de Telegraaf
Esther Kleuver

"IK KAN NIET INEENS STOPPEN"

8 sept 2021

'Mazzelaar' Herman van Veen (76) blijft zijn geluk najagen „Natuurlijk waren er periodes van verlies, maar ik prijs me gelukkig dat er door mijn ouders onvoorwaardelijk van mij is gehouden. Die rijkdom maakt mij doen durven”, zo verklaart Herman van Veen zijn stevige basis, waardoor hij zich al ruim 55 jaar met succes staande weet te houden in zijn vak, ook internationaal.


Al zijn hele leven jaagt hij eigenlijk voortdurend dat geluksgevoel uit zijn jeugd na. De afgelopen vijf decennia ook op het podium, in zijn liedjes, de boeken die hij schrijft en tijdens het schilderen. Dat verklaart mede waarom zijn werk zich als het ware laat lezen als een levendig dagboek.

„Ik heb niet zoveel fantasie, maar ik kan me dingen wel goed herinneren. En als je het geluk eenmaal hebt leren kennen, dan probeer je er meer van te verzamelen. Gelukkig heb ik niet heel veel slechte herinneringen. Natuurlijk is er wel verdriet om verlies, om pijn. Er is angst om anderen en er zijn grote vragen. Maar van huis uit kreeg ik mee: 'als iemand je verdriet doet, dan doet hij je verdriet. Pech voor hem.’ Wat dat betreft ben ik echt mijn hele leven al een mazzelaar.”

Herstelvermogen

Van metaalmoeheid is bij de 76-jarige troubadour nog geen sprake. Hij huppelt, springt, zingt en speelt nog als een jonge hinde. Al is hij niet per se van plan door te gaan tot hij erbij neervalt. „Ik wil kunnen willen dat dat een keuze is”, vertelt hij. „Maar ik denk wel dat ik het moment herken dat ik er beter mee op kan houden. Ik heb dat bij Wim Kan gezien. Een soort vertraging in zijn ahtwoorden, iets in zijn gestalte. Bij Toon Hermans ook. Een soort breekpunt. Het enige wat ik tot nu toe zelf merk van het ouder worden, is mijn herstelvermogen. Als ik bijvoorbeeld een keer verkouden ben, dan duurt het langer voor dat weer over is.”

Lege stoelen

Met twee ouders die het allebei aan hun hart kregen, laat Van Veen overigens wel sinds zijn zestigste jaarlijks preventief zijn rikketik naijken. kunt op mijn leeftijd, als je al vijftig jaar gewend bent in een bepaald tempo door te spelen, niet zomaar ineens stoppen. Met pensioen gaan moet je ook oefenen. Ik moet spelen om mijn conditie, concentratie en ritme vast te houden.”

Levendig

Inmiddels staat hij tot zijn grote vreugde weer in het theater en sinds gisteren ligt zijn nieuwe boek Dat kun je wel zien, met bijbehorend studioalbum in de winkel. Het boek staat barstensvol herinneringen, anekdotes en gedachtesprongen. En zoals Van Veen schrijft, zo praat hij ook; levendig, anekdotisch, van de hak op de tak. En dus gaat het over ’die briljante’ Netflix-special van Bo Burnham die hij is gaan kijken naar aanleiding van een aanprijzing in deze krant, over de getalenteerde Lieke Meijer die binnenkort op zijn landgoed in Soest speelt, over die toevallige eerste ontmoeting met Toon Hermans bij de Utrechtse Stadsschouwburg met een witte Mercedes en een zwarte afgevende vioolkoffer, over zijn grote trots, de kleinkinderen en de vrouw van zijn dochter Anne, die dj is en daarom voor haar verjaardag altijd tien langspeelplaten uit zijn collectie krijgt van vrouwelijke artiesten.

Van Veen vertelt verhalen. Niet alleen op het podium, maar ook in een een-op- een gesprek. „Dat heb ik van mijn vader. Als hij iemand op de markt over zijn viswatertje vertelde, geheid dat diegene daar dan de volgende dag een kijkje ging nemen. Ik heb door mijn familie de vreugde van het verhaal leren kennen. Als er iemand jarig was, met Koninginnedag of tijdens Bevrijdingsdag, we zaten altijd met de hele familie in een cirkel en er werd verteld. Over viswatertjes, de Hema, boeken of schilderijen die ergens hingen. De verhalen waren altijd groter dan de vertellers. Ze waren om te janken zo leuk of te sip. En we doen dat nu nog steeds. Machtig mooi als mijn kleindochter vertelt over de driedubbele salto die ze bij turnen heeft gemaakt. En precies dat doe ik op het toneel ook. Ik bedenk niet zoveel, ik herinner me.”

„Muziekgeschiedenis op het conservatorium vond ik ook nooit zo boeiend, met al die getallen en namen van de composities. Maar zodra meneer Kloppenburg ging vertellen over die arme Schubert die nog maar ’dreigroschen’ in zijn ’ta schen’ had, dan had je me. Willem Wilmink had dat ook. Over een stukje glas in een kerk in Reims hield hij nooit meer op met vertellen. Ik mis hem echt als gesprekspartner.”

Angst

En misschien is dat nog wel zijn grootste angst. Dat hij dingen gaat vergeten. Hij vertelt hoe hij onlangs in de Deventer Schouwburg halverwege een trap stilviel voor een portret van de legendarische toneelspeler Albert van Dalsum. „Ik kwam op dat moment niet op z’n naam. Ik wist dat er een klein plaatje onder hing met zijn naam erop, maar ik wilde niet spieken. Ik moest uiteindelijk in gedachten helemaal terug naar de Aktie Tomaat voor ik het weer wist. Maar ik móet me dat gewoon herinneren.”


Vanavond speelt Herman van Veen 'Dat kun je wel zien’ in de Utrechtse Schouwburg, waar ook tot 18 okt. een expositie van zijn schilderwerk te zien is. Tournee door heel Nederland t/m 2 juli. Het boek is nu te verkrijgen. Info: hermanvanveen.com



Esther Kleuver