Frieschdagblad
Wiggele Wouda

Herman van Veen (75) durft te verdwalen

14 mrt 2020

Herman van Veen heeft wat te vieren: vandaag wordt hij 75 én hij zit dit jaar 55 jaar in het vak. Hij doet meer dan optreden: op een landgoed in Soest biedt hij kunstenaars in spe de ruimte zich te ontwikkelen. Onder hen de Fries Folkert Wesseling. In dit dubbelinterview vertelt Herman wat hem drijft en horen we van Folkert wat hij van de meester kan leren.


Op het historische landgoed De Paltz in Soest, zit Herman van Veen aan tafel al te wachten in het Gallery Café gedeelte van het naar hem vernoemde Arts Center. Een deel van dit prachtige en uitgestrekte landgoed heeft hij samen met Edith Leerkes - zijn vaste gitariste en compagnon - aangekocht en uitgebouwd tot een broedplaats voor jong talent op gebied van theater, dans, muziek en beeldende kunst. Een van die jonge kunstenaars die hier de ruimte krijgen om zich als acteur/cabaretier te ontwikkelen onder de artistieke vleugels van de meester, is cabaretier Folkert Wesseling uit De Tike.

Folkert Wesseling (Nij Beets 1994) volgde een theateropleiding aan het Friesland College in Leeuwarden. Vanuit een praktijkervaring ontwikkelde hij zijn liefde voor theater met een heuse De Theater Bus tour waarmee hij vijf jaar de hort op ging. ,,Ik was materiaalverzorger bij een busvervoersbedrijf in Drachten. Bussen schoonmaken, aftanken en klaarzetten op de parkeerplekken. Als zeventienjarige hè! Ik kon toen beter bussen inparkeren dan mijn eigen auto later. Toen kwam het idee om theater in een bus te maken.”

Op het ogenblik speelt Folkert de voorstelling De Wolf, back in town, onder andere in het Landgoedtheater De Kapschuur op De Paltz. Hij gaat naast Herman zitten die met belangstelling naar hem luistert.
Voor Herman is 2020 een dubbel jubileumjaar: hij viert vandaag zijn 75e verjaardag en hij zit 55 jaar als professional in het vak. Een openhartig dubbelinterview als cadeau. Een gesprek over gedrevenheid en de wereld om ons heen door de ogen van een jarige theatermaker.

Ontmoeting met Sinterklaas-effect

Folkert: ,,Mijn moeder draaide hem grijs en ik bekeek hem uitvoerig op YouTube. Zo gaaf! Toen ben ik hem gaan volgen. Samen met mijn moeder ben ik naar een kerstconcert geweest in de Grote Kerk in Naarden. Dat was de eerste keer dat ik Herman live zag, ik was dertien. Wat je jaren daarvoor hoorde op lp’s en cd’s zag ik toen in het echt. Na afloop vroeg ik aan een van zijn medewerkers of ik Herman de hand mocht schudden. Dat mocht, in de consistorie. En daar stond hij. Het had wel een beetje het Sinterklaas-effect.” Herman, die hartelijk lacht om deze beschrijving, vult aan: ,,Toen ging hij brieven schrijven. Ook over zijn plannen. Zo openhartig, eerlijk en vrijuit. En bij toeval reden we een keer in Beetsterzwaag en zag ik een blonde jongen staan bij de bushalte. Ik dacht: ik ken die gozer. Het was Folkert. En toen Edith en ik zeven jaar geleden hier begonnen, heb ik hem gewoon gevraagd: kom. Sindsdien zien we elkaar.”

Folkert: ,,Van zo’n kans kon ik niet eens dromen, ik had die ontwikkeling nooit bedacht. Ik wist vanaf dat moment wel wat ik wilde doen: spelen en mensen vermaken. Herman leert mij daarbij om te zeggen wat in het spel zit, wat in gevoel zit, wat de stilte rond een grap betekent. Hij toont mij wat ik aan speelplezier ervaar en hoe je dat kunt omzetten voor de mensen en hoe je met zulke momenten omgaat.”

