Rutger Vahl schreef in nummer 2 van 2004 van CenE "ALERT"

Herman van Veen: "Waarom niet delen?"

Herman van Veen is een van de meest gevierde Nederlandse artiesten. Maar aan dat succes ging een moeizame levensstart vooraf. Van Veen is een oorlogskind. 'Ik ben er omdat ik toen hulp kreeg', zegt hij. Met vier eigen stichtingen komt de zanger op voor kinderen die nu hulp nodig hebben.

Herman van Veen dankt zijn leven aan een blik worstjes. Tenminste, zo beschrijft hij het in een van zijn teksten: Als je, net als ik, geboren bent in een oorlog heb je hulp nodig. Je vader is vechten. Je moeder is te mager om je de borst te geven. Dan ben je blij als er in de tuin uit een vliegtuig een blik met koekjes valt, o f zoals in ons geval een blik met worst.
Die eerste oorlogsmaanden en de periode erna waarin Nederland afhankelijk was van internationale hulp, hebben Van Veens kijk op het leven bepaald. Hij voelt een sterke verbondenheid met mensen die het minder hebben, met name met kinderen. 'Op mijn zeventiende werd ik vrijwilliger voor Unicef. De band met deze organisatie is nu nog steeds hecht. Ik ben in Nederland zo'n tien jaar goodwill-ambassadeur geweest, een rol die in Duitsland nu is overgenomen door mijn tekenfilmkarakter Alfred Jodocus Kwak.'

Als boegbeeld van Unicef zal Herman van Veen dit jaar meedoen aan het golftoernooi voor relaties van CenE Bankiers op De Pan. Voor het eerst is dit toernooi gekoppeld aan een goed doel. Afhankelijk van de scores wordt een bedrag gedoneerd aan Unicef. 'In 1990 hebben veel landen het Verdrag voor de Rechten van het Kind ondertekend. Maar die rechten worden vaak met voeten getreden', illustreert Van Veen zijn betrokkenheid met het kinderfonds. 'Zwerven op straat, seksuele relaties met volwassenen, gebrek aan gezondheidszorg: binnen de Verenigde Naties is afgesproken dat kinderen hiertegen beschermd moeten worden. In de praktijk komt er vaak weinig van terecht.'


Vier stichtingen


Kinderrechten staan ook centraal in de vier stichtingen die Van Veen tot nu toe oprichtte. Zijn Herman van Veen Foundation komt op voor het recht op gratis onderwijs, spel en ontspanning en het recht om beschermd te worden tegen verwaarlozing en uitbuiting. De stichting Colombine organiseert kleinschalige projecten op het gebied van gezondheid, educatie, werkgelegenheid en milieu. In 1997 opende deze stichting het Colombinehuis in de Flevopolder, bedoeld voor kinderen die nooit met vakantie kunnen. De stichting Alfred Jodocus Kwak staat voor het recht op voeding, huisvesting en medische zorg. Al jaren wordt bij V en D kinderkleding verkocht op basis van de animatieserie rond Alfred Jodocus Kwak. De opbrengst daarvan, zo'n 125.000 euro per jaar, vindt zijn weg naar kleinschalige onderwijs- en gezondheidsprojecten.

De stichting Roos ontstond uit een persoonlijke gebeurtenis. 'In Manilla zag ik op de trappen van het ziekenhuis een vrouw met haar dode kind in haar armen', vertelt Van Veen. 'Dat beeld raakte me enorm. Terug in Nederland zag ik de Koningin bloemen leggen op het Graf van de Onbekende Soldaat. Ik realiseerde me dat er geen plaats is waar mensen kunnen stilstaan bij kinderen die onnodig zijn overleden. Kort daarop maakte ik kennis met het ongeneeslijk zieke meisje Lisa. Haar ouders stuurden mij een ent van de rozenstruik op haar graf. Dat gaf de naam aan deze stichting.'


Korte lijnen


Er zijn tal van goede doelen die zich bezighouden met kinderen en hun rechten. Ook grote organisaties. Die moeten dat vooral blijven doen, vindt Van Veen, maar bij hun werkwijze voelt hij zich niet erg thuis. 'Grote organisaties lijken op grote ministeries met indrukwekkende administraties. Ik prefereer de korte lijnen.'

Zijn visie is gebaseerd op kleinschaligheid. Zo ondersteunt de Herman van Veen Foundation projecten tot een bedrag van ongeveer 5.000 euro. 'Hulp mag niet afhankelijk maken. Dan is het geen hulp maar omgekeerd kolonialisme. En staat vaak meer het economische dan het humanitaire belang voorop.' Ook in zijn fondsenwerving zoekt de zanger naar het menselijke en kleinschalige aspect. 'Ik doe dat bescheiden. Ram niet op trommels, maar zoek het in persoonlijk contact. Meestal werven we fondsen in theaters, op scholen, in kerken en op pleinen. Dat zijn altijd giften "tussen vier ogen". Sinds kort exposeer ik grafisch werk. Ook dat vind ik een goede gelegenheid om aandacht te vragen voor de rechten van het kind.'

Van Veen runt zijn stichtingen niet alleen. Zo richtte hij zijn Foundation en AJK-stichting op met ex-hockeydoelman Maarten Sikking. Verder laat hij zich bijstaan door zijn eigen productiebedrijf Harlekijn Holland BV. Toch steekt Van Veen, die nog bijna avond aan avond in het theater staat, veel persoonlijke tijd in zijn stichtingen. Hij ziet dat zelf anders. 'Die stichtingen zijn een deel van mijn leven. Ik kan mijn werk niet los zien van de doelen die ik mij heb gesteld. Ik ben groot en gezond geworden omdat er in en na de oorlog hulp was. Maar voor bijna een miljard kinderen is die hulp er niet. Als ik overlijd kan ik niets meenemen. Dus waarom niet delen?'