel, bindmiddelen zijn tussen wat eigenlijk belangrijker is. En men weet uiteindelijk niet zo best of alles tot in het kleinste detail uitgekiend werd en op z'n eigen plaats geschoven, ofwel of men met een grote improvizatie te doen heeft. Uiteindelijk kregen we het vermoeden dat alles zo grondig op punt werd gezet, dat zelfs de man die naast ons op de eerste rij zat, deel uitmaakte van het scenario en de groep van Herman Van Veen, want hij zat al een half uur vóór de aanvang naar de donkere scène te lachen.
Er worden veel teorieën verspreid over Van Veen en zijn en hijzelf peutert dat vuur niet zo onhandig op, maar het lijkt ons achteraf dat die dingen hem geen goed doen, dat ze in ieder geval helemaal niet helpen om hem mooier en fijner to maken, integendeel. Hij maakt op ons de indruk van iemand die zich ongelooflijk amuzeert, iemand die er alles uitgooit wat hem invalt om vooral de liedjes en de grotere nummers aan mekaar te binden in een felle non-stop.

Het is wat poëzie, wat gemoraliseer zelfs, wat smartlap, wat satire, en niet te vergeten de schitterende parodie op de pop-music hoewel dat geen pop was. Dat maakt in het geheel, zo'n felle kontrasten dat men van de ene verrassing in de andere buitelt, en men moet zich daarbij niet laten afleiden van een massa andere dingen als het spelletje met het speelgoed, met de spots, met de lampjes en noem maar op. Ook die spelen hun eigen bindende en boeiende rol. Zelfs de mannequin achteraan tusen de instrumenten en attributen op het podium. Welke verwachtingen hebben velen letterlijk gekoesterd in dit verband. Maar Van Veen liet hen stikken.
Alles staat bij Van Veen klaar om te boeien en in vraag te stellen. En men zit te genieten van zoveel dingen; zelfs van Harry omdat hij er allerminst snugger uitziet maar schitterend gitaar speelt. Daartoe behoort ook het knappe vioolspel van Van Veen, niet om het vioolspel, maar omdat hij er een biezonder typische en frappante scène mee opbouwt, die van de man die viool speelt en spelend de maannacht inloopt alsof daar niet een volle zaal op hem zat te wachten. Ongelooflijk fijn en knap om dat te vinden. En met zo weinig middelen. Maar we geloven dat het verkeerd is brokjes uit het programma van Herman Van Veen te halen. Men moet het geheel voor ogen houden, het is namelijk één geheel één ademtocht van zinvolle nonsens, van prachtige stommiteiten. Het was alsof Herman Van Veen even voorbijgekornen was, erg simpatiek, guitig, zodat we een vriend rijker geworden waren.

Noteren we nog dat de orkestratie in vele gevallen zo belangrijk en rijk was gekoncipieerd dat ze afleidde. We zaten bv. naar de orkestratie van te luisteren en we vergaten er Van Veen bij. Ze was mooi. Het zou nutteloos zijn de tien of meer medewerkers van Van Veen in dit verband to noemen.

Ze deden het allen vaardig en soepeI. Ook de man die met het lichtorgel in de hand zat. Het was voor de Jeugdwerken van Sint-Amandusinstituut-Gent ook een mooie avond: barstensvolle KNS en een publiek dat van die blonde knaap genoot.