Trouw
Ivo Nieuwenhuis

Clown Herman (bijna 75) is nog altijd een genot om naar te kijken

1 mrt 2020

Theaterconcert
Herman van Veen
‘75 - Dat kun je wel zien dat is hij’

Als kind vond Herman van Veen bij zijn ouders in de kast een fotoboek over de oorlog. Dit kunnen grote mensen dus ook, dacht hij, laat mij maar lekker klein blijven.


Die laatste zin zou prima als motto kunnen gelden voor Van Veens artistieke loopbaan, die vijfenvijftig jaar en een immense productie aan cd’s, dvd’s en voorstellingen beslaat. In 2020 wordt hij 75 en dat viert hij, natuurlijk, met een nieuwe theatertour: ‘75 - Dat kun je wel zien, dat is hij’.

Zoals bekend is Van Veen een multitalent: hij schrijft, zingt en componeert, en speelt onder meer viool en piano. Maar bovenal is hij een clown, en in die zin altijd lekker klein gebleven. De rode neus ontbreekt weliswaar, maar de hoog opgetrokken broek en rode kniekousen doen een boel. Tel daarbij op het sterk fysieke spel van Van Veen, vaak neigend naar slapstick, en de doorgaans ongelooflijk flauwe grappen, en het plaatje is compleet.

Hoewel die flauwe humor soms wat gaat vervelen, is het kijken naar deze clown na al die jaren nog altijd een genot. Van Veens jubileumvoorstelling, vooral een theaterconcert, heeft een prettige dynamiek. Rustige en opzwepende nummers wisselen elkaar af, met regelmatig een korte monoloog of maf dansje van Van Veen als onderbreking.

Van Veen is een bevrijdingskind

Het hoge niveau van de avond is mede te danken aan de virtuoze muzikanten die Van Veen heeft meegebracht: Edith Leerkes op gitaar, Wieke Garcia op percussie en harp, Jannemien Cnossen op viool en Kees Dijkstra op bas en toetsen. Klassiekers als ‘Anne’, ‘Suzanne’ en ‘Zo vrolijk’, worden door hen voorzien van prachtige nieuwe arrangementen, die zowel verrassen als ontroeren.
Een terugkerend thema is Van Veens status als bevrijdingskind, geboren in 1945. Er is een anekdote over zijn verwekking, die plaatsvond nadat zijn ouders het nieuws van D-day hadden gehoord. Ook de Koude Oorlog komt even langs, in een kolderieke scčne waarin Van Veen en zijn muzikanten ijzeren vergieten op hun hoofd dragen tegen de atoombom. Tot diepgaande reflecties op de maatschappij leidt het verder niet. Van Veen is geen dominee.
Zoals het een clown betaamt, biedt hij zijn publiek in de eerste plaats entertainment. Entertainment van grote klasse, zonder meer. Het is bovendien indrukwekkend om Van Veen op zijn bijna vijfenzeventigste nog zo energiek over het podium te zien springen, tweeënhalf uur lang, exclusief de ellenlange toegiften waar hij beroemd om is. Hiervoor past slechts een diepe buiging.

Herman van Veen toert tot en met december 2020 met zijn jubileumvoorstelling langs de Nederlandse theaters. Dit najaar staat hij maar liefst dertig keer in Carré.



Ivo Nieuwenhuis