Gooi en Eemlander
Hans Visser

Magiër van het theater is terug in Theater Carré

3 nov 2017

De dag verliep stroef en de tocht naar het theater remde in een kilometerslange zandloper. Een kwartier restte daarom voor het het avondmaal: een zakjechips een reep chocolade uit de foyer, toen doofde het zaallicht en er klonk muziek EEN warme stem vol menselijk begrip begon te zingen. Het chagrijn van de dag verdampte. . Herman van Veen is terug in Koninklijk Theater Carré waar hij als een magiër het publiek bespeelt. Zijn nieuwe voorstelling is niet wezenlijk anders dan wat hij eerder liet zien, zo lijkt het. Omringd door een groep jonge musici en gitarist Edith Leerkes vertrouwd aan zijn zijde, straalt hij meer dan ooit een aanstekelijke vitaliteit uit.


Jong

'Ouder worden gaat vanzelf9 zingt hij en wordt daar blijkbaar jonger van. De voorstelling bevat dan ook veel nieuw werk dat hij onlangs presenteerde op de schitterend geproduceerde cd 'Vallen of springen'. Hoe anders klinkt al die getoonzette poëzie op het grote toneel in een bezielde intieme atmosfeer van strijkers, gitaren en slagwerk met als kleurrijke troef een marimba.

Het mooie is dat al die stukken in een soort stroom met elkaar zijn verbonden door een enkel woord, een gebaar, een grap, een monoloog, een conference.
'Alles doet ertoe', klinkt zijn eigen tekst en hij haalt dan aan het slot met een net iets theatraler gebaar dan 'achteloos' wat pluisjes van zijn hemd. Ook die doen er toe. Letterlijk, want daarmee glijdt hij een volgend deel van de voorstelling binnen. ' Altijd is hij daarin dicht bij huis. Want zo internationaal als Van Veen al decennia is, zo herkenbaar blijft hij toch voor iedereen van elke leeftijd. Het universum dat hij bezingt en 'bespreekt' is vaak dat van zijn jeugd, bezien met liefde en relativerende humor. Dat is de wereld waarin deze artiest is geboren. Daar komt hij vandaan. Daarom klinkt er ook gezonde weemoed óm wie er niet meer is: ouders, vrienden. In een lied zegt hij: 'Er zit niks anders op dan kijken met mijn ogen dicht naar de bonte stoet van beelden, de stomme film in mijn kop'. Het is dan samen in de zaal met een glimlach kijken naar al die mensen die hij in zijn Hollandse chansons en verhalen laat zien. Bijvoorbeeld zijn vader die als amateuracteur veranderde in de rol die hij speelde. Er klinken flarden uit de liedjes van vlak na de Tweede Wereldoorlog. De 'postkoets' van de Selvera's. Blakend van optimisme. Schaamteloos gelukkig laat hij de mensen meezingen. Ze doen dat maar al te graag, want de melodieën blaken van optimisme. Hij is van na die oorlog en hij hoopt dat dit altijd zo blijft.

Liefde

Van Veen speelt ook deze avond aan het slot zijn aloude spel met het publiek van 'zullen we stop- pen, zullen we doorgaan?'. A het doek al lijkt te zijn gevallen is hij toch weer terug om 'Liefde van later' te zingen, mooier nog dan hij dat ooit deed. Andere accenten in de teksten, andere kleuren in de begeleiding, dichter bij de kern. Want zie: Herman maakt zijn oude tijdloze repertoire weer nieuw. Ook dat hoort bij dit tragikomische theaterwonder.


Als het dode toch definitief dicht blijft is buiten de avond al nacht geworden, betoverend mooi onder een hemel vol liedjes.



Hans Visser