Herman: ,,Dat is ook een van de redenen waarom wij hem hier graag hebben. Ik herken zijn spelplezier, de oprechtheid, de nieuwsgierigheid naar het niet-weten. Toen ik begon vertrok ik niet vanuit kennis maar vanuit een zintuiglijkheid. Dat doet hij ook. Hij kan uit zijn rol stappen en zeggen: ‘Hebt u dat musje net gezien?’ Dat is een kracht.”

,,Wat ik van Toon Hermans en Wim Kan - eigenlijk mijn mentoren - heb geleerd, zo leert hij hopelijk ook van mij. Die mannen hadden ongelooflijke handige tips. Ze toonden mij de techniek om mensen aan het lachen te krijgen. Het is een ambacht en ik zie die nieuwsgierigheid en de graagte bij Folkert om dat ook te weten.”
,,Ons vak kun je vergelijken met zeilen. Zonder wind heb je geen schijn van kans. Je bent afhankelijk van de omstandigheden en als je die in de hand hebt, kun je met elkaar een tocht maken. Kun je lachen, dromen, huilen.”

,,Danny Kay was voor mij een voorbeeld, een kinderrechtenactivist en een entertainer pur sang. Daar heb ik ook veel van geleerd. Hij zei: ‘Begin nou eens met wat je vindt, wat je denkt en wie je bent minder belangrijk te vinden.’ Dat probeer ik Folkert ook te tonen.”

Folkert: ,,Maar het pad dat Herman bewandelt, is een weg die hij alleen kan bewandelen. Ik loop een andere weg. Wat we gemeen hebben is: hoe kunnen we in deze tijd die verandert onze intuïtie vormgeven?”

De clown is verdwenen?

,,Er is veel veranderd”, beaamt Herman. ,,Er is geen revue meer, er is nauwelijks operette, de echte conferenciers zijn er eigenlijk ook niet meer. Het repertoiretoneel is een uitzondering. En de clowns? De clowns zijn merendeels verdwenen! Dat is zo jammer: hij die iets vergroot wat niet vergroot kan worden of verkleint wat niet verkleind kan worden.”

Folkert: ,,Alles kan en mag nog steeds gezegd worden. Maar je moet het wel over thema’s hebben die jou bezighouden, leert Herman mij. Als ik niks weet over de wolf, kan ik daar ook niks wezenlijks over zeggen.”

Herman vult aan: ,,Het is fascinatie, Folkert. De Wolf gaat over grenzen, over angst, die niet terecht is omdat we te weinig weten over de wolf anders dan ‘de grote boze wolf’ uit het sprookje. Onwetendheid begrenst het kijken, het waarnemen, creëert angst. Maar je moet dat niet verkondigen, maar in haar betekenis laten voelen aan een publiek. Dat is wat je met deze voorstelling doet.”

Verdrinken in ideeën

Folkert: ,,De samenwerking tussen Herman en mij ligt niet alleen op het niveau van de meester en de knecht, maar krijgt ook vorm in de manier waarop we beiden afzonderlijk met taal en teksten omgaan. Ik verdrink wel eens in ideeën en kan lang stilstaan bij wat Herman zegt en schrijft. Van zo’n typische Herman van Veen-zin ‘Ik weet jou beter’ die in mijn voorstelling een plek heeft gekregen; daar kan ik drie dagen over nadenken. Hij doet alsof het niets betekent, maar intussen kronkelt de zin naar je ziel.”

