Toerisme, zaterdag 21 juli 2001 (?)

Alfred's Woonklomp in het Drentse Veenpark

NOOIT GEWETEN waar die gele eend met dat rode sjaaltje precies woonde, die Alfred Jodocus Kwak. En dan staat daar ineens in een omroepgids: `Wie een handtekening van deze ster wil, moet maar eens bij zijn woonklomp aanbellen. Het adres luidt: Berkenrode 4, Barger-Compascuum, Drenthe.' Barger-Compascuum? Dat zoeken we op.

Het adres bestaat daar, in een tegen de Duitse grens aangedrukt Drents dorp, echt. Het hoort bij het Veenpark, een themapark dat letterlijk en figuurlijk op het veen is gebouwd. Maar dat was toch failliet?
,,Dat was het ook'', zegt Harrie Keuter, directeur en - samen met zijn broer - eigenaar van het park. ,,Vijf jaar geleden, toen het nog Het Aards Paradijs heette. Dat park was toen al het grootste nostalgische themapark van Nederland en is voortgekomen uit het veenmuseumdorp 't Aole Compas dat hier in 1966 ter gelegenheid van het eeuwfeest van Barger-Compascuum is gesticht. Mijn ouders waren de eerste horeca-ondernemers. Mijn broer en ik zijn hier opgegroeid en hebben hier ook altijd gewerkt. Vanuit die emotionele binding konden we het park niet kapot laten gaan.

Omdat het met die horeca wel goed zat - we hebben ook een partycentrum en zijn het hele jaar open voor feesten en partijen - durfden we het aan om de boel over te nemen. Maar dan moest er ook iets komen voor kinderen. Kinderen tot 12 jaar. De groep tussen de 12 en de 20 is niet zo interessant voor ons, dan moet je een heel andere opzet hebben. Spannende attracties enzo. Daar is dit het park niet voor. We hebben nu wel een prachtig klim-, glij- en speelbouwwerk voor de wat grotere kinderen en de woonklomp van Alfred Jodocus Kwak, het geesteskind van Herman van Veen, en het Spetter Pieter Pater Pad voor de kleintjes.''

O ja, die klomp. Om die te bereiken, kun je de op turf gestookte stoomtrein pakken die door het hele Veenpark tuft. Heel aanlokkelijk want het park is 160 hectare groot. Je krijgt dan meteen een mooi overzicht van het hele gebeuren. Er rijdt vanuit het park ook nog een veentrein dwars door een waanzinnig mooi veengebied (37 verschillende kleuren groen plus paarse heide) naar een turfsteekveld waar de machinist een bijzonder aardige demonstratie turfsteken opvoert. Stap in en geniet. Niet van de vering want die is er niet.

In het park zelf kun je toch het best de ouderwetse benenwagen te nemen. Dan kun je binnenstappen in de huizen en de winkeltjes van het nagebouwde Veendorp anno 1920, Bargermond. Sfeer snuiven bij de smid en vers brood bij de bakker, hoepelen op het schoolplein en de blinde kaart van Nederland zonder Flevoland bestuderen in een knus klaslokaal, een kaarsje opsteken in de kerk en aan een glaasje Verveners Verdriet nippen in café Veenlust. Daar zitten een jongeman en een oudere dame in een rolstoel op het terras. ,,Moeder, wilt u soms een Veenbessenjenevertje?.'' ,,Nee jongen, ik moet nog rijden.'' In het plaggenhuttendorp 't Oale Compas ga je helemaal terug in de tijd. De waterput, de bakker die brood bakt in een houtoven, de klompenmaker en die armoedige, maar o zo knusse plaggenhutten. ,,Trudie, doe je even het licht aan?'' zegt meneer Deleukstethuis. ,,Ik breek me nek hier op die hobbelige lemen vloer.'' In een andere hut verbaast een Brabants echtpaar zich erover dat al die antieke spullen - kannen en kruiken - zo maar los staan. Zonder kettingen. ,,Dat hoef je bij ons in Brabant niet te doen'', zegt zij. ,,Dan is meteen je huisje leeg.'' In Brábant, daar ook al?

In ieder geval is Waterland, het stuk park waar die klomp moet staan, nu eindelijk dichtbij gekomen. Eerst moet het Spetter Pieter Pater Pad worden gevolgd - hóeft niet, maar kleine kinderen zullen klimkunstwerken als de 5-stappenweg, verend veen, de hondsrug en de schreef prachtig vinden - en daarna loop je langs een blauw-wit tolhuisje met een blauw-witte slagboom en naar De Klomp. Dat ene Van Veen hier iets mee te maken heeft, hoor je meteen. Uit het struikgewas klinkt ,,Tóveren, tóveren.....`. Een zanderig slingerpaadje en dan staat-ie daar lekker geel te wezen. De Klomp. Rode brievenbus, rieten dak, groene luikjes. Aanbellen hoeft niet, de deur staat open. Leuk ingericht. Een grappig blauw pianootje onder een schilderij van de bewoner, een schommelstoeltje, een slaapkamer met een klompledikant, een keukentje en een kapstok waar onder de namen van alle dagen van de week zeven rode sjaaltjes hangen. Vreemd. Dan zou Alfred Jodocus Kwak toch thuis moeten zijn. Dan kan hij die handtekening even zetten. Leuk toch, voor thuis? Die eend is echter nergens te vinden. Je hoort hem alleen zingen: `Ga maar vast naar huis, ik kom een druppel later...'