Jan Paul Bresser schreef 17 april 1976 in De Volkskrant

Herman van Veen geeft aan hoe het met hemzelf gelopen is, waar de breekpunten zitten in zijn denkraam.


"Ik heb 22 jaar lang volgens het boekje geleefd. Ik werd onbewust volgestopt met de gegarandeerde waarheden: Napoleon, Karel de Grote, gezag en orde en regelmaat en gladheid. Allemaal feiten die het leven zouden moeten bepalen. Van de wieg tot de kist.foto: chris janssen 1974 Ik kwam warm van onder de kip vandaan, studeerde, kon muziekmaken. En na de studie doorgaan in het patroon van zekerheden, dat is uitgezet door leraren, profs, ouders en maatschappij. Die kunnen het niet mishebben, denk je, die hebben gelijk. Dus meteen trouwen na je studie en kindertjes krijgen terwijl je überhaupt geen sjoege hebt wat kindertjes zijn. Alles uit puur vertrouwen." ...

"Bij mij kwam daar nog het ongezonde succes bij. Geloof me jongen daar ben ik ter plekke wel eens van geschrokken, dat het allemaal eigenlijk niet goed kón. Maar ik zong mooie dingen, maakte me niet bezorgd om de inhoud. Ik walmde ook echt van geluk en energie. De hele wereld van jou, weet je wel. Maar intussen: er was wel zoiets als intuïtie dat het niet goed zat. Je kent dat wel: het gevoel dat het ieder moment kan gaan regenen."
"Op 'n dag komt het. Het is alsof je de uitkomst van een optelsom weet. Dat is zoiets als een shock. Alles gaat overhoop. Rood is niet meer rood en blauw is opeens niet meer blauw. Wat men al die tijd als waarheid gesteld heeft is pertinente leugen, ik ben volledig sprakeloos. Ik praat met de taal die ik geleerd heb, maar het is niet de taal die ikzelf zou kunnen spreken."

Jukebox 2008 speelt zich voornamelijk af in het cafetaria Hollands Fris, waar een groep min of meer karakteristieke mensen elkaar ontmoet. Jukebox vertelt van het leven in een achterbuurt, wil laten zien hoe jonge mensen zich daar identificeren met en laten inspireren door de voetbal en de helden en idolen die via mode, trends en massamedia het bestaan beheersen. Jukebox gaat over manipulatie, over mensen die zich in clichés en gemeenplaatsen ontladen na een dag (fantasieloos) werken: Truus de modinette, Jan de bouwvakker, Rob de huisschilder, een portier van een driesterrenhotel en cafetaria-eigenares Geert.

Herman: ,,Mijn herinnering is als een film: 1965 het jaar dat de Beatles onderscheiden werden, oorlog in Vietnam, Johnson versloeg Goldwater, we mochten niet op kamers wonen, dus deden we het in de gang, Feijenoord werd kampioen en m'n buurman wond zich vreselijk op over bikini's. Ik was twintig en vast van plan om de wereld beter te zingen." "Dat zijn de stukjes van mijn uiterlijke herinnering. Maar het stuk gaat natuurlijk om meer dingen. Wat de essentie is? Het orgasme van voetbal op zondag als enige vreugde in het leven. Ook: iemand die lijkt op een idool, op Ringo Starr, op Mick Jagger, op weet ik wie allemaal, op James Bond, die is wat. Je bent alleen iets als je op iemand anders lijkt. Het is een uitgedokterd systeem van intense manipulatie.
Jukebox is voor mij het kleine, beschermde centrum waar toen de jonge mensen hun leven sleten. K-23 in de Jukebox betekende ik hou van jou en B-51 draaide je voor iemand aan wie je verschrikkelijk de schurft had."



Jan Paul Bresser
De Volkskrant, 17 april 1976



terug naar de index