Herman vult aan: ,,De abstractie van zo’n zin gebruik ik als vorm van duidelijkheid. Ik zeg daarmee dat ik jou misschien wel anders ken, doorgrond, zonder dat hardop te zeggen. Dat is ook als schilder mijn doel. Ik schilder abstract. Koeien zijn er al. Laat kleuren dansen. Ik kan dat ook doen als ik niet meer dansen kan. Met ouder worden is dat zo: er gaat een wereld voor je dicht, dat is duidelijk. Maar je kunt die deur ook weer openen door voortdurend opnieuw te ontdekken. Daarvoor heb je overigens wel moed nodig. De moed om te verdwalen; het leven is en blijft een zoektocht.” Engagement ,,Ik heb nooit een voorstelling gemaakt waarin ik politieke of maatschappelijke systemen of meningen onderuit probeer te halen of te bevestigen. Ik ben destijds bijvoorbeeld naar de DDR gegaan om een steen uit die muur te zingen zodat het zou gaan tochten. Die ene steen leidt tot een glimlach, niet tot geschreeuw. Ik wil daarmee wijzen op schoonheid en mogelijkheden door middel van metaforen. Maar als die metafoor niet begrepen wordt door gebrek aan historisch besef, gebrek aan empathie, geld, tijd of wat dan ook moet ik daar ook weer een vorm voor vinden. Het gaat bij mij niet alleen om het lachen. De lach is dienstbaar aan de betekenis van wat ik wil zeggen en is nooit bedoeld om de verantwoordelijkheid voor iets weg te halen, om de waarheid te verdoezelen. Als de lach bedoeld is om de waarheid te laten verdwijnen, blijft er in mijn optiek alleen een echo van leegte achter.” God is de wind

Folkert: ,,Je vroeg aan mij wat voor mij symbolisch is als ik aan Herman denk. Nou, de eerste keer in Naarden kreeg ik een Mars van Herman mee. Hij zei: ‘Die is voor onderweg.’ Die ga ik niet opeten of weggooien. Vind ik zonde. Die Mars is weliswaar versteend, maar ik heb hem nog. Die Mars staat symbool voor de mensen die Herman om zich heen heeft. En Herman wil dat het de mensen goed gaat. Daar zit Hermans kracht en energie. Als hij kan bijdragen om het geluk voor anderen te vergroten, zet Herman zich daarvoor in. Dat is heel kostbaar. Herman helpt mij met wat hij aan mij geeft. Niet in het materiële, maar juist in het tegenovergestelde. Dat vind ik heel mooi. Ik vraag het niet en hij verplicht mij tot niets.”

Herman: ,,Het doodshemd heeft geen zakken, zei mijn moeder altijd. Dus het gaat niet om het materiële.” En hij haalt een gedicht van Judith Herzberg tevoorschijn. Zet bril op en leest Folkert voor:


En toch die vraag

Die maar blijft vragen

Hoe zal ik mij, als ik besef

Wat op het grote spel staat,

Zelf te dragen

Heb ik dan lef?




Ik ben van mening dat jij die ballen hebt en ik weet na al die jaren dat ik ze heb. En toch twijfel ik soms en daarom klamp ik me vast aan Johann Sebastian Bach, hang ik met mijn nagels aan Vincent van Gogh of kijk ik ademloos naar een pimpelmees. Dan denk ik: ik kan het allemaal zingen, spelen en zeggen op het toneel, maar het moet in schoonheid, anders verword je tot onderdeel van een fenomenale decadente logica waarmee deze wereld vol zit. Wanneer meneer Trump bijvoorbeeld op visite komt in een ontwikkelingsland, bouwen ze een gigantische muur zodat hij de sloppenwijken niet hoeft te zien. Sloppenwijk betekent armoede en zwakte en dat willen we Trump niet laten zien. In de ogen van de bedenkers van die muur een logische redenering, maar in feite is het de decadentie ten top: een deel van ons, de zwakkeren, hoort er niet bij. Dat is niet te accepteren en toch gebeurt het. In onze voorstellingen bied ik vormen van schoonheid en verstrooiing.”

,,Welk lied het best bij Folkert past? Dat is de tekst van een lied waarin ik mijn best heb gedaan om God te begrijpen. God is de wind. De wind zie je niet, maar de reactie op de wind wel; het blad aan de boom beweegt immers. Dat vind ik passend voor Folkert.”

Folkert knikt, de meester lacht.


Herman van Veen is t/m december weer te zien in de Nederlandse theaters en speelt van 21 oktober t/m 5 december in het Koninklijk Theater Carré en in mei in De Lawei Drachten. Nieuw is zijn boek Bevrijdingskind. De soundtrack van een leven in vrijheid geschreven samen met vriend en generatiegenoot Rob Chrispijn. Zijn nieuwe verzamel-cd Herman van Veen. Een keuze is onlangs verschenen.



Wiggele Wouda