MUZE
Ernest Max

Ik heb genetische mazzel

sept 2017

Hij zingt, schildert en kibbelt met zijn viool: Herman van Veen weet van geen ophouden. MUZE sprak hem aan de vooravond van een nieuwe serie shows, die voorduurt tot eind volgend jaar. 'lk ben geen cabaretier, eerder een reiziger die vertelt over zijn ervaringen.'


Onze voorstelling wordt steeds persoonlijker. Vroeger had ik meer de neiging om te zingen en te vertellen over wat ik ergens van vond. Maar ik ben blijkbaar wat wijzer geworden en de tijd is veranderd.' Herman van Veen is in de theaters te zien met zijn nieuwe theaterprogramma. In het najaar treedt hij maar liefst zeven weken lang op in Carré. De geboren Utrechter is 72 jaar en speelt onvermoeibaar zo'n honderdveertig voorstellingen per jaar in binnen- en buitenland. 'Ik heb nog nooit een compleet nieuwe voorstelling geschreven', vertelt hij. 'Ik ben hier vijftig jaar geleden mee begonnen en ik ben altijd blijven sleutelen aan wat ik al deed. Mijn voorstelling is een organisch proces. Er gaat eens iets uit en er komt iets bij. Een dagboekdramaturgie. Mensen die mij drie jaar geleden in Carré hebben gezien, krijgen nu wel een volledig ander repertoire voorgeschoteld.'

Hoe heeft jouw voorstelling zich de laatste jaren ontwikkeld?
'Ik vind het tegenwoordig interessanter om objectief iets vast te stellen. Het volstaat om voorbeelden te geven van verwarring, verbijstering, liefde en tederheid. Als het wat mij betreft maar hoogstpersoonlijk is. Ik ben geen cabaretier, eerder een reiziger die vertelt over zijn ervaringen. Als in een dagboek. Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met een nieuw liedje dat Breaking news heet. Daarin beschrijf ik een recente ervaring in Nice. Zat met mijn voeten in de Mediterranée toen er een plastic eendje tegen mijn scheenbeen stootte. Ik vroeg me af: van wie zou dat eendje geweest zijn? Vijfjaar geleden zou ik hebben gedacht: van een badgast. Nu niet meer. Vele duizenden wanhopige vluchtelingen vonden - verraden en misleid - in dat water de dood. Het is een onvoorstelbaar andere Mediterranée dan vroeger. Dat vertel ik. Het publiek mag zelf bepalen wat het daarmee doet. We leven in een chaotische tijd. Naast mooie momenten van tederheid zal ik ook dat in mijn voorstelling niet uit de weg gaan.'

Je staat straks zeven weken in Carré. Wat heb je met dit theater?
'Ik vind Carré een van de allermooiste zalen ter wereld. Facilitair een hoogtepunt. Het is architectonisch briljant omdat het net als zo'n oud Grieks theater is. Alle zichtlijnen zijn goed. Het publiek zit dichtbij en het kan ook elkaar zien, waardoor het onderlinge enthousiasme overslaat. Ik heb in Jordanië in zo'n oude arena gestaan, een amfitheater. Je kunt er fluisteren en tweeduizend man hoort je. Ook helemaal bovenin. Zonder versterking. Carré heeft in zekere zin dezelfde constructie. Het is er ook thuiskomen. Dat komt vooral doordat ik er sinds 1971 al zo vaak heb gespeeld. Ik ga dit jaar naar de 550 voorstellingen toe. Ik heb zelfs een sleutel van het gebouw gekregen. Letterlijk. Die staat bij mij thuis in de bibliotheek. Ik kan er dus in wanneer ik wil.'

Denk je weleens: het is mooi geweest met al dat optreden?
'Nee. Mijn lichaam werkt nog goed mee, heb genetische mazzel. En ik ben nu eenmaal muzikant. Ik wil dus spelen. Wanneer ik in een zaal sta waar het ongelooflijk goed klinkt, weet ik haast van geen ophouden. Maar laatst speelde ik in een zaaltje in Vlaanderen. De akoestiek was zo droog als gort. Hoe zorg je daar dat die viool goed klinkt?! Dat betekent dat je echt moet opletten hoe je je strijkstok op de snaren zet. Dat is ambachtelijk ontzettend interessant. De omstandigheid van het moment bepaalt eigenlijk of jij je plan als muzikant kunt uitvoeren of niet. Dat is een fascinerende reis waar geen einde aan komt.'

Wat betekent je viool voor je?
'Ik houd er zielsveel van. Als van een goede vriend. Zang is mijn hoofdvak. Dat bén ik. Maar het dichtst bij mijn eigen stem komt de viool. Ik speel viool zoals ik zing. Alleen is het moeilijker dan zingen omdat de invloed van de omgeving op het instrument enorm is. De viool is van hout. Het is iémand. Hij heeft karakter. Hij kan stug en bozig zijn. Ik vraag ook aan hem: "Hoe is het met je vandaag? Heb je niet te lang opgesloten gezeten in je kistje?" Ik praat met mijn viool zoals ik met planten en bomen keuvel. Ook hardop. Dat vind ik helemaal niet gek. "Hoe is het nu met je, joh? Heb je al je snaren nog?" Van de week liet ik hem vallen op het toneel. Ai. Ik was ook zo wild bezig. Hij viel gelukkig op mijn schoen. Toen hel hem helemaal afgeklopt en alsmaar gezegd: "Sorry, sorry, sorry." Dan hoor ik mijn viool terugzeggen: "Ja, zorg er dan ook voor datje niet van die klamme handen hebt, eikel!'"

Schilderen is ook een passie van je. Wat brengt je dat?
ik doe het pas een jaar of zestien. Ik ben ermee begonnen na het overlijden van mijn ouders, met wie ik een heel speciale band had. Ik ging schilderen uit een gevoel van gemis. Uiteindelijk heb ik er een soort rust mee gevonden waardoor ik op een of andere manier een rijker man ben geworden. Optreden doe ik voor een publiek en schrijven doe ik onderweg; in het vliegtuig, de trein, in de auto, waar ik maar kan. Maar in het schilderen heb ik een situatie weten te creëren waarin ik helemaal alleen ben. Als ik dan heerlijk speel met kleur en materie vind ik dat een veel vrijere vorm van zijn dan musiceren. Ik vind het fantastisch dat het in mijn leven is gekomen. Mijn vader was graficus, dus daar heb ik onbewust heel veel van meegekregen. Het feit dat ik schilder is ook wel een beetje een eerbetoon aan hem.'


Herman van Veen is van 26 oktober t/m 10 december in Koninklijk Theater Carré te zien



Ernest Max