Jacques J. d'Ancona schreef 19 maart 2005 in het Dagblad van het Noorden

Jubileumfeestje Herman van Veen


"Ik zal zingen tot ik niet meer bedroefd ben"


Door Jacques J. d'Ancona
Aan pathos heeft hij geen hekel, Herman van Veen. Maar hij zwelgt er niet in. Toch was er een feestje in Utrecht met als reden dat hij van zijn zestig bestaansjaren veertig in het vak heeft doorgebracht. Een feestje? Op de uitnodiging - gesierd met een lieve foto uit zijn kindertijd - was sprake van 'familie, vrienden en enkele oudgedienden'. Er dus zaten er duizcnd mensen in de Utrechtse Schouwburg. Meer plaats was er niet. Meer belangstelling wel. Van niet-geinviteerde zijde toonden 2500 kandidaten Interesse. Kaartjes van 250 euro circuleerden op de zwarte markt.

Op een gegeven moment stonden er, na een avond met liedjes, grappen en eindeloze toegiften, twintig mensen rond Herman van Veen op het toneel. Muzikanten van vroeger, onder wie de gitarist Harry Sacksioni met wie hij 24 jaar niet had gewerkt. Verder begeleiders, zangers, zijn beide dochters, danseressen. Grote namen, die in vier decennia hebben bijgedragen aan de carriere van de meest internationale entertainer van Nederland.

Het publiek zong hem vrolijk toe op zijn verjaardag, maar Herman van Veen wist te voorkomen dat de bijeenkomst het karakter ging dragen van een eredienst. Daarvoor was het programma te slim in elkaar getimmerd. Geen moment was er sprake van afgelebberd repertoire. De oude nummers stak hij in aanstekelijke, eigentijdse arrangementen, de nieuwe staan al op de cd Vaders.
Het moet ongeveer 38 jaar geleden zijn dat hij voor 't eerst in Groningen stond met makkers als Laurens van Rooyen. Plaats van handeling was De Coendersborg, een klein theater in de wijk Heipman, dat Henk Borgman als directeur van het restaurant De Bolderij was gaan exploiteren. Dat soort dingen herinnert Herman zich feilloos, maar hij koestert geen retro gevoel. Hij zegt zoiets als: 'Mijn geschiedenis vertelt het verhaal. Misschien zit daar veertig jaar garantie op, al is het mogelijk dat sommige zaken uit het verleden een andere betekenis krijgen door wat we nu weten.'

Eerbewijs


Soms hield hij maandagavond midden in een lied op, met iets van 'dat kennen we nu wel...' Anderzijds maakte hij ruimte om eer te bewijzen aan zijn tckstschrijvers. Rob Chrispijn, bij voorbeeld. En wijlen Willem Wilmink, vanzelfsprekend. Deze schreef onder meer de tekst van Hüversum 3. "Van de opbrengst kon Wilmink zijn gebit laten renoveren," weet Van Veen. Weer serieus vertelt hij dat hij in een ver verleden Ramses Shaffy zag in Shaffy Chantant met Laat me, laat me m'n eigen gang maar gaan...." Dat was het laatste duwtje dat ik nodig had."

Resultaat? Op de wel besloten nazit werd bekend gemaakt dat Herman van Veen 10 miljoen beeld- en geluidsdragers heeft verkocht. Kan hij relativeren aan de voet van de mijlpaal? Jawel. "Ik heb kleren aan gehad die nu weer in de mode zijn en ik praat vaker over vroeger. Veertig procent van mijn publiek is dood, maar ik zal zingen tot ik niet meer bedroefd ben. Als ik 102 ben ga ik op tango les."