ZIN
Jolanda Hofland

HERMAN VAN VEEN:

“Ik speel wat ik niet zingen kan en schrijf wat ik niet schilderen kan”

oktober 2021

Alleskunner Herman van Veen (1945) is nog lang niet uitgespeeld. Begin deze zomer kreeg hij internationale erkenning met de prestigieuze Duitse Joachim Ringelnatz-prijs. Ruim een maand lang stond hij in Carré en nu tourt hij langs verschillende theaters met Zijn voorstelling “Dat kun je wel zien dat is hij”.

Onlangs verscheen het gelijknamige boek met daarbij een nieuwe cd.
Vooral het spelen, schrijven en schilderen houden Herman van Veen fit. “Zoals een journalist vragen stelt, een bakker brood bakt,, kan ik leven van liedjes, verhalen en schilderwerk. Speel wat ik niet zingen kan en schrijf wat ik niet schilderen kan. Eén groot vrolijk reddend zwemmen.

Ik heb me in die veelzijdigheid gespecialiseerd. Misschien wel geïnspireerd door de naamgever van onze onderneming Harlekijn: de harlekijn, een veelzijdig personage in de commedia dell’arte. Iemand die gekleed ging in een pak van lapjesstof. In een van mijn voorstellingen droeg ik ooit een jas gemaakt van stofjes uit kledingstukken van mijn ouders, kinderen en lieven. Een, als het ware, levenslang patchwork.”

De nieuwsgierigheid blijft.

Herman van Veen beseft dat hij genetisch gezien mazzel heeft. “Ouder worden is een slijtageslag in verschillende opzichten. Wat blijft, is nieuwsgierigheid. Naarmate ik ouder word, neemt die nieuwsgierigheid alleen maar toe. Misschien is nieuwsgierigheid wel mijn grootste drijfveer. Er komt geen eind aan ontwikkeling. Of je nou violist bent, zanger of schrijver: ik weet nooit genoeg voor wat ik nodig heb. Ik sla bladzijden om, wil weten: hoe gaat het verder? Waar gaat het heen? Het leven is zo ongelooflijk fascinerend en naarmate ik meer weet, groeit mijn bewondering voor dit fenomenale systeem dat bestaan heet.”

Grapjes-oma

Die bewondering voor het bestaan is iets dat Herman via zijn werk deelt en doorgeeft aan de volgende generatie. Ook aan zijn kinderen en kleinkinderen. Twee meisjes en twee jongens heeft hij. “Het zijn mijn maatjes.
We hebben het goed. Ze zijn heeldichtbij, altijd geweest. We zien elkaar veel. Ook de band met mijn kleinkinderen is bijzonder... van hen leer ik schoon kijken. De spiegels die ze zijn. Kleinkinderen brengen je op fenomenale wijze in verlegenheid. Alleen al als ze je zien. Het is tovenarij. Wat voor een opa ik ben? Ik heb mijn moeder opgevolgd als grapjes-oma.”


In Dat kun je wel zien dat is hij vertelt Herman van Veen over 76 bewogen levensjaren. Hij verhaalt van onvoltooide levens, verstrooide dromen, dwalingen, misverstanden, grappen en van heel veel houden van op alle mogelijke manieren. Op de nieuwe cd staat nieuw werk, naast de vier liedjes Mazzel, Vormen van gekte, Het hoort bij mij en Dag in, dag uit die eerder verschenen op een lp. Herman van Veen is vanaf deze maand weer te zien in de Nederlandse theaters. Dat kun je wel zien dat is hij (Universal, € 32,50, E-Book€ 14,99)



Jolanda Hofland