[BRON: Brabants Nieuwsblad 22 mei 1981]


Herman van Veen was ongekend hard

Door: Henny Van Schaik

UTRECHT - „Als Christus morgen bij jou voor de deur staat, zul je zeggen dat je messen al geslepen zijn", beweerde Herman van Veen gisterenavond voor een afgeladen Stadsschouwburg, daarmee eerder iets over de mensen zeggend dan over God, met wie hij nog steeds een zeer amicale verstandhouding schijnt te hebben.

Wel haalde Herman, gewapend met draadnagels, kruizen en haken, uit naar de katholieke kerk, die de mensen in de derde wereld-landen maar oeverloos door laat fokken, zodat de Unicef het met de gezondheidszorg nooit bij zal kunnen sloffen.

De uitval werd gebracht met een engagement dat een ongekende hardheid vertoonde, ook al was het verpakt in veel humor van een echte Utregs pratende 'imbeciel', die in quasi-Engels het opnam tegen de kerk, en heel Wijk C erbij als het moest.
Hij riskeerde hierbij door de bliksem getroffen te worden, die als één van de vele trucs neerdaalde uit de fantastische belichting, waarvan ik aanneem dat het als vanouds door Jongerius verzorgd is. Een raffinement van kleurencombinaties, vlakverdelingen en een lijnenspel van zichtbaar gemaakte bundels gaf een bijzondere sfeer die even vakkundig en stijlvol uitgekiend was als de rest van het programma.

Na het ballet- en zwemspektakel 'Onder Water' is deze nieuwe voorstelling weer wat terug gegaan in de traditie van voorheen. Herman vormt het hoofdbestanddeel, maar er is een grote plaats ingeruimd voor het werk van zijn twee begeleidende oude vrienden Harry Sacksioni en Erik van der Wurff.

Instrumentaal komen ze met z'n drieën tot hoogstandjes, waarbij Herman op zijn viool of drummend op Harry's gitaar meespeelt. Op zijn bekende maar nog steeds ongekende manier speelt Sacksioni als altijd stukken waar een normale groep twee gitaristen voor nodig heeft.
Eriks inbreng is bescheidener, maar hij coördineert het geheel met precisie en gevoel. Aan het begin klonken de gitaar iets te schel en de toetsen te dreunend. Al heel snel werd het geluid echter beter.

Herman zweefde nog steeds tussen zijn liefdesliedjes en kritiek door, vanaf het 'tedere gevoel' tot aan de uitgebreide militairen-parodie. Het geheel was opgevrolijkt met waanzinnige gezichtsmimiek, spelletjes met de handen, het losjes uit de heupen dansen en acrobatische toeren.

Het grotendeels oudere werk had een nieuwe samenstelling gekregen, waardoor voor de fans de gedegen uitgevoerde herhalingen geen bezwaar geweest zullen zijn. Onmiskenbaar zat er een aantal te simpele of botte stukjes in, diaar Herman was mij in sommige gevallen zelf alweer voor om daar kritiek op televeren.

Het geheel was een sfeervolle versie van de oude formule, waarbij Herman na afloop het publiek, dat ophoudelijk bleef doorklappen en stampen tenslotte de zaal uit heeft moeten jágen.